Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de helm met head-up display voor de brandweerlieden

Indiener(s)
Dominique Dufourny
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 255)

 
Datum ontvangst: 05/10/2020 Datum publicatie: 22/12/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 13/11/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/10/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De bevolking van ons land kan rekenen op zo'n 18.000 brandweerlieden, vrijwilligers en professionals, die vaak moeten ingrijpen in uiterst moeilijke omstandigheden.

Men weet wel dat brandweerlieden geconfronteerd worden met extreme situaties, maar men heeft geen gedetailleerd beeld van de omstandigheden waarin ze moeten werken.

De rook van een brand is vaak dicht en donker, zodat de brandweerlieden vaak helemaal niets kunnen zien. Om bijvoorbeeld niet te verdwalen in de rook en te hoge temperaturen te vermijden, bewegen de brandweerlieden zich altijd op handen en voeten voort en blijven ze dicht bij een muur.

In Frankrijk is een procedé ontwikkeld waarbij een infraroodcamera wordt bevestigd aan de buitenkant van de helm. Het systeem maakt gebruik van optronische technologie die bestemd is voor militaire apparatuur. De camera projecteert de beelden in het zuurstofmasker van de brandweerman die ze in head-up display ziet. De camera zorgt ook voor een beeld van hoge kwaliteit, waardoor de brandweerman onder meer door ruiten kan zien en een dieptezicht heeft. Anderzijds worden de beelden via een draadloze wi-fi-verbinding in reële tijd doorgestuurd naar de officieren die de interventie leiden.

Het procedé is zeer positief onthaald door de Franse brandweerlieden, die hun leven riskeren om dat van anderen te redden.

In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:

1. Hebben de teams tijdens hun interventies bijzondere problemen met hun helmen ondervonden? Zo ja, welke?
2. Welke maatregelen worden concreet getroffen om te voorkomen dat de radiocommunicatie tussen de brandweerlieden en hun officieren van zeer slechte kwaliteit is tijdens een brand?
3. Zouden in het Brussels Gewest de helmen van de brandweerlieden zo kunnen worden aangepast dat men door de rook kan kijken?
4. Hoeveel branden waarvoor de Brusselse brandweer moest uitrukken, hadden plaats tussen 2019 en vandaag?
5. Hoeveel helmen zijn er in voorraad voor de brandweerlieden, die een risicovol beroep hebben
 
 
Antwoord    Momenteel zijn onze interveniënten, na een overheidsopdracht, uitgerust met de Dräger HPS 7000 helm en FPS 7000 volgelaatsmasker.

Dit masker omvat onder andere :
­ een geïntegreerde communicatiemodule
­ een HUD: leds van verschillende kleuren die het mogelijk maken om ongeveer de resthoeveelheid in de persluchtfles te kennen
­ een Body Guard: een elektronische alarmeenheid die een continue bewaking van de persoonlijke gegevens en de operationele status van de ademhalingstoestellen garandeert.

Het totale gewicht van deze uitrusting is 1.971 gr voor de helm en 1.398 gr voor het masker en de accessoires, wat een totaal van 3.369 gr is (vergeleken met het vorige totaal van 2.427 gr).

Hoewel er geen bijzondere moeilijkheden zijn met betrekking tot de helmen, moet worden opgemerkt dat dit gewicht bij de interveniënten het voorwerp uitmaakt van klachten van nekpijn en bijbehorende hoofdpijn.

Bovendien blijkt uit verschillende getuigenissen van interveniënten dat deze uitrusting, met name de communicatie en de HUD, weinig of niet wordt gebruikt.

Er loopt hieromtrent een intern onderzoek.

De aanwezigheid van de leds in het masker zou meer een nadeel zijn voor de zichtbaarheid van de omgeving dan een echt nut door de aanwezigheid van de Bodyguard. Voor de communicatiemodule stelt ons "maskerlabo", dat instaat voor het onderhoud, de herstelling en het opnieuw gebruiksklaar maken van onze ademhalingstoestellen, vast dat deze module steeds terugkerende problemen oplevert op het vlak van de betrouwbaarheid van het elektronische circuit (Vochtigheid, Warmte, Oxidatie, Schokken, ...?).

