Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de evaluatie van de Brusselse ambtenaren.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 185)

 
Datum ontvangst: 21/09/2020 Datum publicatie: 29/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 29/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
06/10/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Zoals u weet, voorziet de Brusselse regelgeving dat elke ambtenaar een jaarlijks evaluatiegesprek zou moeten krijgen. Zowel voor de ambtenaar als voor de overheidsadministratie in kwestie hebben zowel evaluatie- als functioneringsgesprekken (die een minder groot beoordelingskarakter hebben, maar wel dienen om duidelijke afspraken te maken over de verwachtingen en competenties) een belangrijke waarde.

Tijdens de vorige legislatuur mocht mijn partijgenoot Paul Delva hieromtrent reeds een schriftelijke vraag stellen aan Mevr. Fadila Laanan, toenmalig Minister bevoegd voor Openbaar Ambt (cf. schriftelijke vraag nr. 533). Daaruit bleek dat die jaarlijkse evaluatiegesprekken in amper 1 op de 4 gevallen effectief plaatsvonden, waarbij dan nog amper negatieve evaluaties (5 op een totaal van 368 evaluaties voor 1725 ambtenaren) opgetekend werden.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Op welke manier worden de Brusselse ambtenaren geëvalueerd sinds het begin van deze legislatuur? Zijn er wijzigingen doorgevoerd aan het evaluatiebeleid sinds de installatie van deze Regering? Op welke manier wordt de achterstand in evaluatiegesprekken weggewerkt en wordt dit een kernelement in de werking van het GOB? Welk actieplan hebt u hierbij opgemaakt? Wanneer moet dit in werking treden?

- Welke methode wordt gebruikt om de ambtenaren te evalueren? Wie voert deze evaluaties uit en wie wordt hier nog bij betrokken? Gebeurt dit op jaarbasis? Zo nee, op welke basis dan?

- Hoeveel evaluaties werden er in tweede helft 2019 en tijdens het eerste semester van 2020 in de Gewestelijke Overheidsdienst uitgevoerd per bestuur? Wat was daarbij per bestuur het percentage ambtenaren dat werd geëvalueerd tegenover het totaal aantal tewerkgestelde ambtenaren? Wat was het percentage negatieve evaluaties per bestuur? Welk gevolg werd er gegeven aan die negatieve evaluaties?

- Hoeveel evaluaties werden er in 2019 en tijdens het eerste semester van 2020 per instelling van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (categorie A en B) uitgevoerd? Wat was per instelling het percentage ambtenaren dat werd geëvalueerd tegenover het totaal aantal tewerkgestelde ambtenaren? Wat was het percentage negatieve evaluaties per instelling van openbaar nut? Welk gevolg werd er gegeven aan die negatieve evaluaties?

- Worden er ook functioneringsgesprekkingen gevoerd binnen de overheidsadministratie? Gebeurt dit op regelmatige basis? Zo nee, waarom niet?

- Worden er functioneringsgesprekken gevoerd binnen de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Gebeurt dit op regelmatige basis? Zo nee, waarom niet?
 
 
Antwoord    1/

De evaluaties verlopen sinds het begin van deze legislatuur op dezelfde wijze als tijdens de vorige legislatuur, namelijk op basis van de artikelen 131 tot 154 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel en de artikelen 124 tot 147 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.


2/

Er werd geen enkele wijziging aangebracht aan het evaluatiebeleid, aangezien dit beleid geregeld wordt door het statuut van de Brusselse gewestelijke overheidsdiensten en ION’s. Elke instelling is verantwoordelijk voor de uitvoering van dit beleid binnen haar organisatie voor al haar personeelsleden, zowel de statutaire als de contractuele.


3/

De GOB moet de antwoordelementen verstrekken.


