Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de evaluatie van het verhuurbeleid voor middelgrote woningen van de OVM’s.

Indiener(s)
Vincent De Wolf
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 415)

 
Datum ontvangst: 12/11/2020 Datum publicatie: 21/01/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 08/01/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
30/11/2020 Ontvankelijk p.m.
08/01/2021 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Krachtens artikel 67, 9° van de Huisvestingscode hebben de OVM's de taak om, met instemming van de BGHM, bescheiden en middelgrote woningen te verhuren in het kader van bouw- en algemene renovatieprojecten. Het aantal van deze bescheiden en middelgrote woningen mag een dubbele drempel niet overschrijden: 20% van de gebouwde woningen (of, in geval van renovatie, het aantal extra woningen ten opzichte van de vorige situatie) en 10% van alle door de OVM beheerde woningen. In met redenen omklede omstandigheden kan de regering de eerste drempel tot 40 procent verhogen.

Kennelijk voldoet het aanbod aan middelgrote woningen niet aan de vraag van de kandidaat-huurders. De huurprijzen zijn te hoog in verhouding tot de absolute kwaliteit van het onroerend goed en in verhouding tot het aanbod op de private markt. Het lage aantal aanvragers van dit type huisvesting bevestigt deze bewering. Wanneer een middelgrote woning geen kandidaat-huurder vindt, wordt deze echter omgebouwd tot sociale huurwoning.

In verband hiermee wil ik u graag de volgende vragen stellen:

- Hoeveel van de 97 middelgrote woningen die worden verhuurd door OVM's worden daadwerkelijk bewoond?

- Het aantal kandidaten voor bescheiden huisvesting is 459 en het aantal aanvragen voor gemiddelde huisvesting is slechts 54. Hoe zijn deze aanvragen verdeeld per gemeente? Heeft u een raming van de ontwikkeling van de vraag naar middelgrote woningen? Waaruit bestaat deze ontwikkeling?

- Hoeveel OVM's hebben toestemming gevraagd aan de BGHM om middelgrote en bescheiden woningen te verhuren? Hoeveel toelatingen heeft de BGHM verleend? Wat zijn de redenen voor eventuele weigeringen?

- Hoeveel middelgrote woningen werden omgebouwd tot sociale woningen? Om welke projecten gaat het? Wat is de verdeling van het aantal tot sociale woningen omgevormde middelgrote woningen per project en per gemeente?

- Hoe lang duurt het om een middelgrote woning om te bouwen tot een sociale woning? Na hoelang te hebben leeggestaan, wordt een middelgrote woning omgebouwd tot sociale woning?

- Wat rechtvaardigt de gevallen van omvorming van middelgrote woningen tot sociale woningen?

- Wat wordt gedaan om het kwaliteitsaspect van de projecten te verbeteren en het huren van middelgrote woningen aantrekkelijker te maken?

- Wat blijkt uit uw beoordeling van de aantrekkelijkheid van de middelgrote woningen die door de OVM's te huur worden gesteld?

- Wat blijkt uit uw evaluatie over de middelen die moeten worden ingezet om de aantrekkelijkheid van de middelgrote door de OVM's verhuurde woningen te verhogen en om te garanderen dat ze niet worden heringedeeld als sociale huurwoningen?
 
 
Antwoord    Hieronder vindt u het aantal woningen voor middeninkomens per OVM, op basis van de bevraging die in september is uitgevoerd bij de OVM’s:

OVM

Woningen

voor middeninkomens

totaal

bewoond

Lakense Haard

33

0

Le Logement Molenbeekois

2

2

De Moderne Woning

30

27

TOTAAL

65

29



Deze cijfers moeten gerelativeerd worden, met name voor de Lakense Haard (zie antwoord nr. 222 op de parlementaire vraag van mevrouw De Smedt:
http://www.parlement.brussels/weblex-quest-det/?moncode=147067&base=1&taal=fr).

De tabel in bijlage 1 bevat alle informatie over de uitsplitsing van de aanvragen per gemeente voor een woning voor bescheiden inkomens of voor middeninkomens.

Op dit moment is er geen evaluatie van de BGHM hierover geweest. De inschrijvingen zijn pas in maart 2018 begonnen. Ze zijn dus zeer recent.

