Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het gebruik van computerapparatuur in het openbaar ambt.

Indiener(s)
Margaux De Ré
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 197)

 
Datum ontvangst: 14/10/2020 Datum publicatie: 11/01/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 03/12/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
29/10/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    E-mails zijn verantwoordelijk voor ½ miljard CO2 per jaar in België1. Wereldwijd overtrof de digitale vervuiling die van de burgerluchtvaart in 20202. De immateriële kant van de digitale technologie maakt het begrip digitale vervuiling abstract. Nochtans heeft de digitale technologie een steeds grotere impact op het milieu.

De regering heeft beloofd, voor zover mogelijk, open software te promoten en te gebruiken in de overheidsdiensten. En deze wil om de FOSS te ontwikkelen is in lijn met de milieukwesties die ik zojuist heb genoemd.

De filosofie van "Green IT", groene IT, sluit in veel opzichten immers aan bij die van de FOSS. Ik zal twee voorbeelden noemen:

De verlenging van de levensduur van hardware en software. De FOSS staat immers los van een commerciële doelstelling om apparaten en software te verkopen, en gaat dus actief de strijd aan met geplande veroudering. De vermindering van de behoeften aan energie en grondstoffen in de gebruiksfase.

Kunt u ons dus een overzicht geven van het gebruik van open software in de overheidsdiensten? Worden er, gezien de aanzienlijke impact van de digitale technologie op het milieu, andere maatregelen genomen om de digitale vervuiling terug te dringen?


1 https://www.rtbf.be/lapremiere/emissions/detail_tendances-premiere/accueil/article_travail-comment-diminuer-la-pollution-digitale?id=10574545&programId=11090&fbclid=IwAR1-_6b2BF4Uf0_7SXPM2rJQ2hOiATbcLNJusybD8c10FqT2ImkU1Bol9oU
2 Ibidem.
 
 
Antwoord    1/

En ce qui concerne l’utilisation des logiciels libres, le SPRB a jadis fait une analyse afin de comparer les logiciels dits « open source », libres ou gratuits avec les logiciels propriétaires. Il faut d’emblée faire remarquer qu’un logiciel libre ou gratuit ne permet pas toujours une utilisation en milieu professionnel.

Pour information, la Communauté française a fait une étude en 2005 pour migrer son parc informatique vers les logiciels libres, il est apparu une augmentation des coûts informatiques de 5 fois le budget annuel initial pour la migration et de 2,5 pour les années suivantes en coûts de maintenance et support.

Le logiciel libre ou « open source » requiert un support plus complexe tenant compte que le parc informatique du SPRB n’est pas homogène (dû au principe de marché public), la configuration hardware nécessitant selon les périphériques configurés des installations particulières.

Une conséquence directe est qu’il est plus difficile de fournir aux utilisateurs un support rapide et efficace.

D’autres inconvénients des logiciels libres sont à mettre en évidence, entre autres, l’absence de garantie, une mauvaise visibilité sur les évolutions futures et, surtout, le risque de fragmentation de l’offre. La garantie qu’un logiciel « open source » apporte est proportionnelle à l’ampleur de la communauté de développeurs et d’utilisateurs. Ceux-ci doivent être en nombre suffisant, motivés et compétents. Le rôle de l’informaticien devient donc beaucoup plus participatif. Il doit rester en éveil face au développement rapide des logiciels libres. Il ne se retrouvera plus face à un unique support technique mais face à une multitude de personnes ayant les mêmes intérêts.

De fait, pour les raisons évoquées ci-dessus et à l’exception de quelques composants spécifiques (cfr. dans Osiris), le SPRB utilise très peu ce type de logiciels qui est incompatible avec un service de qualité tant pour les utilisateurs internes que pour les citoyens.

Par contre, au niveau du DCR, nous avons un grand nombre de serveurs LINUX et / ou UBUNTU parmi notre parc.

En ce qui concerne le stockage des mails, le SPRB est passé du système régional géré par le CIRB au sein du DCR (Data Center Régional) vers une solution Cloud (O365). Cette externalisation du stockage des boites mails est plus efficiente du fait de la taille beaucoup plus grande des data centers qui sont utilisés. Cela permet également un niveau de disponibilité et de sécurité plus élevé.

Tous les serveurs et plateformes du SPRB sont quant à eux hébergés au sein du DCR (Data Center Régional) qui est géré par le CIRB.

1/

De GOB heeft vroeger al eens een vergelijking gemaakt tussen zogenoemde opensource-, vrije of gratis software en eigendomsmatige software. Hierbij moet meteen worden opgemerkt dat vrije of gratis software niet altijd kan worden gebruikt in een professionele omgeving.

De Franse Gemeenschap voerde in 2005 een onderzoek met het oog op de overschakeling naar vrije software voor haar informaticasysteem, en daaruit bleek dat dit 5 keer meer zou kosten dan het oorspronkelijke jaarlijkse budget voor de migratie en in de daaropvolgende jaren 2,5 keer meer wat betreft de onderhouds- en ondersteuningskosten.