4/

Evaluatieprocedure:

De statuten van de Brusselse gewestelijke overheidsdiensten en ION’s voorzien in een evaluatiecyclus die een periode van twee jaar bestrijkt. Een evaluatiecyclus start altijd met een functiegesprek waarin de gedurende de tweejarige cyclus te bereiken (SMART-)doelstellingen, te ontwikkelen competenties en te vertonen attitudes worden bepaald. De cyclus eindigt met een evaluatiegesprek waarin de balans wordt opgemaakt van wat er bereikt en ontwikkeld werd. Tijdens deze periode wordt op regelmatige basis voorzien in een aantal formele feedbackmomenten, naast alle informele momenten die het hele jaar door plaatsvinden. Deze regelmatige formele feedbackmomenten nemen de vorm aan van tussentijdse gesprekken (functioneringsgesprekken) en gunstige of ongunstige vaststellingen.

De evaluatie wordt verricht door de hiërarchische meerdere van de geëvalueerde op voorwaarde dat die tot dezelfde taalrol behoort. Is dat niet het geval, dan stelt de verantwoordelijke van de administratieve eenheid in samenspraak met het HRM een evaluator aan die tot een hoger hiërarchisch niveau en tot dezelfde taalrol van het personeelslid behoort. Als de functionele chef niet de hiërarchische verantwoordelijke is (bijvoorbeeld omdat hij tot dezelfde graad als de medewerker in kwestie behoort), bereidt hij samen met de aangeduide evaluator de evaluatie voor. In dat geval wordt een verslag opgesteld dat als basis zal dienen voor het functie- en/of evaluatiegesprek. Dit verslag wordt bewaard in het evaluatiedossier van het personeelslid.

Op vraag van het personeelslid mag een vakbondsvertegenwoordiger de gesprekken bijwonen, voor zover die zich beperkt tot het waarnemen van het gesprek en dus niet tussenkomt.


5/

Op dit ogenblik hebben we jammer genoeg nog geen gegevens over de evaluatie op gewestelijk niveau.


6/

Personeelsleden die een evaluatie met de vermelding “onder voorbehoud” of “onvoldoende” hebben gekregen:

- worden zes maanden later opnieuw geëvalueerd. Bovendien moeten ze halfweg deze periode (i.e. drie maanden na het functiegesprek) een tussentijds gesprek krijgen opdat de tijdens dit gesprek vastgestelde doelstellingen, competenties en attitudes formeel opgevolgd zouden kunnen worden.
- mogen niet als evaluator worden aangeduid
- als ze statutair zijn:
° wordt de periode tijdens dewelke het personeelslid een evaluatie met vermelding “onder voorbehoud” of “onvoldoende” heeft gekregen, niet in aanmerking genomen voor de berekening van de anciënniteit die nodig is om een hogere weddeschaal te krijgen in toepassing van de functionele loopbaan.
° mogen niet solliciteren voor een bevorderingsbetrekking
° mogen niet solliciteren voor een intraregionale mobiliteit
° mogen niet solliciteren voor een vrijwillige mutatie
Als een personeelslid twee opeenvolgende evaluaties met vermelding “onvoldoende” krijgt:
- wordt hij/zij definitief beroepsongeschikt verklaard als hij/zij statutair is
- wordt hij/zij ontslagen als hij/zij contractueel is


7/

Op dit ogenblik hebben we jammer genoeg nog geen gegevens over de evaluatie op gewestelijk niveau.


8/

Het statuut voorziet in het kader van de evaluatie in tussentijdse gesprekken (of functioneringsgesprekken). Deze tussentijdse gesprekken zijn ofwel verplicht in het kader van de opvolging van een evaluatie met vermelding “onder voorbehoud” of “onvoldoende”, ofwel aanbevolen maar niet verplicht tijdens de volledige evaluatiecyclus. Ze kunnen plaatsvinden vanaf drie maanden na het functiegesprek op verzoek van de evaluator of van het personeelslid. Het zijn regelmatige, formele feedbackmomenten die sterk aanbevolen worden aan de managers van de Brusselse instellingen. De opleiding die talent.brussels verstrekt in het kader van de evaluatie benadrukt het belang van deze formele en meer informele feedbackmomenten. Ze hebben immers allebei hun nut in de begeleiding van het personeelslid in zijn/haar loopbaantraject.

Op dit ogenblik hebben we helaas nog geen gegevens over de frequentie van de tussentijdse gesprekken op gewestelijk niveau.


9/

Op dit ogenblik hebben we helaas nog geen gegevens over de evaluatie op gewestelijk niveau.