Schriftelijke vraag betreffende de samenstelling van de ministeriële kabinetten
- Indiener(s)
- Aurélie Czekalski
- aan
- Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 627)
Datum ontvangst: 14/10/2020 | Datum publicatie: 14/01/2021 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 20/21 | Datum antwoord: 16/12/2020 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
10/11/2020 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | U bent nu iets meer dan een jaar geleden in functie getreden en heeft uw kabinet ingesteld. Daarom wil ik graag terugkomen op mijn schriftelijke vraag van een jaar geleden over de samenstelling van uw ministeriële kabinet. Graag een antwoord op volgende vragen: - Hoeveel personen vormen uw ministerieel kabinet? - Hoeveel voltijdsequivalenten telt u in uw ministerieel kabinet? Zijn er halftijdse, 4/5, 1/5, ...? - Kunt u details geven over de personeelsformatie volgens het A-, B-, C-, D- en E-niveau en volgens de hiërarchische rangorde? - Wat is de verhouding tussen mannen en vrouwen in uw kabinet? - Hoeveel mensen zijn gedetacheerd vanuit de administratie? o Zijn ze gedetacheerd vanuit een gewestelijke of federale overheid? o Hoeveel personeelsleden zijn gedetacheerd (in VTE) waarvan het basissalaris door de oorspronkelijke werkgever wordt betaald? - Wat is het taalkundige evenwicht binnen uw bedrijf? - Heeft uw kabinet personen met beperkte mobiliteit? Zo ja, hoeveel? - Hoeveel personen zijn experts en wat is hun specialiteit? - Wat is het aandeel van de inwoners van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de andere Gewesten van ons land? |
Antwoord | 1/ Op 31.10.2020 telt ons kabinet 42 medewerkers. 2/ Qua VTE komt dat neer op 40,5 aangezien een aantal medewerkers deeltijds werken. 3/ A500 = 1 medewerker A310 = 3 medewerkers A300 = 9 medewerkers A102 = 6 medewerkers A285 = 3 medewerkers A284 = 2 medewerkers B200 = 5 medewerkers B212 = 1 medewerker B121 = 1 medewerker C200 = 4 medewerkers C101 = 4 medewerkers D103 = 3 medewerkers 4/ 25 vrouwen (59,52%) en 17 mannen (40,48%). 5/ Er zijn 10 medewerkers gedetacheerd, waarvan 8 vanuit een regionale instelling. 2 zijn vanuit een federale instelling gedetacheerd. Voor 7 medewerkers neemt de oorspronkelijke werkgever de loonkosten op zich. 6/ Nederlandstalige taalrol = 27 medewerkers. Franstalige taalrol = 15 medewerkers. 7/ Momenteel zijn er geen medewerkers met een beperkte mobiliteit tewerkgesteld in ons kabinet. 8/ Raadgevers zijn oftewel aangesteld als adviseur of als attaché. 9/ Er zijn 33 woonachtig in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 9 medewerkers zijn woonachtig in andere regio’s. |