Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de huurtoeslag voor passief-, lage energie- of zeer lage energiewoningen in de sociale huisvestingssector.

Indiener(s)
Joëlle Maison
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 405)

 
Datum ontvangst: 07/10/2020 Datum publicatie: 14/01/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 08/01/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
10/11/2020 Ontvankelijk p.m.
08/01/2021 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) en de Openbare vastgoedmaatschappijen (OVM’s) spannen zich in om nieuwe openbare woningen te bouwen met hoge energieprestaties en het energetisch niveau van het bestaand sociale huurwoningenbestand te verhogen. Aldus verhuren de OVM’s een aantal passief-, lage energie-, of zeer lage energiewoningen wat niet enkel de CO2-uitstoot vermindert maar ook de energiefactuur van hun huurders. Artikel 26 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van de woningen beheerd door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen bepaalt echter dat de gezinnen in een passief-, lage energie- of zeer lage energiewoning een huurtoeslag moeten betalen bovenop de echte huurprijs. Deze huurtoeslag houdt rekening met de energieprestaties van de woningen en de besparingen dankzij deze prestaties op het vlak van verwarming.

In antwoord op een door mijn collega Ariane de Lobkowicz ingediende schriftelijke vraag in oktober 2019 hebt u aangegeven dat volgens de cijfers meegedeeld door de BGHM voor het jaar 2018, 103 huurders van de OVM’s een huurtoelage dienden te betalen voor een passieve woning, dat 199 huurders een huurtoelage dienden te betalen voor een lage energiewoning en dat 51 huurders een huurtoelage dienden te betalen voor een zeer lage energiewoning. Het maandelijks gemiddelde van deze toelage bedroeg 23,10 euro voor de passieve woningen, 6,80 euro voor de lage energiewoning en 10,50 euro voor de zeer lage energiewoningen.

Graag een antwoord op de volgende vragen:

1. Volgens de laatste door de BGHM meegedeelde gegevens, hoeveel huurders van de OVM’s dienden een huurtoelage te betalen voor een passiefwoning, lage energiewoning of zeer lage energiewoning in 2019? Kunt u ons een tabel verschaffen met de verdeling van deze huurders onder de zestien OVM’s?

2. Wat was het gemiddeld maandelijks bedrag van de huurtoelage voor:

a. een passieve woning;
b. een lage energiewoning;
c. een zeer lage energiewoning?

3. Kunt u ons het totaalbedrag van de inkomsten geven dat de OVM’s in 2019 hebben verkregen uit de huurtoelagen voor een passief-, lage energie- of zeer lage energiewoning? Kunt u ons tevens een tabel geven met de verdeling van deze inkomsten onder de zestien OVM’s?
 
 
Antwoord    De tabel in bijlage 1 geeft het aantal huurders van de OVM’s weer dat voor het jaar 2019 een huurtoeslag voor een passiefwoning, lage energiewoning of zeer lage energiewoning moest betalen.

Niet alle gezinnen betalen huurtoeslagen die gekoppeld zijn aan de energieprestatie. De tabel in bijlage 2 geeft per OVM een overzicht van het aantal gezinnen dat een huurtoeslag betaalt verbonden aan de energieprestatie en geeft het gemiddelde bedrag van de toeslag weer.

Tot slot bevat bijlage 3 alleen de OVM's die beschikken over passiefwoningen, lage energiewoningen of zeer lage energiewoningen.