Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende woonbonus.

Indiener(s)
Emmanuel De Bock
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 215)

 
Datum ontvangst: 23/11/2020 Datum publicatie: 21/01/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 05/01/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
08/12/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Sinds de inwerkingtreding van de hervorming in januari 2017 kunnen gezinnen die hun enige eigen gezinswoning in het Brussels Gewest kopen, niet langer de "woonbonus" genieten. Het belastingvoordeel is echter nog niet volledig verdwenen in ons Gewest, in zoverre de Brusselse wetgever ervoor gezorgd heeft dat de gezinnen die vóór 1 januari 2017 een hypothecaire lening hadden gesloten voor de aankoop van hun enige eigen gezinswoning, hun verworven rechten behouden. Deze laatsten kunnen gedurende de hele terugbetaling van hun hypothecaire lening de belastingaftrek blijven genieten die gekoppeld is aan de "woonbonus". Zoals voormalig Brussels minister van Financiën en Begroting Guy Vanhengel had benadrukt bij de goedkeuring van de belastinghervorming, zou de geleidelijke afschaffing van de "woonbonus" het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in staat stellen nieuwe begrotingsmiddelen vrij te maken dankzij de geleidelijke vermindering van de fiscale uitgaven voor die regeling.

In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:

1. Kunt u op basis van de statistieken waarover u beschikt, meedelen hoeveel gezinnen de "woonbonus" hebben kunnen genieten bij de aankoop van hun enige eigen gezinswoning in het Brussels Gewest en waarvan het belastingvoordeel gestopt is in 2018 of 2019 na de terugbetaling van hun hypothecair krediet?

2. Voor hoeveel gezinnen die de "woonbonus" hebben genoten bij de aankoop van een onroerend goed in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, is het belastingvoordeel gestopt in 2020 of zou dat moeten stoppen?

3. Hoeveel gezinnen genieten vandaag nog het belastingvoordeel dat gekoppeld is aan de "woonbonus" bij de aankoop van hun hoofdverblijfplaats in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?

4. Wat is het totale bedrag van de fiscale uitgaven voor de woonbonus die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de begrotingsjaren 2018 en 2019 heeft moeten doen?

5. Wat is het totale bedrag van de fiscale uitgaven die ons Gewest in 2020 moet doen om de regeling van de “woonbonus” te financieren?

6. Hoeveel zouden de fiscale uitgaven voor de woonbonus in 2021 bedragen?

7. Kunt u, op basis van de prognoses van uw diensten, een raming geven van de omvang van de begrotingsmiddelen die ons Gewest op termijn zou moeten kunnen vrijmaken dankzij de geleidelijke afschaffing van de “woonbonus”?
 
 
Antwoord    De hiernavolgende gegevens werden door het federale niveau aangeleverd, daar de gewestelijke 'woonbonus' wordt beheerd door de FOD Financiën in het kader van de personenbelasting.

Hierbij dient erop te worden gewezen dat belastingplichtigen enkel de bedragen aan interesten en kapitaalaflossingen, alsook de premies inzake de individuele levensverzekeringen, betaald gedurende het jaar, in hun aangifte in de personenbelasting moeten aangeven.

In de aangifte zijn geen gegevens opgenomen met betrekking tot de looptijd van de lening. Het is derhalve niet mogelijk om op basis van de bovenvermelde aangifte het aantal belastingplichtigen te bepalen die aan het einde van de terugbetaling van hun hypothecaire lening zijn gekomen.

De gegevens voor aanslagjaren 2020 (inkomstenjaar 2019) en 2021 (inkomstenjaar 2020) zijn evenwel nog niet beschikbaar daar het inkohieringsproces nog lopende is.

De laatst beschikbare gegevens hebben betrekking tot aanslagjaar 2019 (inkomstenjaar 2018). In aanslagjaar 2019 hebben 72.346 belastingplichtigen die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wonen, gebruik gemaakt van de belastingvermindering voor de woonbonus.

Het totaalbedrag van de fiscale uitgaven met betrekking tot de woonbonus bedragen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 90,63 miljoen euro voor het aanslagjaar 2018 (inkomstenjaar 2017) en 85,48 miljoen euro voor het aanslagjaar 2019 (inkomstenjaar 2018).

De ramingen van de fiscale uitgaven met betrekking tot de woonbonus voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bedragen respectievelijk 79,2 en 72,9 miljoen EUR voor aanslagjaren 2020 (inkomsten 2019) en 2021 (inkomsten 2020).

Op basis van de recente meerjarenramingen 2020-2024 uitgevoerd door de FOD Financiën zal de budgettaire kost voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de woonbonus per aanslagjaar met zo’n 6,3 miljoen euro dalen.