Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het migratiesaldo in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 214)

 
Datum ontvangst: 19/11/2020 Datum publicatie: 18/12/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 17/12/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
07/12/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Zoals u weet voert het Brussels Hoofdstedelijk Gewest al langere tijd een strijd tegen de stadsvlucht van gezinnen die onze hoofdstad achter zich laten en zich elders in het land vestigen. In 2018 ging het om 40.162 inwoners die Brussel verlieten, waarvan zo’n 25.000 naar Vlaanderen en 15.000 naar Wallonië.

Uit cijfers van het BISA, Statistiek Vlaanderen en IWEPS bleek daaromtrent dat vooral de stadsvlucht vanuit Brussel naar Vlaanderen al twintig jaar toeneemt. In 2016 ging het om 55% meer mensen in vergelijking met 1997. De inwoners die Brussel verlaten zijn vooral dertigers en jonge veertigers. Het gaat ook steeds meer om staatsburgers van niet-Europese landen of van de jongste lidstaten van de Europese Unie. Tegelijkertijd verhuizen ook steeds meer Vlamingen naar Brussel (15.000 mensen in 2018 tegenover 10.000 in 2000).

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Kan u meedelen welke kwalitatieve analyses u hebt gevoerd omtrent de migratiebewegingen binnen en buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Welke conclusies komen hier uit voort? Hoe evalueert u deze migratiebewegingen en -saldi? Kan u de voornaamste bewegingen duiden voor het jaar 2019? Hoe verhouden deze cijfers zich tegenover de statistieken van de voorgaande jaren?

- Welke verwachting bestaat er hieromtrent voor 2020, gezien de coronacrisis? Hebt u zicht op de effecten die de coronacrisis hieromtrent reeds gehad heeft?

- Hoe informeert u de Regering over deze bewegingen en welke noodzakelijke maatregelen hieruit dienen voort te vloeien? Over welke hefbomen beschikt u hieromtrent?

- Kan u toelichten hoe de Regering de migratie monitort en hier haar regeringsbeleid op baseert? Hoe stimuleert deze Regering in het bijzonder jonge gezinnen en jonge mensen om in Brussel te blijven? Welke acties en middelen voorziet u daartoe?
 
 
Antwoord    Antwoorden op de vragen 1 en 4a :

Kwantitatief publiceert het BISA op haar website statistieken over interne migratie in België van, naar of binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

In de tabellen 1.5.3.4 tot 1.5.3.6 (Totale bevolking, Mannen, Vrouwen) wordt voor het jaar 2019 de migratiestromen tussen elk van de Brusselse gemeenten en elk van de andere gewesten, van Vlaams- en Waals-Brabant en elk van de 18 andere Brusselse gemeenten, uitgesplitst. Deze tabellen tonen alleen migraties tussen verschillende gemeenten. Er wordt geen rekening gehouden met migratie binnen dezelfde gemeente. Tabellen 1.5.3.7 tot 1.5.3.9 (Totale bevolking, Mannen, Vrouwen) tonen de evolutie van de migratiestromen tussen het Brussels gewest en deze zelfde entiteiten (2 gewesten, Vlaams- en Waals-Brabant), voor elk jaar van 2008 tot 2019.

Bij de lectuur ervan, wordt de toename van de stromen tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Vlaanderen, en meer specifiek Vlaams-Brabant, duidelijk:
- Inderdaad, in 2019 verlieten 40.811 mensen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om zich elders in België te vestigen, waaronder 15.081 in Wallonië en 25.730 in Vlaanderen. Daarvan vestigden 19.078 Brusselaars zich in Vlaams-Brabant. Bijna een op de twee Brusselaars (47%) die in 2019 het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verliet voor de rest van België vestigde zich dus in Vlaams-Brabant.
- Tegelijkertijd verlieten 25.089 mensen een van de twee andere gewesten van het land om zich in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te vestigen, waaronder 11.117 uit Wallonië en 13.972 uit Vlaanderen. Daarvan kwamen 9.573 uit Vlaams-Brabant, of 38% van alle nieuwkomers.
- In vergelijking met voorgaande jaren zet 2019 de stijgende lijn voort voor vertrekken vanuit Brussel naar Vlaanderen en meer specifiek naar Vlaams-Brabant. Voor stromen richting Wallonië is het veel minder duidelijk. Voor de nieuwkomers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2019 is de trend minder duidelijk, met uitzondering van nieuwkomers uit heel Vlaanderen, waarvan het aantal voor het 5de jaar op rij continu stijgt.
- Onder deze verschillende stromen is het de toename van de uitstroom vanuit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest naar Vlaams-Brabant, die de belangrijkste stijging kende van 2008 tot 2019, van 15.000 emigranten in 2008 naar 19.078 in 2019.
- Wat de migratiestromen binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreft, is er een algemene stijging (+ 10%) van het aantal migraties tussen de 19 Brusselse gemeenten van 2008 tot 2019. Het jaar 2019 (66.536 migraties) bevestigt de trend en ligt dicht bij 2017, waar het aantal migraties tussen de gemeenten het hoogst was (66.542).

