Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende antisemitisme in Brussel en de ongebreidelde uiting ervan in de straten van Brussel.

Indiener(s)
Viviane Teitelbaum
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 320)

 
Datum ontvangst: 06/07/2020 Datum publicatie: 16/12/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 30/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/09/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Eind juni, bij een betoging in Brussel tegen de annexatie van gebieden door Israël, werd opgeroepen tot haat en oorlog tegen de Joodse gemeenschap.

Schokkende uitspraken die in onze openbare ruimte worden geuit. Geen enkel lid van de gewestregering heeft dit veroordeeld of zelfs maar naar voren gebracht.

In een democratische staat kan men alles bespreken en het oneens zijn met alle beleidsmaatregelen, maar net als bij racisme is antisemitisme geen mening, maar een misdrijf. Moet ik herinneren aan de unieke plaats die het antisemitisme in de geschiedenis van Europa inneemt?

Nultolerantie moet worden toegepast en dit moet beginnen op politiek niveau, omdat het een onmiskenbare bedreiging vormt voor de democratische waarden van ons land.

Daarom is er reden tot grote bezorgdheid over deze ontwikkelingen, die vragen om een krachtige reactie van de autoriteiten, maar ook en vooral van de samenleving. Hoewel ons land een van de weinige landen is zonder precieze officiële cijfers ter zake, staan alle indicatoren in het rood, zoals blijkt uit de vele incidenten en misdrijven die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan en die expliciet gericht waren op Joodse slachtoffers. Bovendien is het antisemitisme op het internet en de sociale netwerken even gewelddadig. Daar zijn veel voorbeelden van, met name in berichten op fora en in commentaren op bepaalde artikelen.

Ik weet dat het in ons Gewest altijd moeilijk is om antisemitische daden te veroordelen zonder meteen te verdrinken in gelijktijdige en alomvattende veroordelingen van verschillende vormen van racisme en vreemdelingenhaat, maar gezien het steeds toenemende aantal gewelddadige incidenten is mijn fractie van mening dat er dringend een duidelijke werkdefinitie van antisemitisme moet worden gehanteerd, net als het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Bulgarije en Oostenrijk, en conform de resolutie die eerder in het Europees Parlement werd aangenomen.

Het is belangrijk dat de kwestie van het antisemitisme ook in ons land specifiek wordt aangepakt en dat het een essentieel onderdeel wordt van de democratische parameters van onze samenleving en integratie.

Hoe kunnen we dan begrijpen dat deze term is geschrapt uit uw algemene beleidsverklaring en uit de lijst van discriminaties die met voorrang moeten worden aangepakt?

Ons Gewest heeft nochtans resoluties in die zin aangenomen, dus ik zou graag willen weten wat uw regering concreet doet om deze ernstige feiten, waaronder oproepen tot oorlog en haat tegen de Joden in de straten van Brussel, te bestrijden en te bestraffen?

Zoals ik altijd ter herinnering breng, heeft het Brussels gewestelijk parlement op 20 mei 2005 een resolutie aangenomen over de strijd tegen racisme, antisemitisme en vreemdelingenhaat, waarover ik al vragen heb kunnen stellen aan uw voorganger.

Het Parlement heeft de verschillende regeringen, zowel de federale, gewestelijke en communautaire instanties als de gemeenten, opgeroepen om maatregelen te nemen en een reeks initiatieven te ontwikkelen om deze doelstelling te bereiken.

Ik ga niet alle punten herhalen, maar wel dit: preventie en bewustmaking van jongeren van de verschijnselen racisme, antisemitisme en vreemdelingenhaat door middel van projecten en spelactiviteiten in scholen, verenigingen, sportcentra en andere uitwisselingsplaatsen. Wat werd met name gedaan aan het antisemitisme?

Het voorstel omvat ook de tenuitvoerlegging, in het kader van het sociale cohesiebeleid, van alle noodzakelijke middelen voor de dialoog tussen de gemeenschappen en de interculturele dialoog en voor de voorlichting van de burgers over de ontwikkeling, de gevaren en de gevolgen van de heropleving van racisme, antisemitisme en vreemdelingenhaat.

Wat werd gedaan om racistische, antisemitische en xenofobe vooroordelen binnen verenigingen, buurthuizen en elke andere uitwisselingsplaats te ontkrachten?

Bovendien hebt u bij mijn laatste interpellatie over dit onderwerp gezegd dat u een reeks van meer dan 25 bijeenkomsten met actoren op het gebied van gelijke kansen hebt georganiseerd en dat u ervoor hebt gezorgd dat degenen die betrokken zijn bij de strijd tegen het antisemitisme daarin vertegenwoordigd zijn. Heeft u hen ontmoet? Wat hebben ze u geleerd? Welke aanbevelingen hebben ze u gedaan? Welke acties gaat u ondernemen naar aanleiding daarvan?

Bovendien vertelde u mij dat “met het oog op de Internationale Dag voor de uitbanning van rassendiscriminatie op 21 maart 2020, equal.brussels verenigingen had uitgenodigd om elk soort project in te dienen dat zou bijdragen aan het ontkrachten van vooroordelen, het actief bestrijden van racisme of het op gang brengen van de interculturele dialoog”. Kan u me zeggen of, ondanks het feit dat de titel helemaal niet verwijst naar de strijd tegen het antisemitisme, de oproep in die context werd geplaatst voor de projectleiders en dat een aantal projecten werd ingediend en geselecteerd?
 
 
Antwoord    Uw vraag biedt me de gelegenheid nogmaals te benadrukken hoe belangrijk het is dat we in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een gecoördineerd racismebestrijdingsbeleid voeren. Dat is ook een van de ambities in deze legislatuur.