De vrije of opensourcesoftware vereist een veel complexere ondersteuning, rekening houdend met het feit dat het informaticasysteem van de GOB niet homogeen is (een gevolg van het feit dat men met overheidsopdrachten werkt), en de hardwareconfiguratie vereist afhankelijk van de geconfigureerde randapparatuur specifieke installaties.

Een rechtstreeks gevolg daarvan is dat het moeilijker is de gebruikers een snelle en doeltreffende ondersteuning te bieden.

Andere nadelen van vrije software zijn onder andere het ontbreken van een waarborg, een beperkt zicht op toekomstige ontwikkelingen en vooral het risico op een gefragmenteerd aanbod. De waarborg die een opensourcesoftware biedt is evenredig met de omvang van de community van developers en users. Daarvan moeten er voldoende zijn, en bovendien moeten ze gemotiveerd en vaardig zijn. De rol van de informaticus wordt dus op een veel participatievere leest geschoeid. Hij/zij moet de snelle evoluties van de vrije software goed blijven opvolgen. Hij/zij heeft niet langer te maken met één enkele technische ondersteuning maar met een veelheid aan personen met dezelfde belangen.

Om de hierboven aangehaalde redenen, met uitzondering van enkele specifieke componenten (cf. in Osiris), maakt de GOB in feite zeer weinig gebruik van dit type software, die incompatibel is met een kwaliteitsvolle dienstverlening, zowel voor interne gebruikers als voor de burger.

Bij het GDC beschikken we daarentegen over een groot aantal LINUX en/of UBUNTU-servers.

Wat de opslag van e-mail betreft, is de GOB overgestapt van het gewestelijk systeem dat de CIBG bij het GDC beheert (Gewestelijke Data Center) naar een cloudoplossing (O365). Deze externalisering van de opslag van inboxen is doeltreffender wegens de veel grotere omvang van de data centers die worden gebruikt. Dat zorgt eveneens voor een grotere beschikbaarheid en veiligheid.

Alle servers en websites van de GOB worden daarentegen gehost bij het GDC (Gewestelijk Data Center) dat door de CIBG wordt beheerd


2/

Le CIRB mesure mensuellement l’efficacité énergétique du DCR via le PUE (Power Usage Effectiveness).

Le CIRB se fournit également en électricité via le marché d’approvisionnement en électricité verte établi, conjointement avec l’IBGE.

De plus, depuis plusieurs années, le CIRB met en place une série de mesures pour diminuer l’empreinte carbone du DCR :
- Confinement des rangées de racks (économie de 15% minimum),
- Remplacement de matériel IT par des nouvelles technologies moins gourmandes en énergie (comme les stockages SSD) ;
- Gestion plus efficace des alimentations de serveurs ;
- Augmentation de 1 ou 2 degré(s) de la température des salles ;
- Groupes froids permettant le free cooling en période hivernale.

L’ensemble de ces mesures permet d’optimiser au maximum la consommation énergétique du DCR et donc d’en réduire l’empreinte environnementale.

Sur le plan environnemental, le SPRB a porté à un nouveau niveau l’engagement de l’organisation en développant un système de management environnemental selon la norme
ISO14001:2015.

Il s’agit en premier lieu de proposer des services de soutien au sein du SPRB, City Center, par les directions Qualité et Performance, Facilities, Communication, IT-Coordination, Brussels International et le SIPPT.

En novembre 2019, ces différents services de soutien ont été récompensés par un premier certificat ISO14001 pour le City Center pour leurs efforts en matière de management environnemental. Le développement d’un système de management environnemental intégré permet d’analyser les différents processus existants au sein du SPRB afin de réduire l’impact environnemental du SPRB sur les aspects environnementaux liés à ses processus et fonctionnements.

Le SPRB vise une intégration renforcée de l’environnement dans la mise en œuvre des travaux quotidiens, que ce soit en interne ou dans des processus ayant un fonctionnement externe. Quelques exemples concrets :
1. Le SPRB s’engage à réduire son empreinte écologique et à apporter ainsi une contribution en faveur du climat. Il s’efforce par exemple de réduire sa consommation de papier, sa consommation d’énergie, sa quantité de déchets, ses déplacements… Les initiatives sont prises dans le cadre du projet ISO14001, parallèlement aux actions de sensibilisation annuelles organisées par l’Eco-Mobility Manager relatives aux différents aspects environnementaux.
2. Une attention particulière est portée à la digitalisation dans les objectifs ISO14001:2015 du SPRB dans le cadre de l'élimination progressive des imprimantes individuelles.

Afin de renforcer cette vision, le SPRB a fixé des objectifs environnementaux mesurables dans le cadre de la norme ISO 14001:2015 basés sur un certain nombre d'engagements concrets traduits par une politique environnementale.

