Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de operationele procedure bij stedelijke onlusten en de procedure van informele escortes bij de Dienst Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp.

Indiener(s)
Mathias Vanden Borre
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 285)

 
Datum ontvangst: 29/10/2020 Datum publicatie: 10/12/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 08/12/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/11/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Bij de Dienst Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (DBDMH) bestaat er een operationele procedure bij stedelijke onlusten, die in voege treedt na de beslissing van de commandant van wacht.

Daarnaast bestaat er ook een procedure van informele escortes, en die omvat:
- Ofwel de begeleiding van onze voertuigen door de politie in zogenaamde waakzaamheidszones, op basis van voorafgaande ontmoetingsplaatsen;
- Ofwel in het vooraf plaatsen van politievoertuigen in bepaalde kazernes om gemengde konvooien te verzekeren, zodra de hulpdiensten in de buurt van die waakzaamheidszones uitrukken tijdens specifieke gebeurtenissen, zoals bijvoorbeeld op oudejaarsavond;

In dat verband heb ik de volgende vragen:

- Wat omvat de operationele procedure bij stedelijke onlusten bij de DBDMH?

- Hoeveel keer heeft de commandant van wacht de beslissing genomen om de operationele procedure bij stedelijke onlusten in voege te laten treden in 2019 en 2020? Voor welke onlusten werd die operationele procedure opgestart in 2019 en 2020?

- Hoeveel keer werd de procedure van informele escortes opgestart in 2019 en 2020?

- Hoeveel waakzaamheidszones zijn er en waar zijn ze gesitueerd?

- Hoeveel politievoertuigen werden vooraf geplaatst in bepaalde kazernes om gemengde konvooien te verzekeren tijdens interventies in waakzaamheidszones? Voor welke specifieke gebeurtenissen werden politievoertuigen vooraf geplaatst in bepaalde kazernes in 2019 en 2020? In welke kazernes werden politievoertuigen vooraf geplaatst in 2019 en 2020? Van welke politiezones waren die voertuigen afkomstig in 2019 en 2020?

- Wat zijn de gevolgen van het vooraf plaatsen van politievoertuigen in kazernes voor de werking van de politiezones?
 
 
Antwoord    De procedure bij interventies tijdens stedelijke onlusten werd in 2007 uitgewerkt na de Turkse betogingen tegen de Koerdische PKK-partij in de gemeenten Sint-Joost-ten-Node en Schaarbeek. Tijdens die betogingen werden personeelsleden van de DBDMH tijdens een interventie met stenen bekogeld. De DBDMH heeft daarop geoordeeld dat zijn operationele personeelsleden duidelijke richtlijnen moeten krijgen over wat ze moeten doen als personen met slechte bedoelingen (plunderen, vernielen, agressie, gooien van stenen, bewust in brand steken van vuilnisbakken, voertuigen, gebouwen...) bij elkaar komen om een doeltreffende en veilige interventie mogelijk te maken.

Deze procedure werd een eerste keer herzien nadat een brandweervoertuig in de Lemonnierlaan in de val was gelokt en werd aangevallen tijdens stedelijke onlusten in verband met een kwalificatiewedstrijd van Marokko op 11/11/2017 voor het wereldkampioenschap voetbal.

Door de toename van stedelijke onlusten, zoals de laatste jaren tijdens oudejaarsnacht, werd de procedure een tweede keer herzien.