Ik heb kennisgenomen van de ontoelaatbare gebeurtenissen die u beschrijft in uw vraag. Antisemitisme bestaat wel degelijk in Brussel en maakt dagelijks slachtoffers onder de burgers.

Racisme kan meerdere gezichten aannemen en het is onze taak om alle vormen van racisme te bestrijden: antisemitisme, islamofobie, negrofobie, racisme tegen Roma, racisme tegen mensen van Aziatische origine, enzovoort.

In de antiracismewet zijn vijf criteria opgenomen, waaronder onrechtstreeks ook antisemitisme; het zit immers vervat in afkomst.

Het opstellen van een racismebestrijdingsplan is in dit tijdperk onontbeerlijk. Ik kan u dan ook meedelen dat het proces voor het opstellen van het nieuwe gewestelijke racismebestrijdingsplan al werd opgestart. In het kader van dit proces wordt overleg gepleegd met de institutionele, politieke en administratieve partners en met partners uit het middenveld, om ervoor te zorgen dat de maatregelen in het plan rekening houden met de dringende behoeften op het terrein en met de realiteit in Brussel. We zien er thans nauwlettend op toe dat elke groep die te lijden heeft onder racisme gehoord wordt en betrokken wordt bij het opstellen van het plan. Het moet ook een grootschalig plan worden. Het plan zal in de periode 2021-2024, dus gedurende de hele legislatuur worden uitgevoerd, zodat er maatregelen op middellange termijn kunnen worden genomen en het effect ervan kan worden geëvalueerd.

Elke gewestelijke bevoegdheid kan te maken krijgen met discriminatie omwille van zogenaamde raciale criteria. Het moet dus een transversaal actieplan worden, met een waaier van acties die verband houden met alle gewestelijke bevoegdheden, waardoor het fenomeen op structurele wijze kan worden aangepakt.

Twintig jaar na de Wereldconferentie tegen racisme, die plaatsvond in Durban in 2001, staat België voorts ook op het punt een interfederaal actieplan tegen racisme aan te nemen en het Gewest neemt momenteel actief deel aan de besprekingen en de werkzaamheden van de Interministeriële conferentie tegen racisme, met daarin de deelgebieden en het federale niveau. Deze besprekingen hebben geleid tot een ontwerpnota die de basis vormt voor een toekomstig nationaal Actieplan tegen racisme.

De gewestelijke en interfederale plannen mogen niet de enige instrumenten voor racismebestrijding zijn, gezien de omvang die het fenomeen momenteel aanneemt. Er zullen dus ook andere instrumenten ingezet worden. Een daarvan is het subsidiebeleid. Thematische projectoproepen die zich richten tot de verenigingssector zijn fundamentele instrumenten om projecten te ondersteunen die gevoerd worden door deskundigen en die tegemoetkomen aan de behoeften en de realiteit op het terrein.

Zo werd eind 2019 een projectoproep uitgeschreven die specifiek gericht was op acties ter bestrijding van racisme in aanloop naar 21 maart 2020. In het kader daarvan werden 42 projecten ingediend door verenigingen, waarvan er 26 geselecteerd werden. Drie daarvan waren specifiek toegespitst op het thema antisemitisme. Het betreft de volgende projecten:
- Mouvement contre le Racisme, l'Antisémitisme et la Xénophobie - Cérémonie Ma Plume Contre le Racisme: project ontwikkeld uitgaande van het lot en het engagement van Simone Veil;
- Joods museum van België: project gerealiseerd met jongeren van het Lycée Guy Cudell uit Sint-Joost;
- Magma - A côté de toi : radiodocumentaire over Joodse jongeren in Brussel.

Deze projectoproepen zijn mijns inziens ook een fundamentele tool om continu in dialoog te blijven met de verenigingen die tegen racisme strijden en voor gelijke kansen ijveren in het Gewest.

Zoals ik u reeds heb meegedeeld, ontmoet ik regelmatig leden van het maatschappelijk middenveld die betrokken zijn in de strijd tegen alle vormen van racisme en discriminatie. Door deze gesprekken krijgen we meer inzicht in deze problematiek en kunnen we de juiste maatregelen treffen.

Naast de projectoproepen is ook de wetgeving een onontbeerlijke tool om de strijd tegen racisme aan te gaan. Het Gewest spreekt al jaren over een kaderordonnantie inzake antidiscriminatie, die harmonie moet brengen in de wetgeving van alle gewestelijke bevoegdheden. Daarom werden codificatiewerkzaamheden gestart.

In het verlengde van de versterking van de wetgeving moet men meer inzetten op melding en op laagdrempelige hulpverlenings- en politiediensten. Voorts moet ook de rapportering aangescherpt worden.

Ik heb al een ontmoeting belegd met een aantal verantwoordelijken bij de politie over dit onderwerp. Laatstgenoemden werken, samen met de verenigingswereld, actief aan het opvoeren van de gedetailleerde rapportering door de politiediensten.

Uiteraard moet bestraffing voorafgegaan worden door preventie en sensibilisering. Daarom zal in 2021 een campagne tegen racisme, en meer bepaald tegen antisemitisme, gelanceerd worden, die zich specifiek zal richten op jongvolwassenen (door gebruik te maken van communicatiekanalen die geschikt zijn om deze leeftijdsgroep te bereiken). Deze campagne moet jongvolwassenen informeren, sensibiliseren en oproepen om actief mee te werken aan de bestrijding van antisemitisme en alle andere vormen van racisme, en om de Brusselse etnisch-culturele diversiteit te valoriseren en te promoten door hen te vragen stereotypen te helpen doorbreken en zo discriminatie te voorkomen. In het kader van deze campagne zullen projectoproepen worden uitgeschreven om verenigingen die actief zijn in dit domein de kans te geven eraan mee te werken.