Il existe toutefois un groupe de travail interne pour le suivi des objectifs environnementaux. Il s’agit d’un groupe de pilotage constitué de représentants des différentes directions qui se réunissent tous les trois mois. Le groupe de pilotage assure le suivi des objectifs et fait office de point de contact en cas de risques et opportunités en matière environnementale. Dans le système de management environnemental, quelques acteurs clés ont été identifiés parmi les différentes directions et sont chargés d’inciter les collaborateurs de leurs directions à adopter de bonnes pratiques en matière environnementale. Par ce biais, les collaborateurs peuvent étendre leurs compétences et reçoivent des principes permettant d’assimiler des bonnes pratiques en matière environnementale ainsi que la stratégie en matière de durabilité et de conscience environnementale.

Dans sa recherche d’une amélioration continue, le SPRB a entamé dès le début de 2020 les premiers pas en vue d’une extension phasée de la certification ISO 14001 vers d’autres services internes du SPRB. De plus, les bonnes pratiques environnementales seront poursuivies dans les nouveaux bureaux des services administratifs, l’Iris Tower. Compte tenu des changements majeurs qui découleront de ce déménagement, de nombreuses actions sont entreprises afin de sensibiliser le personnel à la politique de développement durable et de continuer à renforcer cette politique. 2/

De CIBG meet maandelijks de energieprestaties van het GDC via PUE (Power Usage Effectiveness).

De CIBG bevoorraadt zich ook met elektriciteit via de samen met het BIM opgestelde overheidsopdracht voor groene elektriciteit.

Bovendien neemt de CIBG sinds meerdere jaren een reeks maatregelen om de CO2-voetafdruk van het GDC te verkleinen:
- Inkrimpen van de rackrijen (besparing van minstens 15%);
- Vervanging van IT-materiaal door nieuwe minder energievretende technologie (zoals SSD-opslag);
- Doeltreffender beheer van de servervoeding;
- Verhoging met 1 of 2 graden van de temperatuur van de lokalen;
- Koudegroepen voor free cooling in de winter.

Al deze maatregelen maken het mogelijk het energieverbruik van het GDC te optimaliseren en dus de ecologische voetafdruk ervan te verkleinen.

Op milieuvlak heeft de GOB nog een tandje bijgestoken aan de hand van de ontwikkeling van een ecologisch beheersysteem volgens de
ISO14001:2015.-norm.

Het gaat in de eerste plaats om het aanbieden van ondersteunende diensten in de GOB, het City Center, door de directies Kwaliteit en Performantie, Facilities, Communicatie, IT-Coördinatie, Brussels International en de IDPBW.

In november 2019 werden die ondersteunende diensten bekroond met een eerste ISO14001-cerificaat voor het City Center voor hun inspanningen inzake het milieubeheer. De ontwikkeling van een geïntegreerd milieumanagementsysteem maakt het mogelijk de verschillende bestaande processen bij de GOB te analyseren om de ecologische impact van de GOB in verband met zijn processen en werking te verminderen.

De GOB wil meer rekening houden met het milieu bij de uitvoering van zijn dagelijkse werkzaamheden, zowel intern als extern. Enkele concrete voorbeelden:
1. De GOB verbindt er zich toe zijn ecologische voetafdruk te verminderen en zo een bijdrage te leveren ten gunste van het klimaat. De GOB zet zich bijvoorbeeld in om zijn papierverbruik te verminderen, alsook zijn energieverbruik, de afvalberg, het aantal verplaatsingen... De initiatieven worden genomen in het kader van het ISO14001-project, gelijktijdig met de jaarlijkse sensibiliseringsacties georganiseerd door de ecomobilitymanager voor allerlei milieuaspecten.
2. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de digitalisering in de ISO14001:2015-doelstellingen van de GOB in het kader van de geleidelijke eliminatie van de individuele printers.

Om deze visie kracht bij te zetten heeft de GOB meetbare milieudoelstellingen vastgelegd in het kader van de ISO 14.001:2015-norm gebaseerd op een zeker aantal concrete beloftes die worden omgezet in een milieubeleid.

Er bestaat niettemin een interne werkgroep voor de opvolging van de milieudoelstellingen. Het gaat om een stuurgroep samengesteld uit vertegenwoordigers van de verschillende directies die elke drie maanden samenkomen. De stuurgroep volgt de doelstellingen op en treedt op als contactpunt inzake risico's en kansen op milieuvlak. In het milieumanagementsysteem werden enkele sleutelactoren aangeduid in de verschillende directies. Die moeten de medewerkers van hun directies aanmoedigen goede praktijken inzake milieu aan te nemen. Zo kunnen de medewerkers hun competenties ontwikkelen en krijgen ze principes aangereikt die hen in staat stellen de goede praktijken inzake milieu alsook de strategie inzake duurzaamheid en milieubewustzijn aan te leren.

Bij zijn streven naar constante verbetering heeft de GOB begin 2020 zijn eerste stappen gezet richting een gefaseerde uitbreiding van de ISO 14001-certificering naar andere interne GOB-diensten. Bovendien zullen de goede praktijken worden voortgezet in de nieuwe kantoren van de administratieve diensten, in de Iris Tower. Rekening houdend met de grote veranderingen die deze verhuizing met zich meebrengt, worden meerdere acties ondernomen om het personeel te sensibiliseren voor het beleid inzake duurzame ontwikkeling en om dit beleid voortdurend te versterken.