Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de MTB en MTB+ abonnementen.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 621)

 
Datum ontvangst: 23/10/2020 Datum publicatie: 16/12/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 16/12/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
03/11/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Het succes van het pre-GEN netwerk en de S-treinen is groot in Brussel. Ik ben blij te vernemen dat men vanaf februari 2021 naast een MTB ook een MTB+ abonnement kan aanschaffen. De trein vormt zeker nu een mooi alternatief of een mooie aanvulling op openbaar vervoer binnen Brussel.

Momenteel kan met een MTB abonnement aanschaffen voor 55,5 euro per maand of voor 583 euro per jaar. Binnenkort kan men kiezen tussen een MTB of een MTB+ abonnement. Senioren en personen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming kunnen echter niet genieten van een korting op een MTB abonnement en moeten genoodzaakt een MTB abonnement aanschaffen aan volle prijs of een MIVB abonnement met korting kopen en aanvullen tickets van andere vervoermaatschappijen. 

Gezien de positieve evolutie van de groei in het gebruik van de S-trein door de Brusselaar:

- Zijn er plannen om een MTB en MTB+ abonnement ook te voorzien met een 65+ -tarief en een RVV-tarief ? 

- Zo ja, hoe zal dit naar de doelgroep gecommuniceerd worden. Is hier overleg rond geweest met betrokken partners en OCMW ?

- Zo neen, wat zijn de obstakels?
 
 
Antwoord    Wat betreft de tariefintegratie tussen de 4 openbaarvervoersmaatschappijen die in Brussel aanwezig zijn, is de MIVB niet de enige betrokkene. De beslissingen hierover moeten het onderwerp zijn van een consensus van de 4 operatoren in het stuurcomité voor het GEN.

Tijdens de voorbereidende werken over de tariefintegratie tussen operatoren onderling, is gebleken dat deze in verschillende stappen zal dienen te gebeuren: de eerste stap betreft de klassieke abonnementen en de vervoerbewijzen per prestatie. De sociale abonnementen, waaronder ook schoolabonnementen, zullen in een tweede stap bekeken worden.

Zodra de eerste stap aanvangt, willen de operatoren alle abonnementen die geen standaardabonnementen zijn onderzoeken.

De moeilijkheid hier ligt in de niet-uniformiteit van de bestaande statuten, de grote verschillen in de voorwaarden van toekenning tussen de verschillende operatoren en de specifieke dotaties die hieraan gelinkt zijn.

Laten we bijvoorbeeld mensen met een verhoogde tegemoetkoming nemen: bij de MIVB en De Lijn gaat het over een statuut dat door de mutualiteit erkend is, bij TEC en de NMBS moet de gebruiker zijn verminderingskaart “verhoogde tegemoetkoming” bijhebben, afgeleverd door de NMBS.

Bovendien bestaat het statuut verhoogde tegemoetkoming bij elke operator, maar soms is dat onder een abonnementsformule, soms onder de vorm van een vervoerbewijs per prestatie.