Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de cijfers inzake de luchtkwaliteit in Brussel

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 553)

 
Datum ontvangst: 30/10/2020 Datum publicatie: 06/01/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 05/01/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/11/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Gelet op de conclusies die Leefmilieu Brussel voorstelde in zijn document: “De staat van het leefmilieu in Brussel”, wens ik u volgende vragen te stellen:

Kan u de volgende tabellen aanvullen, die gemaakt werden op grond van door uw administratie verschafte gegevens:

Emissies PM10

Concentraties PM10

 

Wegvervoer = 15 à 25 %

Residentieel =

Industrieproces =

Tertiair =

Afvalbeheer =

Andere vervoerwijzen =

Energieproductie =

Industrie =

 

Emissies PM2.5

Concentraties PM2.5

 

Wegvervoer = 5 %

Residentieel =

Industrieproces =

Tertiair =

Afvalbeheer =

Andere vervoerwijzen =

Energieproductie =

Industrie =

 

Emissies NO2

Concentraties NO2

 

Wegvervoer =

Residentieel =

Industrieproces =

Tertiair =

Afvalbeheer =

Andere vervoerwijzen =

Energieproductie =

Industrie =

 

Wegvervoer =

Residentieel =

Industrieproces =

Tertiair =

Afvalbeheer =

Andere vervoerwijzen =

Energieproductie =

Industrie =

 

Emissies Black Carbon

Concentraties Black Carbon

 

Wegvervoer =

Residentieel =

Industrieproces =

Tertiair =

Afvalbeheer =

Andere vervoerwijzen =

Energieproductie =

Industrie =


 
 
Antwoord    Volgens de inventaris van de luchtverontreinigende emissies van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 15 maart 2020, die betrekking heeft op de periode 1990-2018, is de sectorale uitsplitsing van de luchtverontreinigende emissies voor het jaar 2018 als volgt:









Wat de concentraties van verontreinigende stoffen betreft, is het niet mogelijk om een sectorale uitsplitsing te geven die uitsluitend gebaseerd is op de metingen die in het meetnet voor de luchtkwaliteit zijn verricht. Alleen Euleriaanse (en dus relatief complexe) modellering van de luchtkwaliteit op de schaal van België zou een
schatting kunnen geven van deze sectorale uitsplitsing. Momenteel beschikt Leefmilieu Brussel niet over een dergelijk model. Als de kwestie zou worden onderzocht, zou het dus nodig zijn om het werk uit te besteden aan een instelling (bv. VITO) die het vereiste model heeft.