Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de toegang tot de sportbeoefening en de strijd tegen de discriminatie.

Indiener(s)
Farida Tahar
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 319)

 
Datum ontvangst: 10/09/2020 Datum publicatie: 16/12/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 30/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/09/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Wij hebben via de pers1 vernomen dat een vrouwelijke klant van het sportcentrum Kinetix te Schaarbeek zich aan een ietwat bijzondere oefening gewaagd heeft: de toepassing van het huishoudelijk reglement testen door haar hoofd te bedekken “bij wijze van uitzondering” in het gebouw van het centrum.

In een video verspreid op de sociale media en via bepaalde media zien we haar dus met een bandana die haar haren grotendeels bedekt.

Terwijl het reglement van deze sportinstelling het dragen van: “petten, sjaals, hoody’s, hoofddeksels of elk ander wijd kledingstuk of kledingaccessoires” formeel verbiedt uit veiligheidsoverwegingen heeft deze klant gedurende een uur tijdens haar sportbeoefening haar bandana kunnen aanhouden zonder een opmerking of een berisping te krijgen vanwege de personeelsleden.

Net zoals de klant vragen wij ons terecht af of dit reglement niet een bepaalde categorie vrouwen viseert: zij die doorgaans een hoofddoek dragen? Dit zou bovendien lijken op een ongelijke behandeling van de klanten, en zou leiden tot een discriminatie wat de Belgische wetgeving betreft (antidiscriminatiewet van 2007).

De verantwoordelijken van dit sportcentrum weerleggen op hun beurt stellig elke vorm van discriminatie en beweren dat het een veiligheidsvoorschrift betreft.

We hebben echter vernomen dat vrouwen met hoofddoek (die de maatregelen op het vlak van hygiëne en veiligheid naleven) de toegang tot verschillende fitnesszalen in het Brussels Gewest ontzegd wordt.

Bernard Couvercelle van de Franstalige federatie van turnen en fitness werd hierover ondervraagd en bevestigt dat het dragen van de hoofddoek doorgaans geweigerd werd in de turn- en fitnessclubs om redenen van veiligheid en zichtbaarheid. De merken van sportkledij hebben echter wel hun aanbod aangepast en sinds enkele jaren “sportieve” hoofddoeken op de markt gebracht. Het is dus moeilijker geworden ze te weigeren
2.

In een rechtsstaat, in een democratische maatschappij, in een kosmopolitische stad zouden vrouwen (alle vrouwen) vrij moeten zijn sportieve, culturele, artistieke activiteiten te beleven, … en dit ongeacht hun overtuigingen of hun voorkomen.

Sport draagt als vector van sociale emancipatie ontegensprekelijk bij tot het welzijn en de ontplooiing van de individuen en in dit geval van de vrouwen.

Ik weet dat u er bijzonder aandachtig voor bent, met name via de implementatie van een overheidsbeleid en financiële steunverleningen aan de verenigingen die ijveren voor de sociale samenhang en de gelijkheid van kansen. De oproep tot het project “vrouwelijke sport” is hiervan een mooi voorbeeld.

In welke mate echter wordt overwogen dat uw acties zich openlijk tot alle vrouwen richten ten opzichte van de Brusselse diversiteit en sociologie.

Wat voert u concreet in ter bevordering van de gelijkheid van kansen en van de toegang van alle vrouwen tot sport? Overweegt u, in navolging van de oproep tot het project “vrouwelijke sport”, andere inschakelingsinitiatieven via de sport?

Tijdens de verschillende debatten in de commissies hebt u zich ertoe geëngageerd een ambitieus plan op te zetten in de strijd tegen racisme en discriminaties. Kunt u ons de staat van voortgang van deze werkzaamheden verduidelijken?


1 https://www.lacapitale.be/636377/article/2020-09-08/le-centre-de-fitness-stadium-kinetix-schaerbeek-accuse-de-discrimination
2 https://bx1.be/schaerbeek/port-du-voile-ou-dun-bandana-sur-la-tete-dans-les-clubs-sportifs-des-inegalites-de-traitement/
 
 
Antwoord    Deze vragen vallen onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschapscommissie. Gelieve uw vragen te richten tot de bevoegde instanties.