De tabel in bijlage 2 bevat de bouwprojecten met woningen voor middeninkomens en voor bescheiden inkomens. Twee van deze projecten staan on hold: het project “Cailles” in Watermaal-Bosvoorde en het project “Brel” in Sint-Lambrechts-Woluwe.

Voor alle in deze tabel genoemde projecten zijn alle initiële aanvragen voor middeninkomenswoningen en woningen voor bescheiden inkomens goedgekeurd door de raad van bestuur van de BGHM en de regering, met uitzondering van het project voor verdichting van Homborchveld in Ukkel. Binhôme heeft inderdaad gevraagd om de drempel te verhogen tot 40%. De regering heeft dit verzoek geweigerd gelet op het gemeentelijke percentage omkaderde woningen in Ukkel. De regering heeft daarom het percentage middeninkomenswoningen vastgelegd op 20%.

De tabel geeft het aantal van 20% middeninkomenswoningen weer. Naar aanleiding van een nieuwe aanvraag van de OVM, dient de raad van bestuur van de BGHM de afwijkingsaanvraag van de sociale huisvestingsmaatschappij BinHôme opnieuw in bij de regering, en dit in het kader van een evenwicht met het beheer van het woonproject “Alsemberg” door de SFAR, elders op het grondgebied van Ukkel. De regering moet nog beslissen over deze afwijkingsaanvraag.

Wat betreft de omvorming van middeninkomenswoningen tot sociale woningen is er tot hiertoe slechts één woning herbestemd tot sociale woning. De Lakense Haard heeft de socialisering gevraagd van 33 middeninkomenswoningen van de Modelwijk waarvoor geen huurders werden gevonden. Deze socialisering werd goedgekeurd door de regering op 10 december 2020.

Er is geen wettelijke termijn voorzien voor deze omvormingen.

De moeilijkheden om huurders te vinden voor middeninkomenswoningen, de financiële gevolgen daarvan voor de maatschappij op het vlak van verlies van huurinkomsten, en het feit op zich dat nieuwe middeninkomenswoningen onbewoond zijn, terwijl er 49.000 gezinnen op een sociale woning wachten, vormen een perfecte reden voor het socialiseren van deze middeninkomenswoningen.

Er zijn echter wel verbeteringen uitgevoerd om deze projecten voor middeninkomenswoningen aantrekkelijker te maken. De minimumhuurprijs die in een omzendbrief is vastgelegd, is namelijk verlaagd in overleg met mijn kabinet en de sector.

Wat de evaluatie van de aantrekkelijkheid van de middeninkomenswoningen betreft, zijn dit de bevindingen:
- De middeninkomenswoningen in Sint-Lambrechts-Woluwe werden te huur aangeboden voordat de regels voor de berekening van de huurprijs en het toelatingsinkomen in werking traden. De inkomensgrenzen en de huurprijzen lagen lager;
- Le Logement Molenbeekois heeft slechts twee middeninkomenswoningen;
- De Lakense Haard, die geen huurders vond voor de middeninkomenswoningen, heeft de woningen omgebouwd tot woningen voor bescheiden inkomens (30) en sociale woningen (33), voor gelijkaardige huurprijzen;
- Blijkbaar voldoen de middeninkomenswoningen die de OVM’s aanbieden niet aan de verwachtingen van het doelpubliek. Het imago van de sociale huisvesting speelt daarbij zeker een rol en de BGHM heeft daar dan ook aan gewerkt. Gezien het grote verschil tussen het aantal huurders dat op een sociale woning wacht (meer dan 49.000) en het aantal huurders dat op een middeninkomenswoning wacht (53), moeten de middelen voor de bouw van woningen ingezet worden voor de dringendste behoeften, dus voor sociale woningen.

Tot slot zien we niet de noodzaak om te "garanderen" dat de middeninkomenswoningen waarvoor geen huurder wordt gevonden, niet worden herbestemd tot sociale woningen. Op dit moment is het echt nodig om een oplossing te vinden voor de Brusselaars die de grootste moeite hebben om een behoorlijke woning te vinden en om te voorkomen dat middeninkomenswoningen of woningen voor bescheiden woningen leeg blijven staan omdat deze niet voldoen aan de behoeften van de bevolking.