De interveniënten zouden dan meer gebruik maken van communicatie op afstand.

Afgezien van het gebrek aan betrouwbaarheid zijn de reparatie/vervangingskosten niet onaanzienlijk (350 € excl. BTW/module).

Onze ASTRID-radio's kunnen werken in 2 verschillende modes: TMO en DMO.

In DMO (Direct Mode Operation) werken ASTRID-radio's als "Walkie-Talkies" en kunnen ze direct communiceren met radio's in hun omgeving (ongeveer 250m - 500m). 

In TMO (Trunked Mode Operation) communiceren radio's niet rechtstreeks met elkaar, maar verbinden ze met de dichtstbijzijnde ASTRID-mast (vergelijkbaar met een GSM). Aangezien de ASTRID-masten onderling verbonden zijn kunnen radio's die dezelfde gespreksgroep geselecteerd hebben met elkaar communiceren.

Standaard wordt er gewerkt in TMO en krijgt elke interventie een gespreksgroep toegewezen. Door in TMO te werken kan de radiocommunicatie vanuit de dispachting (indien nodig) gevolgd worden. Ook kunnen aanrijdende voertuigen die nog niet ter plaatse zijn de communicatie op de gespreksgroep volgen, nog voor ze ter plaatse zijn.

Net zoals bij een GSM valt het voor dat er geen verbinding kan gemaakt worden met een mast (geen bereik). In dit geval kan een ASTRID-radio niet in TMO communiceren. Dit gebeurt vaak in nieuwe gebouwen en op ondergrondse plaatsen (tgv dikke muren en gewapend beton). Als er tijdens de interventie gemerkt wordt dat er niet voldoende bereik is, wordt er door alle intervenanten overgeschakeld van TMO naar DMO. Om toch buiten het DMO bereik van een radio de gesprekken te kunnen volgen (bv vanuit de dispatching) beschikt elke autopomp over een gateway. Deze zorgt voor een koppeling tussen het lokale DMO netwerk en TMO ASTRID-netwerk. Alle gesprekken die lokaal in DMO gevoerd worden, worden door de gateway ook uitgezonden in TMO op de gespreksgroep van de interventie en vice-versa.

Er wordt overwogen om interventies standaard in DMO te voeren en de gateway's van de autopompen te gebruiken om deze over te zetten op het ASTRID-netwerk, maar vandaag de dag zijn er niet voldoende DMO kanalen ter beschikking. Door de densiteit van interventies op het Brusselse grondgebied zouden verschillende interventies op hetzelfde DMO elkaar kunnen storen. Het uitbreiden van het aantal beschikbare DMO kanalen voor de brandweer zou hierop een antwoord kunnen bieden.

Hoewel augmented reality op het eerste gezicht een aantrekkelijke technologie lijkt vanwege de bijdragen in een omgeving met weinig zichtbaarheid, is de concrete toepassing ervan nog niet in reële situaties getest.

Het zweet in het masker en de blootstelling aan bluswater zijn zeer beperkende factoren voor de componenten van dit type technologie.

Bovendien is het extra gewicht door de aanwezigheid van de thermische camera die nodig is voor het ontwerp een extra beperking voor de brandweerman.

Verschillende start-ups zijn met dit project begonnen, maar er zijn nog geen producten gecommercialiseerd. Dit is dus op dit moment nog maar een concept.

Zelfs als de DBDMH aandacht heeft voor de verschillende technologische evoluties die een positieve impact kunnen hebben op onze activiteitensector, wil de dienst ervoor zorgen dat de uitrusting van de interveniënten niet onnodig wordt verzwaard, maar ook dat de betrouwbaarheid in natte omstandigheden optimaal is en niet leidt tot onderhoudsmoeilijkheden/kosten en verlies van vertrouwen in deze uitrusting die essentieel is voor de veiligheid van de interveniënten. De augmented reality, toegepast op het beroep van de brandweerman, zal zich dus nog moeten bewijzen voordat het een echte optie wordt in de keuze van onze persoonlijke beschermingsmiddelen.

In 2019, vonden er 3.495 brandinterventies plaats :
- 3326 interventies op het grondgebied van het Brussels Gewest
- 169 interventies buiten Brussel

De DBDMH beschikt over een stock van 25 helmen.