Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de interministeriële conferentie over vrouwenrechten op 26 juni 2020.

Indiener(s)
Viviane Teitelbaum
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 321)

 
Datum ontvangst: 06/07/2020 Datum publicatie: 16/12/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 30/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/09/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op 26 juni jongstleden werd de tweede interministeriële conferentie over de vrouwenrechten gehouden, die in het leven werd geroepen om een structurele samenwerking tussen alle machtsniveaus tot stand te brengen voor het bestrijden van geweld tegen vrouwen.

Het uiteindelijke doel is om zo concreet mogelijke maatregelen voor te stellen om deze plaag te bestrijden. Wij hebben in het persbericht kunnen lezen dat u daarvoor beslist heeft om vier werkgroepen te vormen vanuit de verschillende kabinetten binnen deze IMC, op basis van de volgende vier punten: bescherming - preventie - vervolging - geïntegreerd beleid.

Hoewel ik de oprichting van deze verschillende werkgroepen en de voortzetting van deze dynamiek toejuich, wil ik terugkomen op een aantal punten om ervoor te zorgen dat de follow-up van deze IMC doeltreffend is, want als er één ding is dat we hebben gezien met betrekking tot geweld tegen vrouwen, dan is het wel dat aankondigingen legio zijn, maar dat ze zelden een vervolg krijgen.

Als we beginnen met het bekijken en evalueren van het vorige NAP, zien we namelijk dat verschillende maatregelen niet werden uitgevoerd, ofwel omdat de toegekende middelen niet toereikend waren, ofwel omdat er geen becijferde doelstellingen werden opgelegd, ofwel omdat de gebruikte term de aanbevelingen niet-bindend maakte.

Het is daarom noodzakelijk om, naast de uitvoering van de aanbevelingen, aanzienlijke overheidsmiddelen hiervoor uit te trekken.

Kunt u mij vertellen of er tijdens deze IMC besprekingen over de begroting hebben plaatsgevonden tussen de ministers? Gaan jullie allemaal akkoord met de noodzaak om hieraan meer middelen toe te wijzen?

Een van de belangrijkste actielijnen die voor de werkgroep "geïntegreerd beleid" zijn gekozen, is de ontwikkeling en uitvoering van het nieuwe NAP 2020-2025. In dit stadium wordt het NAP nog opgesteld. Kan u ons zeggen hoever het staat met de voltooiing ervan? Wanneer zal het ons worden voorgelegd en wat is het tijdschema voor de goedkeuring ervan door de verschillende parlementen?

Bovendien zou binnen deze vier punten naar mijn mening bijzondere nadruk kunnen worden gelegd op de preventie-as. Want we willen natuurlijk vooral voorkomen dat deze gewelddaden zich voordoen. Dit impliceert een globaal en gecoördineerd preventiebeleid op alle gebieden (onderwijs, media, bijscholing, werkgelegenheid, sociale en gezondheidsdiensten, politie, justitie, overheidsdiensten, enz. In dit verband vind ik dat de maatregelen die door de WG "preventie-bewustmaking" werden bepaald vooral gericht zijn op bewustmaking, maar heel weinig op preventie. Dat is jammer. Welk standpunt heeft het Gewest verdedigd?

Bovendien zie ik niets over preventie binnen de genoemde werkgroep, een gemiste kans dus. Kunt u mij vertellen waarom dit aspect slechts zeer terloops in de verschillende agendapunten van de IMC werd opgenomen? Heeft de gewestregering plannen om preventieve maatregelen te nemen? Wat gaat u doen om de mannen meer verantwoordelijkheidszin te geven?

Tot slot nog een laatste vraag, komt cyberpesten aan bod in de IMC inzake geweld tegen vrouwen?
 
 
Antwoord    In dit stadium focussen de voorbereidende besprekingen in de IMC zich op gezamenlijke acties die overkoepelend op alle beleidsniveaus kunnen worden uitgevoerd om geweld tegen vrouwen aan te pakken. Daarom zijn er nog geen begrotingsbesprekingen op de agenda gezet.
Na afloop van de werkzaamheden van de vier groepen die momenteel overleg plegen, zal de interministeriële conferentie binnenkort, waarschijnlijk in de loop van december 2020, opnieuw bijeenkomen om kennis te nemen van de conclusies van de werkgroepen en om overeenstemming te bereiken over de implementering van concrete maatregelen.

De uitvoering van het NAP 2020-2025 wordt gecoördineerd en opgesteld door de federale teams, in samenwerking met het IGVM. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is dus niet betrokken bij de uitvoering ervan. De kwestie werd in de IMC behandeld, zodat iedereen in staat was kennis te nemen van de vooruitgang, maar de politieke situatie op federaal niveau heeft ertoe geleid dat de kwestie tot op heden nog niet kon worden afgerond. Het aantreden van de nieuwe federale regering zal de verantwoordelijke teams in staat stellen om vooruitgang te boeken.

De thema’s van de werkgroep omtrent preventie en bewustmaking werden veelvuldig besproken in de IMC, en net als de andere thema's komen ze in alle werkgroepen op een transversale manier aan bod.
We herinneren er bovendien aan dat de IMC nog steeds aan de gang is en dat de uitwisselingen nog steeds plaatsvinden door middel van verschillende gevarieerde technische methoden. Het is daarom in dit stadium nog niet mogelijk om conclusies te trekken in verband met de besprekingen of de behandelde thema's.

Natuurlijk willen de IMC-leden zich niet beperken tot een opsomming van goede bedoelingen. De situatie vereist dat er overeenstemming moet worden bereikt over concrete maatregelen die moeten worden doorgevoerd. Hiertoe moeten alle entiteiten het eens worden, rekening houdend met de verschillende standpunten en oriëntaties. Daarom verlopen de uitwisselingen volgens een duidelijke structuur. Elk van de door u genoemde thema's is uiteraard aan de orde gekomen en vormt een aanvulling op de verschillende bestaande actieplannen.
Hoewel de werkgroepen zich baseren op de 4 pijlers van het Verdrag van Istanbul, volgen de besprekingen tussen de regels door ook de aanbevelingen die in het recente verslag van de Groep van experts inzake de bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (GREVIO) worden gedaan. Op die manier kunnen gerichte concrete maatregelen voor de toekomst worden bepaald.

Bovendien heeft de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, zoals u weet, onlangs een Brussels gewestelijk plan voor de bestrijding van geweld tegen vrouwen gelanceerd. We werken nu samen met de operatoren, de verenigingswereld, de besturen en alle personen die dit plan mee aansturen om de maatregelen operationeel te maken.
Tot slot kan ik met betrekking tot het in aanmerking nemen van cyberpesten bevestigen dat alle vormen van geweld tegen vrouwen in het kader van de IMC bijzondere aandacht krijgen.

Bovendien zal een colloquium over dit onderwerp worden georganiseerd in samenwerking met ons bestuur Brussel Plaatselijke Besturen dat een beroep zal doen op de expertise van Aurélie Latourès van het Centre Hubertine Auclert in Parijs. Dit project was al gepland in december vorig jaar, maar moest worden uitgesteld na de stakingen waardoor de activiteiten van de SNCF werden lamgelegd.