Momenteel voorziet ze dat:
- er onmiddellijk contact wordt gelegd met de politiediensten van zodra de noodcentrale 112 / de brandweerdispatching wordt verwittigd over een risico op of een opstoot van stedelijke onlusten. Zo kunnen zowel het risico als de waakzaamheidszone worden verduidelijkt (met waakzaamheidszone wordt verstaan een interventiezone met risico op oproer of het werpen van projectielen, molotovcocktails... naar de hulpdiensten). De officieren van wacht, de postchefs, de mug en het Rode Kruis van de betrokken sectoren worden onmiddellijk verwittigd;
- indien nodig worden er ontmoetingspunten en voorkeursroutes overeengekomen met de politie;
- een officier begeeft zich naar de brandweerdispatching om de situatie te evalueren en om desgevallend de interventies te superviseren die in de waakzaamheidszone plaatshebben;
- Twee gemengde autopompen - “CATA-pompen” - die met beschermingsfolie beschermd zijn, staan klaar voor vertrek en verzekeren bij voorkeur de interventies in de waakzaamheidszones.
- de interventiekleding van de brandweerlieden wordt aangepast (de persoonlijke bijlen worden van de riem verwijderd, bestuurders in volledige interventiekleding) en er wordt een schuimblusser geplaatst in de bemanningscabine zodat ze zich rechtstreeks kunnen beschermen tegen het gooien van brandende voorwerpen;
- in de waakzaamheidszones kiezen de hulpverleners in interventie voor een voorzichtige benadering, die wordt verzekerd door de bescherming van de ordediensten;
o als de plaats van de interventie dichterbij komt, wordt het geluidssignaal onderbroken;
o de interventie begint pas na de beveiliging van de omgeving door de politie en nadat er voorzien is in een vluchtweg voor de voertuigen en de personeelsleden;
o de interventieduur wordt zoveel mogelijk beperkt en tijdens die duur wordt een ploeglid belast met het toezicht op de locatie;
o omdat de hogedrukleiding moeilijk van het voertuig kan worden losgekoppeld, wordt enkel de lagedrukleiding gebruikt;
o er wordt een evacuatiesignaal uitgezonden als de situatie ontspoort en bij ernstige bedreigingen. Het personeel keert terug naar de voertuigen, zorgt indien nodig voor de evacuatie ter plaatse en herneemt de interventie van zodra opnieuw voldoende bescherming kan worden geboden.

In 2019-2020 werd de procedure bij interventies tijdens stedelijke onlusten toegepast:
- in het kader van de preventiemaatregel die gold tijdens oudejaarsnacht 2019-2020. Die maatregel voorzag ook dat er op voorhand politie-escortes werden geplaatst in bepaalde kazernes om zo gemengde konvooien van politie en brandweerhulp of politie en hulpverleners-ambulanciers te verzekeren.
- twee keer in het tweede semester van 2020, tijdens de stedelijke onlusten in de Marollen op 4 en 5 september en op 6 en 7 november.

De preventiemaatregel op oudejaarsnacht 2019-2020 voorzag dat er op voorhand politie-escortes werden geplaatst in bepaalde kazernes om zo gemengde konvooien van politie en brandweerhulp of politie en hulpverleners-ambulanciers te verzekeren.
Tijdens de stedelijke onlusten in de Marollen in september werden ontmoetingspunten vastgelegd van waaruit interventievoertuigen naar de juiste plaats werden geëscorteerd door de politiediensten.

De waakzaamheidszones worden op basis van hun risicoanalyse bepaald door de politiediensten. Ze zijn veranderlijk en moeten dus voortdurend worden aangepast, net als de ontmoetingspunten. De informatie-uitwisseling en de communicatie over die zones tussen de politie- en hulpdiensten moeten dus optimaal zijn.

In het kader van de preventiemaatregel tijdens oudejaarsnacht 2019-2020 werden op voorhand acht politievoertuigen in de kazernes van de DBDMH geplaatst, namelijk:

-
4 voertuigen (20 agenten) in de stafkazerne;
- 2 voertuigen (10 agenten) in de voorpost “Anderlecht”;
- 1 voertuig (5 agenten) in de voorpost “Cité”;
- 1 voertuig (5 agenten) in de voorpost “VUB”;

Die voorafgaande plaatsing van politievoertuigen vloeit voor uit multidisciplinaire maatregelen die binnen de gewestelijke veiligheidscel worden beslist op basis van een risicoanalyse. Ze is slechts mogelijk in specifieke gevallen en voor een kort tijdsbestek omdat de infrastructuren van de DBDMH niet de gepaste afmetingen heeft om er plaats aan te bieden.

In 2019 en 2020 werden de politievoertuigen op voorhand in de stafkazerne en de voorposten “Anderlecht”, “Cité” en “VUB” geplaatst.

De agenten en politievoertuigen komen van de federale politie (gedeconcentreerde coördinatie- en steundirectie van Brussel-Hoofdstad).