Schriftelijke vraag betreffende het aanplakken van verkiezingsaffiches tijdens de verkiezingsperiode
- Indiener(s)
- Bertin Mampaka Mankamba
- aan
- Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 367)
Datum ontvangst: 08/09/2020 | Datum publicatie: 22/12/2020 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 19/20 | Datum antwoord: 18/11/2020 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
06/10/2020 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | Ten gevolge van de zesde Staatshervorming werd het aanplakken van verkiezingsaffiches op 22/2/2019 overgedragen aan de minister-president. U hebt hierover een ministerieel besluit genomen. De wet staat u toe om controlemaatregelen te nemen bij de aangeklaagde gemeenten. Het huidige systeem vergemakkelijkt en gedoogt echter afrekeningen tussen de kandidaten. Met name de schepenen en burgemeesters van de tegenpartijen die uw besluit en de administratieve boetes gebruiken om zware financiële sancties op te leggen aan de concurrenten en politieke tegenstanders. Mijn vragen zijn als volgt: - Hebben kandidaten die ten onrechte werden gesanctioneerd door bepaalde gemeenten zich tot u gewend? - Kunt u ons voor de verkiezingen van oktober 2018 en de gewestverkiezingen van mei 2019 vertellen hoeveel processen-verbaal per gemeente werden opgesteld? - Hoeveel geld vertegenwoordigt dat? - Kunt u ons uitleggen welke argumenten het verschil in boetes tussen gemeenten rechtvaardigen? (grootte van de affiche, plaats van plakken, enz.)? |
Antwoord | Deze vraag valt onder de bevoegdheid van de Minister voor Plaatselijke Besturen. Ik ben dan ook zo vrij u hiervoor te verwijzen naar mijn collega, Minister B. Clerfayt. |