Een ander element dat het mogelijk maakt om de interne migratiestromen en hun evolutie op te volgen, betreft de Demografische Barometer die elk jaar door het BISA wordt gepubliceerd en het demografisch portret van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest opstelt, evenals de elementen die de demografische evolutie van het voorgaande jaar verklaren. Onder deze wordt interne migratie systematisch onderzocht. Het volgende deel van deze reeks zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2021 online staan.

Eind 2019 publiceerde het BISA in samenwerking met IWEPS en Statistiek Vlaanderen ook een meer specifieke studie over migratiestromen tussen de drie gewesten van het land (van 1997 tot 2016). Het benadrukte met name deze toename van de stromen tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Vlaanderen, vooral naar Vlaanderen. Het onderstreepte ook het selectieve karakter van migratie met betrekking tot de leeftijd ( jongvolwassenen in de werkende leeftijd ) en de nationaliteit van migranten ( de peri-verstedelijking van Brussel naar het hinterland betreft niet langer alleen Belgen, maar ook in toenemende mate buitenlanders ).

Bovendien heeft de Brusselse Regering via INNOVIRIS verschillende onderzoeksprojecten gefinancierd die zowel een kwalitatieve als een kwantitatieve dimensie hebben en betrekking hebben op de stadsvlucht van Brusselse gezinnen (2016-2020), waaronder:
­ RESIBRU, dat tot doel heeft Brusselse huishoudens te karakteriseren die gevoelig zijn voor stadsvlucht, en
­ BRUXODUS, dat met name een enquête uitvoerde over de migratietrajecten van 10.000 (ex-) Brusselaars.


Antwoord op vraag 2:

De effecten van de COVID-19-crisis op migratie van, naar en binnen het Brussels gewest zijn momenteel nog volkomen onbekend. Er zullen namelijk geen cijfers over interne migratie die gedurende het jaar 2020 plaatsvond vóór de zomer van 2021 beschikbaar zijn of worden uitgegeven.

Het Federaal Planbureau, dat elk jaar demografische projecties voor België en elk van zijn gewesten opstelt, heeft afgelopen juni een herziening van eerdere projecties opgesteld, rekening houdend met de COVID-19-crisis. Zo verwacht het voor 2020 een toename van de sterftecijfers en een afname van de internationale migratiestromen. De geboortecijfers zullen in 2020 niet worden beïnvloed. De interne migratiestromen zijn ongewijzigd gelaten vanwege een gebrek aan gegevens waarmee een trend kan worden bevestigd. Alhoewel verschillende krantenartikelen inderdaad over een toename van de peri-verstedelijking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest handelden, met name als gevolg van een toegenomen zoektocht naar tuinen en groene ruimtes die het Gewest niet kan bieden, kan momenteel geen enkele statistiek een dergelijke hypothese bekrachtigen.


Antwoord op vraag 3:

Uit het voorgaande blijkt dat het BISA het gegeven van het migratiesaldo regelmatig opvolgt, analyseert en hierover de Brusselse Hoofdstedelijke Regering informeert.


Antwoorden op vragen 4b en 4c :

Op deze vragen is het echter moeilijk om een kort en bondig antwoord te formuleren. Hier wens ik graag te verwijzen naar de Gemeenschappelijke Algemene Beleids-verklaring van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie voor de Regeerperiode 2019-2024. Hier zijn tal van politieke maatregelen opgenomen om bijvoorbeeld jonge gezinnen in het Brussels gewest te houden. Hierna citeer ik er graag enkele:

“Ook wenst de Regering de toegangsvoorwaarden te vereenvoudigen die gelden voor de woningen van Citydev en te zorgen voor de nodige middelen om de instelling in staat te stellen tegen hetzelfde ritme verder te gaan met de productie van koopwoningen zodat de Brusselaars een eigendom kunnen verwerven tegen een betaalbare prijs (200 woningen per jaar) en haar toe te staan gebruik te maken van erfpachtmechanismen bij het op de markt brengen van geconventioneerde woningen die gebouwd zijn rekening houdend met
stedenbouwkundige lasten.” (p. 17)

“Het stelsel van abattementen op de registratierechten is een transparante maatregel die jonge gezinnen de kans biedt om eigenaar te worden van hun woning zonder administratieve kopzorgen. Ruim 7.000 gezinnen maken hiervan jaarlijks gebruik om zich blijvend in het Brussels Gewest te vestigen. Het abbattementenstelsel zal worden herzien in lijn met de evolutie van de vastgoedprijzen.” (p. 18)

“In reactie op de noodsituatie heeft het Brussels Gewest aanzienlijke middelen uitgetrokken voor de ondersteuning van de oprichting van
kinderopvangplaatsen voor kinderen onder de drie jaar door tegelijk een beroep te doen op het werkgelegenheidsbeleid (toekenning van GECO-betrekkingen), de instrumenten voor territoriale ontwikkeling (bouw van
crèches in het kader van duurzame wijkcontracten), het toezicht op de plaatselijke besturen (BGHGT-subsidies) en de dotatie die aan de Gemeenschapscommissies wordt toegekend om de infrastructuren te
ondersteunen.” (p. 54 e.v.)


Voor meer specifieke vragen per beleidsdomein, zou ik u dan ook willen vragen om u te richten tot de andere bevoegde Ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.