Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende transparantie in de procedures voor de toewijzing van de niet-sociale openbare woningen.

Indiener(s)
Bertin Mampaka Mankamba
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 327)

 
Datum ontvangst: 22/06/2020 Datum publicatie: 16/12/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 27/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
01/10/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De ordonnantie van 18 december 2008, die in werking is getreden op 28 juli 2009, heeft in de Huisvestingscode een hoofdstuk IV betreffende de regels voor de toewijzing van de niet-sociale openbare woningen ingevoegd. De regels zijn vastgesteld met het oog op transparantie en billijkheid en zijn vrij recent.

In 2014 werd de Huisvestingscode hervormd en heeft de wetgever correcties aangebracht in hoofdstuk IV om de door de praktijk aan het licht gebrachte beperkingen en problemen te verhelpen en bijzondere aandacht te besteden aan de harmonisering van de toewijzingsprocedures voor alle openbare, niet-sociale vastgoedoperatoren. Het gaat om alle soorten woningen, met uitzondering van de transitwoningen (zoals omschreven in de Huisvestingscode). De regels zijn zelfs van toepassing wanneer de woning wordt beheerd en verhuurd door een derde partij die geen sociaal verhuurkantoor is. Vanaf 2014 is het dus niet meer mogelijk de wettelijke voorschriften op dat gebied te omzeilen.

De op 19 april 2018 aangenomen ordonnantie ter versterking van goed bestuur in de openbare huisvestingssector - waartoe uw voorganger het initiatief heeft genomen - strekt er onder meer toe de procedures voor de toewijzing van openbare woningen transparanter en ethischer te maken, teneinde misbruiken te voorkomen. Ze is ook van toepassing op alle satellietinstellingen van de gemeenten en OCMW’s.

We herinneren ons nog allemaal de polemiek, die door de crisis van de Samusocial weer oplaaide, in verband met de woning van het OCMW van de Stad Brussel die aan een openbare mandataris werd verhuurd. Aan de andere kant van het kanaal, in de gemeente Molenbeek, waren eveneens schandalen met openbare woningen die aan familieleden van schepenen waren toegewezen.

In dat verband is de interessantste bepaling van de voornoemde ordonnantie van 2018 de nieuwe grondslag voor de onafhankelijke commissie en de standaardregels voor de toewijzing. De woningen van de gemeenten en de OCMW's zullen namelijk opnieuw worden toegewezen op basis van standaardregels en op verplicht eensluidend advies van een onafhankelijke commissie waarvan de samenstelling en de werkwijze worden bepaald door de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn.

De ordonnantie volgt vier belangrijke principes inzake transparantie:
- de onafhankelijke commissie weer invoeren en haar advies weer verplicht maken,
- haar onafhankelijkheid beschermen,
- de vertegenwoordiging van de OCMW’s waarborgen,
- het pluralisme van de commissieleden waarborgen in plaats van de politieke mandatarissen uit te sluiten, teneinde de onpartijdigheid en objectiviteit bij de toepassing van de toewijzingsregels te waarborgen.

Na de wijziging van de Huisvestingscode van 2014, die de leden van de toewijzingscommissie verbood een openbaar mandaat uit te oefenen, heeft de Raad van State aangevoerd dat de Brusselse regering niet bij wet gemachtigd was om de beslissingsbevoegdheid van de gemeenten en de OCMW's in die aangelegenheid te beperken. Het belang van een dergelijke procedure, die gebaseerd is op de praktijk van Sint-Jans-Molenbeek, bestaat erin dat de "associatieve partners en actoren op het terrein die dagelijks naast de betrokken gemeentelijke diensten werken (huisvesting, welzijn, wijkcontracten)" bij het besluitvormingsproces worden betrokken.

De commissie moet rekening houden met de chronologische volgorde van het register van de vastgoedoperator en de toewijzingscriteria van het gemeentelijk reglement op een eerlijke manier toepassen. Ze beschikt evenwel over een beoordelingsmarge wanneer de voorwaarden voor het verlenen van een vrijstelling vervuld zijn.

Afwijkingen zijn dus toegestaan in verschillende gevallen die verband houden met extreme urgentie, handicap, bejaarden, overplaatsing, herhuisvestingsplan met het oog op renovatie.

Bijna een jaar na de inwerkingtreding van de nieuwe regeling voor de toewijzing van de woningen voor de openbare vastgoedoperatoren, met uitzondering van de OVM’s, had ik graag geweten wat de stand van zaken is met betrekking tot de transparantie in de procedures voor de toewijzing van de openbare woningen.

In dat verband had ik u graag de volgende vragen gesteld:

- De openbare vastgoedoperatoren zijn ertoe verplicht, zoals bepaald in artikel 25 van de Huisvestingscode, niet alleen het toewijzingsreglement, maar ook een jaarlijkse inventaris van de woningen te bezorgen aan de toezichthoudende overheid en het gewestbestuur. Hebben alle openbare vastgoedoperatoren tot nu toe hun toewijzingsreglement en de jaarlijkse inventaris ingediend voor het jaar 2019? Is dat niet het geval, kunt u dan uitleggen waarom de operatoren de wettelijke vereisten in dat verband niet konden in acht nemen en welke maatregelen u hebt getroffen om hen daartoe te dwingen?

- Heeft elke gemeenteraad of raad voor maatschappelijk welzijn wel degelijk een onafhankelijke commissie voor elke vastgoedoperator (OCMW, OCMW-bijhuis of gemeente) of een gemeenschappelijke commissie voor meerdere van die operatoren aangesteld, zoals bepaald in het nieuwe artikel 28bis van de Huisvestingscode?

