Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het offerfeest.

Indiener(s)
Françoise Schepmans
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 501)

 
Datum ontvangst: 10/11/2020 Datum publicatie: 20/01/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 20/11/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/11/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Elk jaar opnieuw komt de organisatie van het ritueel slachten voor het offerfeest in het Brussels Gewest aan de orde. We herinneren het ons, in het verleden vonden deze slachtingen plaats in onaanvaardbare omstandigheden, in kelders of binnenplaatsen met alle problemen op het vlak van hygiëne, veiligheid en netheid tot gevolg. Om dit te vermijden hebben de gemeentelijke en de gewestelijke overheden verschillende min of meer doeltreffende werkwijzen uitgetest: organisatie en centralisering door het Brussels Gewest, de terbeschikkingstelling van het slachthuis van Anderlecht, installatie van tijdelijke slachtsites in de gemeenten met een financiële steun van het Gewest, enz.

Zoals u weet zou het offerfeest plaats moeten vinden eind juli of begin augustus. Wegens de coronacrisis waren vele Brusselaars genoodzaakt hun vakantie naar het buitenland te annuleren, en dus ook naar Marokko en Turkije. Vele islamitische bewoners zullen dus het offerfeest niet kunnen vieren in hun land van herkomst. Bijgevolg zal het slachthuis van Anderlecht vanzelfsprekend niet volstaan! De burgemeester van de Stad Brussel bevestigt dat er contacten gelegd werden met het Gewest.

Wat is de stand van zaken? Zal de Brusselse regering het beheer van het offerfeest voor haar rekening nemen in Brussel? Neemt het Gewest maatregelen? Met welke middelen? Welke zijn de contactverbanden met de Brusselse gemeenten voor de organisatie van tijdelijke slachtsites? Hebt u samenwerkingsaanvragen van gemeenten ontvangen voor de installatie van een tijdelijke site?
 
 
Antwoord    In 2016 heeft de Brusselse Hoofdstedelijke Regering beslist om de organisatie van het Offerfeest niet meer rechtstreeks op zich te nemen, maar om beschikbaar te blijven teneinde logistieke steun te verlenen voor private initiatieven die haar zouden worden voorgesteld, op voorwaarde dat deze initiatieven het van toepassing zijnde wettelijke kader volledig naleven. Noch mijn kabinet, noch dat van de minister-president werden gecontacteerd voor eventuele gewestelijke ondersteuning ter zake.

In een officiële mededeling aan haar leden heeft de Moslimexecutieve van België eraan herinnerd “
dat het mogelijk is om te offeren zonder verdoving. Privépersonen moeten daarvoor contact opnemen met vakmensen (slagers) die de enigen zijn die gebruik kunnen maken van de diensten van het slachthuis in Anderlecht ”.

De Europese regelgeving preciseert immers dat het onverdoofd slachten slechts mag worden uitgevoerd in een erkend slachthuis. In dit geval is het FAVV belast met deze erkenning en enkel het slachthuis van Anderlecht beschikt heden over zo’n erkenning.

Uit deze regelgeving en de rechtspraak van de Raad van State vloeit voort dat geen enkele tijdelijke slachtvloer rechtsgeldig kan worden erkend. In ieder geval is het derhalve niet mogelijk om dit soort infrastructuur op het Belgische grondgebied te installeren.

Leefmilieu Brussel heeft een brief naar de gemeenten en de politiezones gestuurd om te herinneren aan met name de geldende wetgeving en de maatregelen die genomen kunnen worden genomen in geval een overtreding wordt vastgesteld.

Hoewel “clandestiene” slachtingen onaanvaardbaar zijn en bestraft moeten worden, heb ik evenwel geen controlebevoegdheid wat de acties van de gemeenten ter zake betreft. De veeartsen-inspecteurs van Leefmilieu Brussel houden zich steeds ter beschikking van de politie en de gemeenten om efficiënte controles mogelijk te maken en de geschikte maatregelen te treffen.

Het Departement Dierenwelzijn heeft me gemeld dat de politiediensten van de zones Zuid en Elsene processen-verbaal hebben opgesteld voor inbreuken inzake transport, maar ook voor het illegaal slachten, wat geleid heeft tot de overdracht van 4 schapen en de inbeslagname van 3 schapen, waarvan één kadaver.