Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de avondklok en huisdieren

Indiener(s)
Ariane de Lobkowicz
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 515)

 
Datum ontvangst: 10/11/2020 Datum publicatie: 11/01/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 30/11/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
24/11/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Ik heb kennis genomen van het besluit van de regering dat bepaalt dat men na de avondklok voor medische of veterinaire noodgevallen naar buiten mag gaan, maar dat niet expliciet voorziet in het buitenkomen van een persoon en zijn/haar hond voor de behoeften van deze laatste, in tegenstelling tot bijvoorbeeld in Frankrijk.

Deze kwestie baart onze burgers veel zorgen.

Wat stelt uw administratie inzake Dierenwelzijn voor om deze situatie te verhelpen?
 
 
Antwoord    Ik ben mij sterk bewust van de noodzaak om onze stadsgenoten de mogelijkheid te geven hun hond uit te laten tijdens de avondklok die in Brussel van toepassing is tussen 22 uur en 6 uur ‘s ochtends.

Mijns inziens kan een volledig verbod om zijn dier uit te laten problematisch zijn voor het welzijn van dat dier, omdat het niet mogelijk is om de gewoonten van een hond van de ene dag op de andere te veranderen.

Zindelijkheid is inderdaad aangeleerd en men kan niet verwachten dat een hond die bijvoorbeeld nooit geleerd heeft om zijn behoefte op een hospitaaldoek te doen, dat plots wel doet.

De onmogelijkheid om zijn hond uit te laten tussen 22 uur en 6 uur stelt in het bijzonder problemen in de volgende gevallen:
- jonge honden die zindelijk leren te zijn en regelmatig uitgelaten moeten worden;
- oude honden die hun behoefte niet zo lang meer kunnen ophouden;
- honden met diabetes of honden die diuretica moeten nemen bijvoorbeeld, moeten vaker urineren en moeten regelmatig uitgelaten kunnen worden;
- de hond waarvan het baasje geen klassiek werkritme heeft, waardoor hij zijn hond niet voor 22 uur kan uitlaten.

In zijn huidige vorm kan dit verbod dus gedragsproblemen doen ontstaan. Naar mijn mening zou het dan ook opportuun zijn om deze maatregel aan te passen, zodat men zijn hond kan uitlaten, door middel van een strikte omkadering waarbij bijvoorbeeld het gebied om de hond uit te laten en de duur van de wandeling beperkt worden.

Deze overwegingen werden doorgegeven aan de bevoegde overheden en ik hoop dat ze gehoord zullen worden.