- Wordt het principe van pluralisme nageleefd? Zijn er commissies waarin geen enkele openbare mandataris zitting heeft? Bestaan er ook commissies waarin alleen openbare mandatarissen zitting nemen en die dus geen enkele actor op het terrein tellen?

- Worden de termijnen voor de kennisgeving van de toewijzing van een openbare woning in acht genomen? Waren er vertragingen bij de kennisgevingen in 2019? Zo ja, hoeveel en welke openbare operatoren waren daarbij betrokken?

- Het reglement van elke vastgoedoperator moet voorzien in een mogelijkheid van beroep. Hoeveel beroepen werden in 2019 ingesteld tegen het advies van een toewijzingscommissie? Om welke operatoren gaat het? Zijn er recurrente redenen om beroep in te stellen?

- Wat is, tot slot, uw oordeel over de uitvoering van de ordonnantie en meer in het bijzonder over de toewijzingscommissies en de strikte naleving van de regels inzake billijkheid en transparantie die ertoe strekken ons te beschermen tegen nieuwe schandalen of ontsporingen? Welke maatregelen denkt u te treffen op basis van die evaluatie om het werk van uw voorganger voort te zetten?
 
 
Antwoord    In het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2017 zijn regels vastgelegd die van toepassing zijn op de woningen die door openbare vastgoedbeheerders en door de sociale verhuurkantoren te huur worden gesteld. Dit besluit werd genomen om een einde te maken aan het juridisch vacuüm dat was ontstaan na de nietigverklaring van het regeringsbesluit van 27 juni 2014 houdende de regels die van toepassing zijn op de woningen die door openbare vastgoedoperatoren en door sociale verhuurkantoren te huur worden gesteld, en herneemt in essentie de bepalingen van het vernietigde besluit.

In dit besluit worden modelreglementen voor de toewijzing van woningen vastgelegd, voor elke categorie van openbare vastgoedoperator. Deze modelreglementen bevatten dwingende bepalingen die rechtstreeks voortvloeien uit de bepalingen van de Huisvestingscode en ook facultatieve bepalingen die aan de operator voorgesteld worden.

Overeenkomstig artikel 4 van dit besluit moet de openbare vastgoedbeheerder, zodra het toewijzingsreglement werd goedgekeurd, dit reglement op toegankelijke wijze op zijn website publiceren, of een kopie overmaken aan iedereen die dat vraagt. Voorts wordt het toewijzingsreglement aan de gewestelijke administratie belast met Huisvesting meegedeeld. De gemeenten en de OCMW’s sturen het ieder afzonderlijk ook door naar de gewestelijke administratie die belast is met het toezicht op de gemeenten / OCMW’s. Deze regels gelden ook bij een wijziging van het reglement.

De gewestelijke administratie belast met Huisvesting (Brussel Huisvesting) analyseert vervolgens de wettigheid van het reglement.

Van de 66 openbare vastgoedoperatoren zijn er 15 die geen openbare woningen beheren.

Van de 51 in 2020 te ontvangen reglementen heeft Brussel Huisvesting er 50 ontvangen. Enkel SVKS heeft het toewijzingsreglement nog niet bezorgd, en dit omwille van administratieve problemen en een recente vervanging van de directeur. De nieuwe directeur van het SVKS heeft bevestigd dat hij het toewijzingsreglement zeer binnenkort zal bezorgen.

Voor de rest:
- 29 toewijzingsreglementen werden conform verklaard;
- 18 reglementen werden juridisch geanalyseerd. De betrokken openbare vastgoedoperatoren passen momenteel hun toewijzingsreglement aan op basis van deze juridische analyse van Brussel Huisvesting. Vervolgens moeten deze vastgoedoperatoren hun aangepaste toewijzingsreglement nog naar Brussel sturen voor een tweede juridische analyse.
- 3 toewijzingsreglementen worden momenteel door Brussel Huisvesting geanalyseerd.


Wat betreft de jaarlijkse inventaris van het openbarewoningenbestand, stuurt het Observatiecentrum van Brussel Huisvesting een verzoek naar de openbare vastgoedoperatoren om hun inventaris door te geven. Op basis van deze jaarlijkse inventarissen kan het Observatiecentrum van Brussel Huisvesting de situatie van de bestaande sociale huurwoningen in openbaar beheer opvolgen. De uiterste datum is 1 juli. Na deze datum moet Brussel Huisvesting herinneringen sturen.

Momenteel worden de gegevens van 2019 nog verzameld en geanalyseerd. De openbare vastgoedoperatoren krijgen een schema en instructies zodat de gegevens goed kunnen worden verwerkt.

Wat betreft de vragen over de onafhankelijke toewijzingscommissies binnen de openbare vastgoedoperatoren: via de toewijzingsreglementen controleert Brussel Huisvesting dat deze commissies de wettelijke regels inzake de samenstelling naleven. Bovendien heeft Brussel Huisvesting geen toezicht op de openbare vastgoedoperatoren en niet de bevoegdheid om hun interne organisatie of hun toewijzingsbeslissingen te controleren, afgezien van het beroep zoals bedoeld in artikel 32, §2 van de Huisvestingscode.


Wat de evaluatie van deze maatregel betreft: de oprichting van deze commissies is een recent gegeven, aangezien de oorspronkelijke tekst gedeeltelijk nietig verklaard is door het Grondwettelijk Hof. Laten we de commissies dus eerst de tijd geven om zich te organiseren, voordat we een evaluatie plannen.