Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het beleid omtrent ecologische ontsnippering in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 602)

 
Datum ontvangst: 12/10/2020 Datum publicatie: 27/11/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 25/11/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
23/10/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op woensdag 23 september laatstleden werd het Vlaams Actieprogramma Ecologische Ontsnippering (VAPEO) ondertekend door de bevoegde ministers Zuhal Demir (Omgeving) en Lydia Peeters (Mobiliteit en Openbare Werken). Dat vijfjarenplan, met vijftien projecten langs gewestwegen waarvoor in totaal 50 miljoen euro wordt uitgetrokken, moet de leefgebieden van dieren opnieuw met elkaar verbinden. Om die versnippering te doorbreken (zowel voor de veiligheid van het dier als voor de algemene verkeersveiligheid), moeten ontsnipperende maatregelen de grootste barrières opheffen, zodat dieren hun natuurlijke paden weer kunnen volgen en zich gemakkelijker in het landschap kunnen verplaatsen. In een later stadium is het de bedoeling om ook projecten aan waterwegen en spoorwegen in het programma op te nemen.

Wat betreft de aanleg van ecoducten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest valt in de beleidsnota Leefmilieu onder IV.37.3. OD. 37.3. (‘Inrichtingsprojecten op langere termijn uitvoeren om de biodiversiteit te verhogen’) volgende doelstelling te lezen: “In het kader van de ecologische versnippering van het Zoniënwoud, bouw van een ecoduct boven de Terhulpsesteenweg.”

Daarom stel ik u graag volgende vragen:

- Hebt u uw administratie reeds opdracht gegeven om onderzoek te voeren naar de ecologische ontsnippering in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Zo ja, welke vaststellingen en conclusies stroomden hieruit voort? Welke eerdere studies werden hieromtrent reeds uitgevoerd? Kan u de grootte van deze problematiek in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest duiden, alsook de knelpunten die daarbij werden vastgesteld en de evolutie doorheen de tijd van deze verschillende elementen?

- Kan u duiden welke acties u sinds de start van de legislatuur reeds ondernomen heeft met betrekking tot de problematiek van de ecologische ontsnippering en het creëren van veilige oversteek- of doortrekplaatsen voor dieren (en welke middelen hierbij voor elke actie werden voorzien)?

- Kan u in het bijzonder toelichten welke planning er bestaat omtrent de bouw van ecoducten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Zijn er buiten het ecoduct boven de Terhupsesteenweg nog andere ecoducten die gebouwd zullen worden? Kan u voor elk van deze projecten ook de kostprijs meedelen?

- Hebt u reeds besloten om op Brussels niveau een gelijkaardig actieprogramma omtrent ecologische ontsnippering op te stellen? Zo ja, kan u de krijtlijnen hiervan toelichten, alsook duiden welke actoren hierbij betrokken worden?

- Werd u bij de opmaak van het VAPEO gecontacteerd door de Vlaamse Regering om te bekijken hoe dit actieprogramma uitgevoerd zou worden in gebieden die aan het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest grenzen? Zo ja, welke afspraken werden daaromtrent vastgelegd?
 
 
Antwoord    De meeste van uw vragen zijn voor Brussel Leefmilieu en collega minister Maron, u vindt dan ook nog meer info in zijn antwoord. De verschillende problematieken in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden door Brussel Leefmilieu onderzocht en wij werken zowel op niveau van de administraties als de bevoegde kabinetten nauwer en nauwer samen om dit aspect tranversaal te versterken.

Er bestaan verschillende plannen om verbindingen te herstellen zoals het Natuurplan, de groene en blauwe mazen.

Voor Brussel Mobiliteit betekent de uitvoering van deze plannen een verdere vergroening (bomen, heesters, vaste planten) langs de gewestwegen, maar ook het ondersteunen van de gemeenten in het waarmaken van die vergroening.

Brussel Mobiliteit blijft het groene netwerk onderhouden en uitbreiden op de gewestwegen via de aanleg van verschillende vegetatielagen (met vaste planten, heesters en bomen). Deze corridors zijn belangrijk voor kleine dieren (insecten, vogels...).

Ik verwijs ook graag naar het antwoord dat ik gaf op 24/11/2020 in de Commissie Mobiliteit in verband met de plannen voor 2021 in het kader van vergroening.