Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de taalkennis voor sociale huurders.

Indiener(s)
Mathias Vanden Borre
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 335)

 
Datum ontvangst: 24/09/2020 Datum publicatie: 21/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 20/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
01/10/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Sinds 1 november 2017 moeten nieuwe sociale huurders in Vlaanderen de taalkennis Nederlands van niveau A1 van het Europees Referentiekader voor Talen (ERK) bewijzen. De Vlaamse Wooncode werd hiertoe aangepast door het decreet van 10 maart 2017. De sociale huurder moet aldus aantonen dat hij, binnen 1 jaar nadat de huurovereenkomst gestart is, voor Nederlands het taalniveau A1 van het ERK heeft.

Als de huurder het taalniveau niet haalt, en niet aantoont dat hij onder een uitzondering valt, kan een administratieve geldboete opgelegd worden. Een ontbinding van het huurcontract is niet mogelijk. De taalkennisvereiste is aldus een blijvende huurdersverplichting, maar geen voorwaarde om te kunnen inschrijven of toegelaten te worden tot de sociale huur. De verplichting om het taalniveau te behalen blijft gelden totdat de huurder er effectief aan voldoet. Er kan dus herhaaldelijk een boete opgelegd worden.

De sociale verhuurder of zijn gemachtigde kan vaststellen dat een (kandidaat) huurder de vereiste basistaalvaardigheid Nederlands verworven heeft. Deze medewerkers van de Sociale Huurmaatschappij (SHM) of het Sociaal Verhuurkantoor (SVK) moeten daarvoor wel een opleiding gevolgd hebben bij een van de organisaties die het integratie- en inburgeringsbeleid uitvoeren (zoals het Agentschap Integratie en Inburgering).

In het arrest nr. 136/2019 van 17 oktober 2019 oordeelde het Grondwettelijk Hof dat de taalkennisvereiste de Grondwet niet schendt en geen afbreuk wordt gedaan aan het niveau van bescherming van het recht op huisvesting. Het Hof stelde vast dat de inschrijving als kandidaat-huurder en het toewijzen van een sociale woning als zodanig niet aan een taalvoorwaarde wordt onderworpen en dat de tekortkoming met betrekking tot de taalkennisvereiste an sich niet kan leiden tot een opzegging van de huurovereenkomst. Er zijn bovendien uitzonderingen voorzien en de taalkennisvereiste dient pas voldaan te zijn binnen één jaar na de start van de huurovereenkomst. Als de huurder om beroepsmatige, medische of persoonlijke redenen tijdelijk niet in staat is om binnen die termijn aan de taalkennisvereiste te voldoen, krijgt hij een jaar uitstel. De huurder heeft bovendien toegang tot een ruim aanbod kosteloze cursussen Nederlands. Tenslotte oordeelde het Hof dat de taalkennisvereiste ervoor zorgt dat de huurder de draagwijdte van zijn rechten en plichten als huurder beter begrijpt en een vlotte communicatie bijdraagt aan de leefbaarheid en veiligheid van sociale wooncomplexen. Vooral deze leefbaarheid en veiligheid van sociale wooncomplexen lijkt mij een belangrijk argument, zeker ook in de Brusselse context.

In de beleidsnota Wonen van de Vlaamse minister wordt bovendien bepaald dat de taalkennisvereiste zal aangescherpt worden (naar niveau A.2) om sociale huurders te versterken en te emanciperen. Daarnaast zal de minister ook de huurdersverplichting invoeren dat inactieve sociale huurders zich moeten inschrijven bij de VDAB om alzo gestimuleerd te worden om aan werk te geraken.

Ik pleit ervoor in Brussel eveneens een taalkennisvereiste in te voeren aangezien een voldoende kennis van het Nederlands of Frans de eerste stap is om volwaardig deel uit te maken van onze samenleving en te kunnen communiceren met medehuurders en de sociale verhuurder.

Ik had u hierover graag de volgende vragen gesteld.

1. Heeft u een zicht op het aantal sociale huurders dat noch Nederlands noch Frans beheerst? Zo ja, over welke aantallen gaat het?;

2. Heeft u een zicht op de gevolgen van het niet beheersen van de officiële talen van het gewest op de leefbaarheid en veiligheid van sociale wooncomplexen, gelet ook op het gebrek aan communicatie met medehuurders en de sociale verhuurder?;

3. Welke acties onderneemt u om de taalkennis van de sociale huurders te bevorderen? Waarom wordt er geen taalkennisvereiste ingevoerd, gelijkaardig aan hetgeen in Vlaanderen bestaat?;

4. Heeft u een zicht op het aantal sociale huurders dat inactief is op de arbeidsmarkt? Zo ja, over welke aantallen gaat het? Overweegt u om een huurdersverplichting in te voeren dat inactieve sociale huurders zich moeten inschrijven bij Actiris of VDAB Brussel?
 
 
Antwoord    De BGHM beschikt niet over statistieken met betrekking tot het aantal sociale huurders dat geen Nederlands of Frans spreekt.

Wat de mogelijke gevolgen betreft van een gebrek aan kennis van de officiële talen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de leefbaarheid en de veiligheid van sociale woningcomplexen, hebben de OVM’s nooit een dergelijk probleem gemeld aan de BGHM.

Er moet, met betrekking tot de acties ter bevordering van de talenkennis van sociale huurders, op worden gewezen dat de voorwaarden voor de toegang tot sociale huisvesting in de regelgeving zijn vastgelegd. Deze voorwaarden luiden als volgt:

1.
Eigendom
Het gezin van de kandidaat-huurder mag geen enkel lid omvatten dat eigenaar is van een onroerend goed in België of in het buitenland, behalve in uitzonderlijke gevallen. Indien de kandidaat-huurder een valse verklaring aflegt, wordt zijn aanvraag geschrapt, d.w.z. geannuleerd. Als de fraude wordt ontdekt nadat hij een woning heeft verkregen, kan de huurovereenkomst worden beëindigd.

2.
Inkomen
Het belastbaar inkomen mag niet hoger zijn dan een bepaald plafond.

3.
Ontstentenis van geschil
Als de kandidaat reeds huurder is geweest van een OVM, moet hij aan al de verplichtingen voldaan hebben (betalen van huur, lasten en respect voor de woonplaats) om zich opnieuw te kunnen inschrijven bij die OVM. Indien dat niet het geval is, dan kan zijn kandidatuur als onontvankelijk worden beschouwd.

4.
Verblijf in België
Minstens 1 gezinslid dat geen kind ten laste is, moet ingeschreven zijn in het bevolkings- of vreemdelingenregister van een gemeente in België. Als de kandidaat-huurder niet aan deze voorwaarde voldoet, kunnen anciënniteitsrechten worden opgebouwd door een aanvraag in te dienen bij een OVM.

Er is bijgevolg geen toekenningsvoorwaarde in verband met taalvaardigheid.

Anderzijds bieden verschillende Projecten voor Sociale Cohesie binnen sociale woonwijken alfabetiseringslessen aan.

Ten slotte ontvangen 6.928 van de 35.887 huurders een werkloosheidsuitkering.

Personen die dit soort uitkeringen genieten, zijn in principe ingeschreven bij Actiris. Een van de stappen om een werkloosheidsuitkering te verkrijgen is immers de inschrijving (tenzij u bent vrijgesteld) als werkzoekende bij de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling, in dit geval Actiris voor Brussel.