Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het stadsmeubilair ter bestrijding van vervuiling.

Indiener(s)
Leila Agic
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 557)

 
Datum ontvangst: 05/11/2020 Datum publicatie: 18/01/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 04/01/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
18/11/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Verschillende steden in de wereld beginnen stadsmeubilair te installeren in de strijd tegen vervuiling.

De stad Toulouse experimenteert met een kunstmatige boom die de vervuilde lucht opzuigt en schone lucht afgeeft.

Het experiment is midden september 2020 opgestart en loopt tot het voorjaar 2021. Het gaat om een kunstmatige boom waarin microalgen verwerkt zijn die CO
2 opnemen en net als natuurlijke bomen schone lucht afgeven. Het verschil is dat één enkele boom van dat type jaarlijks 200.000 m3 lucht kan zuiveren, wat het equivalent is van 100 echte bomen.

Een ander voorbeeld wordt gegeven door Londen en Amsterdam, die een groenmuur met de naam CityTree hebben installeren. Het gaat om een 4 meter hoge groenmuur met 1.600 mossen en planten die de fijne partikels opvangt en de lucht even goed reinigt als 275 bomen zouden doen.

Een laatste voorbeeld is de Smog Free Tower in Peking. Het gaat om de grootste luchtreiniger ter wereld. De toren is 7 meter hoog en kan 30.000 m
3 lucht per uur en 75% van de fijne partikels opvangen. De Smog Free Tower werd vervolgens geëxporteerd naar Nederland en Polen.

We leven in een tijd waarin de technologische verwezenlijkingen nog nooit zo snel en zo geavanceerd waren, maar ook waarin de klimaatuitdagingen nog nooit zo groot waren. Het is dan ook zeer ingenieus om de twee zaken aan elkaar te koppelen en de technologie een rol te laten spelen in de strijd tegen luchtvervuiling.

In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:

- Bestaan er dergelijke installaties in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?

- Wordt dit type stadsmeubilair thans of in de nabije toekomst onderzocht?

- Werkt u samen met de verschillende Europese metropolen om goede praktijken uit te wisselen? Zo niet, is dat dan een toekomstig project?
 
 
Antwoord    1/

In 2017 heeft de Stad Brussel gedurende drie maanden een ‘City Tree’ van de firma Green City Solutions uitgetest. De installatie van deze groenstructuur omvatte sensoren om de luchtkwaliteit (fijn stof, CO, SO
2, NO2 en O3) en broeikasgassen (CO2) te meten.

De resultaten van deze test waren in alle opzichten bijzonder teleurstellend. Enerzijds is de vegetatie van de City Tree letterlijk verdord voor het einde van de test, door een probleem met de besproeiing. Anderzijds bleken de sensorgegevens onbruikbaar, waardoor er geen conclusies konden worden getrokken over de impact op de luchtkwaliteit en het CO
2-gehalte. Vanuit dit oogpunt zou het gebruik van echte bomen productiever en goedkoper zijn geweest.


2/

Volgens de wetenschappelijke literatuur is de meest directe en veilige manier om de luchtkwaliteit in een stadsomgeving te verbeteren, het verminderen van de uitstoot van primaire verontreinigende stoffen aan de bron. Het beleid inzake de bestrijding van luchtverontreiniging moet daarom grotendeels worden afgestemd op deze aanpak. In Brussel gaat het er dus om daadkrachtige maatregelen te nemen op het gebied van vervoer en gebouwen, wat de regering probeert te doen.

Ten tweede is het ook relevant om een maximale afstand tussen inwoners en emissiebronnen van verontreinigende stoffen te garanderen, op alle horizontale niveaus.

De invoering van groene infrastructuur moet worden gezien als een maatregel van de derde orde die in bepaalde situaties kan bijdragen aan de verbetering van de luchtkwaliteit in de stad.

Ook moet worden opgemerkt dat, hoewel veel modelstudies suggereren dat het mogelijk is om groene infrastructuur te introduceren die de stedelijke luchtkwaliteit zal verbeteren, er momenteel weinig concreet bewijs bestaat (terreinmetingen) om deze stelling te onderbouwen. In situaties waarin de concentraties van verontreinigende stoffen snel evolueren in ruimte en tijd (bijvoorbeeld in de buurt van wegen) is het namelijk bijna onmogelijk om kleine variaties in de concentraties te meten en deze toe te schrijven aan de aanwezigheid van groene infrastructuur. Experimenten op laboratoriumschaal hebben een beperkt nut omdat de neerslag en de dispersie van de stoffen zeer nauw samenhangen met de driedimensionale stedelijke vorm en de stroming op synoptische schaal, terwijl adequaat gecontroleerde experimenten op het terrein met groene infrastructuur moeilijk, zo niet onmogelijk, te realiseren zijn.


3/

Leefmilieu Brussel werkt samen met andere steden en/of gewesten aan het toezicht op de luchtkwaliteit, maar niet specifiek aan de inzet van groene infrastructuur om luchtverontreiniging tegen te gaan.