Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de vorige aangehaalde fusie tussen Innoviris en hub.brussels.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 287)

 
Datum ontvangst: 04/11/2020 Datum publicatie: 16/12/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 16/12/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
19/11/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Tijdens de vorige legislatuur maakte de Brusselse Regering werk van een vereenvoudiging en verhoging van de efficiëntie wat betreft de steun aan de Brusselse economie. Daartoe werden Atrium, impulse.brussels en Brussel Invest & Export vanaf 1 januari 2018 samengebracht onder het nieuwe agentschap hub.brussels.

Eerder verklaarde Minister-President Rudi Vervoort, in het kader van goed bestuur en rationalisering, dat ook Innoviris in het agentschap hub.brussels zou inkantelen. Beide instellingen hebben deels dezelfde stakeholders, werken veel samen en huizen overigens reeds in hetzelfde gebouw.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Kan u bevestigen dat een fusie tussen Innoviris en hub.brussels (of een inkanteling van de ene structuur in de andere) nog steeds op tafel ligt en effectief onderzocht wordt, eventueel in het kader van de hervorming van hub.brussels ten gevolge van de nieuwe vennootschapswet? Zo ja, op welke manier en door wie werd of wordt dit onderzoek gevoerd? Welke synergiën en mogelijke schaalvoordelen kwamen voort uit dit onderzoek?

- Is er binnen de Regering een akkoord over deze eventuele fusie? Zo ja, werd er al gepolst naar het standpunt van a) de raad van bestuur en het strategisch adviescomité van hub.brussels; b) de personeelsvertegenwoordigers; c) de wetenschappelijke raad en d) Brupartners?

- Welke timing stelt de Regering voorop om deze instellingen samen te voegen?
 
 
Antwoord    Ik verwijs u door naar het antwoord van mijn collega Staatssecretaris Trachte, aan wie u deze vraag eveneens stelde.