Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het arbeidsverzuim in de ION’s onder uw toezicht

Indiener(s)
Christophe De Beukelaer
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 465)

 
Datum ontvangst: 29/09/2020 Datum publicatie: 22/12/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 16/11/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/10/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Ik had graag voor elk van de instellingen die onder uw toezicht staan, de gegevens voor het voorbije jaar en voor het lopende jaar gekregen.

- Wat is het totale verzuimpercentage? Op hoeveel niet-gewerkte dagen komt dat neer?
- Wat is het verzuimpercentage in de gewestelijke instellingen van eerste en tweede categorie?
- Wat is de uitsplitsing van de cijfers volgens de korte (0-1 maand), middellange (1 maand – 1 jaar) en lange duur (>1 jaar)?
- Wat is het aandeel van de werknemers met een arbeidsovereenkomst in het verzuimpercentage (in totaal, GOB en gewestelijke instellingen)?
- Wat zijn, in percentage, de redenen die voor het verzuim worden opgegeven?
- Welke maatregelen werden getroffen om het arbeidsverzuim in elk van de instellingen te verminderen?
- Hoeveel jaar blijft een werknemer in de overheidsbetrekking die onder uw toezicht staat? Met andere woorden, wat is de gemiddelde duur van een loopbaan in onze openbare instellingen, inclusief GOB en gewestelijke instellingen?
 
 
Antwoord    Bij Actiris bedroeg het absenteïsme in 2019 11,6%, wat overeenkomt met 41.224 niet-gepresteerde werkdagen.

Voor het jaar 2020 hebben we de gegevens nog niet.

Dit percentage valt als volgt op te delen: 45% is van korte duur (0 tot 1 maand), 35% is van gemiddelde duur (1 maand tot minder dan 1 jaar) en 20% betreft een jaar en langer.

De redenen die worden aangehaald worden om deze afwezigheden te rechtvaardigen, zijn ziekte en gezondheidsproblemen.

Wat het absenteïsme in de instellingen van eerste en tweede categorie betreft, nodig ik u uit om de minister van Openbaar Ambt te ondervragen.

Bij Actiris werden een preventiebeleid en tools ingevoerd om het absenteïsme te beheren.

Voor het beheer van de effectieve afwezigheden van lange duur (na 4 maanden afwezigheid) past Actiris, via de directie HR, de federale regelgeving toe (koninklijk besluit van 26 oktober 2016) inzake het Disability Management dat specifieke bepalingen voorziet voor de re-integratie van werknemers na een lange periode van afwezigheid als gevolg van ziekte.

Wat betreft het beheer van veelvuldige afwezigheden, waarvan de impact het meest problematisch is voor de werkorganisatie, heeft Actiris een aanpak goedgekeurd die de manager in de eerste lijn plaatst. Hij wordt ondersteund door tal van tools zoals indicatoren (Bradford bijvoorbeeld), zodat hij de situatie van absenteïsme kan objectiveren in zijn team, evenals procedures die hem de mogelijkheid bieden in interactie te gaan met het team en/of de medewerkers op wie het absenteïsme betrekking heeft. Deze tools bevatten bijvoorbeeld praktische fiches om de managementlink te behouden tijdens de afwezigheid van de medewerker, voor het houden van gesprekken rond absenteïsme op het moment van zijn terugkeer, of nog om eventuele problematieken in verband met verslaving vast te stellen en te beheren.

Teneinde de managers te helpen bij het gebruik van de verschillende tools, bevat hun opleidingstraject sinds september 2020 een verplichte opleiding over de preventie en het beheer van absenteïsme die hoofdzakelijk berust op het praktische gebruik van de verschillende interne tools.

Na deze opleiding hebben de managers toegang tot een onlinetool met alle elementen voor het preventiebeleid en het beheer van het absenteïsme, de toolfiches en de interne contactpunten voor ondersteuning.

Om het absenteïsme aan te pakken, moet overigens ook gewerkt worden aan de preventie ervan en moet erop geanticipeerd worden, althans voor de afwezigheden waarvan de oorsprong verband kan houden met het werk.

Daarvoor gebruikt Actiris klassieke tools voor de evaluatie van risico’s in verband met welzijn, zoals de analyses volgens Sobane Déparis (welzijnsenquête), om de 5 jaar, zoals de Codex over het welzijn op het werk oplegt, of ook een jaarlijkse tevredenheidsbarometer waarin met name kwesties in verband met welzijn zijn opgenomen.

Deze bijkomende tools zorgen ervoor dat de diagnose van de staat van het welzijn op het werk binnen Actiris kan worden vastgesteld en kan uitmonden in de uitwerking van een actieplan, zowel op het niveau van de organisatie als op het lokalere niveau van de diensten. Op deze manier is het mogelijk om absenteïsme gelinkt aan een (mogelijk) onbehagen op het werk te voorkomen.

Een andere HR-tool zijn de “exit interviews” die worden gedaan met medewerkers die vrijwillig bij Actiris vertrekken, om de oorzaken ervan te bepalen. Zij zullen in de toekomst meer gebruikt worden vanuit het oogpunt van het welzijn op het werk en zullen eveneens als diagnosetools ingezet worden.

Actiris heeft ook een Platform Welzijn op het werk opgericht met alle interne diensten die op de een of andere manier een impact hebben op het welzijn op het werk (HR, IDPBW, Facilities, Sociale dienst). Het is de bedoeling om de samenhang tussen alle acties in verband met welzijn binnen de organisatie te verzekeren. Bovendien is er een uitgebreide catalogus met opleidingen in verband met welzijn op het werk beschikbaar voor alle medewerkers.

Actiris organiseert ook jaarlijks een dag rond welzijn op het werk om de medewerkers te informeren en te vormen.

Tot slot blijft een contractuele medewerker gemiddeld 8 jaar bij Actiris.

Wat uw algemenere vraag over de duur van de loopbaan binnen de GOB en de gewestelijke instellingen betreft, nodig ik u uit de minister van Openbaar Ambt te ondervragen.

Wat het Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest (CIBG) betreft:
­ het aantal afwezigheidsdagen in 2019: 278
­ het absenteïsme in 2019: 29,57%
­ het aantal afwezigheidsdagen in 2020 (30/09): 175
­ het absenteïsme in 2020 (30/09): 17,8%

In 2019 telde het CIBG 4 statutaire ambtenaren, en in 2020 zijn er 3 statutairen en één contractueel, die nooit afwezig is geweest.

Opdeling absenteïsme CIBG

0-1 maand

1 maand tot 1 jaar

+ 1 jaar

2019

5,76%

60,79%

33,45%

2020

33,14%

22,86%

44%



Binnen het CIBG is het aandeel van de contractuelen in het absenteïsme 0%, en dat zowel voor 2019 als voor 2020.

Aangehaalde motieven om de afwezigheden te rechtvaardigen

2019

Arbeidsongeschiktheid

39,21%

Zware ziekte

60,79%

2020

Arbeidsongeschiktheid

74,29%

Zware ziekte

25,71%



Voor het CIBG heeft de naleving van de artikelen 238, 239, 240, 241 en 242 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de ION’s met betrekking tot de verminderde prestaties om medische redenen, ervoor gezorgd dat een medewerker zijn job gedeeltelijk kon hernemen.

Bij het CIBG bedraagt de huidige gemiddelde anciënniteit 16 jaar.