Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de uniformisering van de sirenes in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 510)

 
Datum ontvangst: 21/09/2020 Datum publicatie: 11/11/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 04/11/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
06/10/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Recent mocht ik Dhr. Pascal Smet, Staatssecretaris bevoegd voor DBDMH, schriftelijk ondervragen omtrent de lawaaihinder die wordt veroorzaakt door de sirenes van de brandweerdiensten (cf. schriftelijke vraag nr. 219).

In zijn antwoord bevestigde Dhr. Smet dat er vanuit Leefmilieu Brussel reeds een initiatief werd opgestart om hieromtrent meer eenvormigheid te bewerkstellingen: “Het is daarbij de bedoeling om één enkel referentiekader te definiëren voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (…). Na een technische studie die onder de vorige legislatuur werd opgestart, heeft Leefmilieu Brussel recent een juridische studie laten uitvoeren. Leefmilieu Brussel zal op basis daarvan aan een besluit werken, in nauw overleg met alle betrokken actoren.”

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Kan u toelichten welke bevindingen en conclusies zijn voortgevloeid uit de juridische studie omtrent dit onderwerp? Kan u duiden wie deze studie heeft uitgevoerd en welke concrete aspecten hierbij werden bestudeerd?

- In hoeverre werd reeds vastgesteld hoe die uniformisering er moet komen wat betreft de sterkte en frequentie van de sirenes? Hebt u reeds beslist dat het aantal decibels en de gebruikte frequenties lager moeten?

- In hoeverre heeft Leefmilieu Brussel hieromtrent reeds overleg gepleegd met alle betrokken actoren (DMDMH, politie, brandweer- en hulpdiensten, geldtransport, MIVB, Sibelga etc.)? Welke vaststellingen en conclusies kwamen er reeds voort uit dit overleg? Hebt u reeds zicht op de aanpassingen die zij zullen moeten doorvoeren om hun sirenes te laten passen in het vooropgestelde referentiekader? Zo ja, kan u dit toelichten?

- Kan u duiden wanneer de oefening omtrent dit referentiekader afgerond zou moeten worden? Wanneer zou dit kader in werking moeten treden? Hebt u reeds onderzocht in hoeverre er een overgangsperiode ingesteld kan worden om alle betrokken actoren de tijd te geven om hun sirenes aan te passen aan het nieuwe kader? Kan u duiden welke stappen daaromtrent nog genomen dienen te worden en welk tijdspad daartoe voorzien is?
 
 
Antwoord    1/

De juridische studie die in juni van dit jaar werd aangevat, loopt momenteel nog en de conclusies ervan werden nog niet afgerond.

Zij heeft tot doel de bevoegdheden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te identificeren met betrekking tot de regeling van het gebruik in de ruimste zin van speciale geluidstoestellen voor prioritaire voertuigen ten aanzien van de bevoegdheden van de federale staat en de Gemeenschappen.

Deze studie evalueert ook de belangrijkste actiehefbomen die momenteel van kracht zijn en onderzoekt de mogelijke uitvoeringspistes voor de goedkeuring van een wettelijk kader met betrekking tot het gebruik van speciale geluidstoestellen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Het kantoor SPHERE Avocats werd aangesteld om deze studie uit te voeren.

De opdracht behelst ook het begeleiden van Leefmilieu Brussel bij het opstellen van een toekomstig gewestelijk wetgevingskader.

Zoals u aanhaalt, vormt deze studie een aanvulling op een aantal onderzoeken die eerder op dit gebied werden uitgevoerd, te weten een Benchmarkingstudie, perceptieonderzoeken bij Brusselaars en ziekenhuizen, meetcampagnes en klachtenopvolgingen.


2/

De mogelijkheid om het maximale geluidsniveau van speciale geluidstoestellen bij de immissie (ontvangst) te beperken, zowel wat betreft het volume als de frequentie, is een van de opties die in dit stadium worden overwogen in het licht van de bevoegdheden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Met uitzondering van de DBDMH-voertuigen bestaat er momenteel in Brussel immers geen enkele geluidsrichtlijn/-verplichting voor andere diensten die dringende opdrachten uitvoeren (politie, private ziekenwagens, MIVB, Sibelga, ...).

Bovendien blijft alleen de federale staat bevoegd om te bepalen wie er gebruik mag maken van speciale geluidstoelstellen en onder welke omstandigheden, dit voornamelijk op grond van de Wegcode.

De huidige uitdaging bestaat er dan ook in frequentiegebieden en geluidsniveaus vast te stellen die de blootstelling van personen aan geluidshinder verminderen en tegelijkertijd het veilige verkeer van prioritaire voertuigen mogelijk maken, rekening houdend met de bijzondere verkeersomstandigheden en het relatief hoge niveau van het omgevingslawaai in steden.


3/

In het kader van de invoering van een nieuw wetgevingskader is er nog geen overleg met de sector geweest.

In 2019, werden echter al werkvergaderingen gehouden met de belangrijkste gewestelijke instanties die gebruik maken van speciale geluidstoestellen, te weten BPV en de DBDMH, en met het ministerieel kabinet dat bevoegd is voor private ziekenwagens.

Het doel was toen om structurele oplossingen te onderzoeken die op het niveau van elk van deze organen konden worden geïmplementeerd.

Tijdens dit overleg, werd gewezen op het ontbreken van een wettelijk kader voor bepaalde urgentievoertuigen (met uitzondering van de voertuigen voor dringende medische hulpdiensten, publieke brandbestrijdingsdiensten en civiele beschermingsdiensten) en op de dubbelzinnigheid van het begrip "noodgeval" (niet gedefinieerd door de Wegcode).

De ongerustheid van de actoren uit de sector heeft ook betrekking op het feit dat zij in het kader van hun prioritaire opdracht gehoord moeten worden opdat de voertuigen hen vrije doorgang zouden verschaffen.

Wat de aanpassing van de voertuigen betreft, werden ook contacten gelegd met bepaalde sireneleveranciers en onderdelenfabrikanten.


4/

In dit stadium werd er nog geen datum voorzien voor de vaststelling van een eventueel regelgevend kader voor de beperking van het geluidsniveau van speciale geluidstoestellen.

Zoals hierboven vermeld, zijn de onderzoeken, de goedkeuring van de beginselen en de technische studies nog steeds aan de gang.

De juridische studie zou tegen het einde van dit jaar afgerond moeten zijn en er wordt momenteel gewerkt aan een ontwerpbesluit.

In de loop van 2021, zou een eerste versie vorm moeten hebben gekregen en zou een overleg met alle belanghebbenden van start moeten gaan.

In ieder geval wordt bij een nieuwe wetgeving een overgangsperiode overwogen om de verschillende actoren uit de sector de tijd te bieden om aan de normen te voldoen en hun bestaande voertuigen of de technische clausules van hun BLB voor de aankoop van nieuwe voertuigen aan te passen.

Er zouden ook specifieke akkoorden of kaderakkoorden kunnen worden ondertekend om specifieke en progressieve voorwaarden voor de naleving vast te stellen.

Deze elementen zullen worden beoordeeld tijdens het overleg met de betrokken actoren.