Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de respectieve bevoegdheden inzake dierenbeheer

Indiener(s)
Victoria Austraet
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 518)

 
Datum ontvangst: 24/09/2020 Datum publicatie: 05/01/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 19/11/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
19/10/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In veel gevallen vormen de eisen op het gebied van dierenwelzijn en bescherming van het leefmilieu een strijd die op hetzelfde front wordt gevoerd met positieve maatregelen voor beide gebieden. Het verminderen van de vleesconsumptie verkleint bijvoorbeeld de omvang van het dierenleed en verkleint ook onze ecologische voetafdruk. Ook de verplichte sterilisatie van katten voorkomt het tragische fenomeen van zwerfkatten en euthanasie in asielen en bevordert tegelijkertijd de biodiversiteit van de kleine dieren, die dan in mindere mate bedreigd worden door katten. In die zin is het dan ook logisch dat Leefmilieu Brussel over een cel Dierenwelzijn beschikt.

In veel andere gevallen vereisen de twee gebieden echter een verschillende aanpak. Als het om de dieren gaat, heb ik evenwel de indruk dat de verdeling van de twee bevoegdheden tussen het kabinet van de heer Maron en dat van de heer Clerfayt soms wat onduidelijk is.

In Brussel vallen bijvoorbeeld de huis- en zwerfkatten duidelijk onder de bevoegdheid voor dierenwelzijn, maar de verwilderde katten vallen waarschijnlijk onder de bevoegdheid voor leefmilieu. De heer Maron beantwoordt de vragen van de parlementsleden over het beheer van de stadsduiven (een soort die als huisdier wordt beschouwd) en over dierenproeven. De minister van Leefmilieu heeft ook een vraag beantwoord die ik aan de heer Clerfayt had gesteld over de illegale handel in dieren op het internet. Tot slot werken de twee kabinetten soms tegelijkertijd aan dezelfde schriftelijke vraag.

Ik vraag me dan ook af of die situatie niet dient te worden verduidelijkt ten behoeve van de diensten van het Parlement en de parlementsleden. Vooral de regel dat de dierenaangelegenheden gewoon door de minister bevoegd voor dierenwelzijn behandeld moeten worden, dient te worden gevolgd.

In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:

- Heeft de Brusselse regering de bevoegdheid voor dierenwelzijn duidelijk afgebakend? Zo ja, kan ze dan meedelen welke minister(s) bevoegd is (zijn) voor de aangelegenheden betreffende huisdieren, zwerfdieren, verwilderde dieren, wilde dieren en zogenaamde schadelijke dieren? Zo ja, kan de regering die bevoegdheidsverdeling dan motiveren? Zo neen, waarom niet?

- Heeft de Brusselse regering de diensten van het Parlement duidelijk laten weten hoe de vragen over dieren moeten worden doorgegeven?
 
 
Antwoord    1/

Alle vragen inzake huisdieren worden behandeld door minister Clerfayt die krachtens de Wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren bevoegd is voor dierenwelzijn.

De vragen inzake wilde dieren worden behandeld door minister Maron die in het kader van de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud belast is met leefmilieu. Landbouwhuisdieren en gezelschapsdieren behoren niet tot het toepassingsveld van deze ordonnantie aangezien de definitie van een gezelschapsdier ook betrekking heeft op
opnieuw verwilderde huisdieren en hun afstammelingen (artikel 3,38°);

Afhankelijk van de situatie kunnen vragen over zwerfdieren onder verschillende bevoegdheden vallen. Indien de problematiek meer betrekking heeft op huisdieren, zal de vraag worden behandeld door de minister die verantwoordelijk is voor dierenwelzijn (minister Clerfayt), terwijl een vraag die meer gerelateerd is aan natuurbescherming zal worden behandeld door de minister die verantwoordelijk is voor leefmilieu (minister Maron).

Vragen die betrekking hebben op ongedierte vallen alleen onder de wetgeving betreffende het natuurbehoud als ze betrekking hebben op beschermde soorten.


2/

De leden van de regering werken goed samen, met name wat de parlementaire vragen betreft, en hopen dat deze parlementaire vraag met het oog op toekomstige uitwisselingen met het parlement over dit onderwerp meer duidelijkheid zal verschaffen over de situatie.