Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de gemeentelijke voedingsbedrijven.

Indiener(s)
Gladys Kazadi
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 560)

 
Datum ontvangst: 12/11/2020 Datum publicatie: 18/01/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 18/12/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
18/11/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    U weet waarschijnlijk heel goed wat de "gemeentelijke voedingsbedrijven" zijn. Het doel van deze openbare structuren is groenten en fruit voort te brengen voor de plaatselijke gemeenschappen, zoals crèches, rusthuizen, scholen, enz. Deze bedrijven hebben verschillende voordelen: ze garanderen een kort traject, stellen de gemeente in staat om rechtstreeks te investeren in een milieuproject en wekken tegelijkertijd de plaatselijke belangstelling voor de landbouw.

In de andere Gewesten van het land werken sommige gemeenten al aan concrete projecten. Verschillende vormen zijn mogelijk. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat de boeren rechtstreeks door de gemeente of het Gewest worden betaald, terwijl de grond openbaar is, enz. In Wallonië heeft uw collega al aangekondigd dat het Gewest lokale voedselprojecten zal subsidiëren op basis van een voedingsbedrijf.

Ik denk dat deze bedrijven een interessante rol kunnen spelen binnen het Good Food-plan, met de wens om de ontwikkeling van de Brusselse landbouwgebieden en een eerlijke beloning voor de boeren te garanderen. Door het verlenen van overheidssteun zou het misschien mogelijk zijn om de moeilijkheden bij het opstarten van een bedrijf in de Brusselse landbouwsector te verminderen. Verder lijkt het me interessant om te kijken naar het onderwerp van de non-food goederen. Ik denk hierbij met name aan de herstelling/recuperatie van kleding, elektronische apparatuur, enz.

Om te ambities van uw regering ter zake te kennen, graag een antwoord op volgende vragen:

- Wat is het standpunt van uw regering over deze “voedingsbedrijven”? Welke hefbomen hanteert het Gewest om ze te bevorderen?

- Wat zijn de huidige locaties van de landbouwproductie in het Brussels Gewest? Wat zijn de bestaande structuren (coöperatieve, zelfstandige, vzw's...)?
 
 
Antwoord    1/

De ABV bepaalt dat de regering "[…] ambitieuze middelen [zal] inzetten om deze sector (landbouw in de stad en in de stadsrand) te ontwikkelen”; en verbindt zich ertoe steun te verlenen "voor de ontwikkeling van een duurzaam voedingsaanbod (volgens de criteria van de « Good Foodstrategie »), op de eerste plaats in de schoolrefters, maar ook in andere kantines en restaurants die rechtstreeks of onrechtstreeks beheerd worden door de overheid.".

Het model van de "gemeentelijke voedingsbedrijven" kan zo worden georganiseerd dat het bijdraagt aan de doelstellingen van de gewestelijke “Good Food”-strategie, i.e. o.a. de ontwikkeling van de lokale voedselproductie en de transitie van het aanbod van de Brusselse refters naar lokale, seizoensgebonden, evenwichtige en minder vlezige menu's.

Een hefboom om dit soort initiatieven financieel te ondersteunen is de Klimaatactie-projectoproep, die gericht is op gemeenten en OCMW's.

Bovendien ondersteunt Leefmilieu Brussel al een project van de Stad Brussel dat de haalbaarheid bestudeert van het opzetten van een stadslandbouwactiviteit op de site van de Sterrebeekse serres om de Brusselse keukens te bevoorraden met lokale producten.

De studie zal het meest relevante model moeten weerhouden tussen een internalisering van de productie via het voedingsbedrijfmodel of een uitbesteding via het ter beschikking stellen van grond aan een onafhankelijke economische actor.

Deze studie zal eind 2020 van start gaan en zal in juni 2021 uitmonden in een eindverslag.

Zoals gebruikelijk, volgt de administratie de innovatieve projecten op de voet om eventuele goede praktijken en (postieve of negatieve) leerervaringen te delen.


2/

Momenteel werd 233 ha landbouwgrond (beheerd door ongeveer 30 actieve landbouwers, waarvan 8 Brusselaars) geregistreerd voor rechtstreekse steun in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) op Europees niveau (cijfers voor 2019), wat neerkomt op ongeveer 1,5% van de totale oppervlakte van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Deze gronden bevinden zich voornamelijk in de gemeente Anderlecht (zuidwest, Neerpede) en in ondergeschikte orde in Molenbeek, Ukkel, Neder-Over-Hembeek en sinds kort ook in Sint-Agatha-Berchem.

Tegelijkertijd zijn er veel professionele stadslandbouwprojecten in het BHG (42 in 2020): tuinbouw, champignonteelt, insectenkweek, aquaponica, hydrocultuur, schapenteelt, ....

Deze stadslandbouwers zijn over het algemeen niet geregistreerd bij het GLB.

Deze projecten zijn verspreid over het hele grondgebied.

Ze vinden plaats in dichte stedelijke gebieden en in de rand van het Gewest.

De stadslandbouw in Brussel werd in 2018 ontwikkeld op ongeveer 11 ha (waarvan 0,6 ha bovengronds) en in 2020 op ongeveer 16 ha.

Er wordt momenteel gewerkt aan het in kaart brengen van deze stadslandbouwprojecten tegen eind 2020.

De stadslandbouwprojecten bestaan onder verschillende juridische structuren: vzw’s, zelfstandigen, vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, verenigingen, coöperaties (sommigen met sociaal oogmerk), landbouwers, enz.

Sommige van hen zijn ook actief in de vorm van een onderneming.