Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende adviezen, audits en onderzoeken betreffende de 40 kilometer fietspaden.

Indiener(s)
Marc Loewenstein
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 666)

 
Datum ontvangst: 25/11/2020 Datum publicatie: 22/01/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 18/01/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
08/12/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In de marge van de lockdown van mei 2020 na de eerste Covid-19-golf hebt u aangekondigd dat er een extra 40 km fietspaden zou worden aangelegd. Het plan werd gemotiveerd met twee argumenten. Enerzijds werd volgens u een toename vastgesteld van het aantal verplaatsingen per fiets tijdens de lockdown, met een verdrievoudiging van het aantal fietsers in het weekend. Anderzijds blijkt volgens u uit de resultaten van een tevredenheidsonderzoek dat pendelaars bereid zijn het openbaar vervoer in te ruilen voor de fiets, op voorwaarde dat er voldoende infrastructuur aanwezig is.

Wat de aanleg van de 40 kilometer fietspaden betreft, hebt u er tijdens de vergadering van de commissie voor de mobiliteit van 5 mei 2020 op gewezen dat het belangrijk is dat alle aanpassingen "op een lichte manier, zonder de geldende verkeersregels te wijzigen en zonder de veiligheid van de weggebruikers in gevaar te brengen" worden aangebracht. Bij elk project zouden het mobiliteitscentrum en de verkeersdirectie om advies worden gevraagd. Bovendien hebt u erop gewezen dat er eveneens een veiligheidsaudit wordt uitgevoerd op de assen waar dat nodig is.

De aanleg van extra beveiligde infrastructuren die het gebruik van de fiets in Brussel stimuleren, moet weliswaar worden toegejuicht, omdat zulks helemaal strookt met het streven om de mobiliteit in ons Gewest zachter, vlotter en duurzamer te maken, dat ik ook samen met DéFI steun, maar de aanleg van de 40 kilometer fietspaden doet verschillende vragen rijzen:

1. Hoe staat het met de adviezen van het mobiliteitscentrum en de verkeersdirectie die voor elk project dienden te worden uitgebracht? Wat zijn de conclusies daarvan? Kunt u ze openbaar maken, opdat we kunnen nagaan of ze gevolgd werden?

2. Hoe staat het met de veiligheidsaudits die werden uitgevoerd op de assen waar dat nodig was? Wat zijn de conclusies daarvan? Wat bedoelt u precies met "de assen waar dat nodig is"? Welke overheid bepaalt dat? Volgens welke criteria?

3. Volgens verschillende getuigenissen konden sommige mensen de tevredenheidsenquête meermaals invullen zonder dat ze zich moesten identificeren. Dat stelt de methodologische betrouwbaarheid van het onderzoek ter discussie. Kunt u bevestigen dat het technisch gezien mogelijk was? Kunt u toelichtingen verstrekken over de methodologie die voor de enquête werd gevolgd?
 
 
Antwoord    Het mobiliteitscentrum, en ook andere directies van BM, zijn betrokken geweest bij de uitwerking van de projecten en werden geconsulteerd door de projectleiders via informeel intern overleg. Tijdens deze interne overlegmomenten werd bijvoorbeeld geanalyseerd wat de optimale configuratie van kruispunten zou zijn (keuze en lengte van voorsorteerstroken), wat de te verwachten impact op het verkeer zal zijn van de voorstellen, De overlegmomenten hebben in sommige gevallen ook geleid tot aanpassingen aan de programmering van de verkeerslichten.

De verkeersveiligheidsaudits worden geregeld door de ordonnantie van 19 mei 2011 betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur en het bijbehorende uitvoeringsbesluit, namelijk het ministeriële besluit van 13 juni 2013 betreffende de richtlijnen voor de toepassing van de procedures voor het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur en van de strategische oriëntatienota's.

Deze regelgevingen bepalen welke wegen aan een verkeersveiligheidsaudit moeten worden onderworpen. Er moeten verkeersveiligheidsaudits worden uitgevoerd op de wegen van het primaire netwerk (grootstedelijke en hoofdwegen).

De procedure voor projecten die geen stedenbouwkundige vergunning vereisen omvat een analysefase. Alle projecten voor coronafietspaden werden aan deze analyse onderworpen.

Het auditverslag vermeldt alle risico’s met betrekking tot de projecten en verstrekt aanbevelingen voor wijzigingen. Als deze aanbevelingen niet worden opgevolgd, moet dit worden gemotiveerd.

De enquête werd inderdaad uitgevoerd zonder dat er persoonsgegevens werden ingezameld (IP-adres, e-mailadres of andere). Deze methode werd als compromis gekozen om twee redenen: enerzijds om de respondenten gerust te stellen en zo gemakkelijker een groot aantal antwoorden en vooral meningen over de inrichtingen te krijgen en anderzijds om de start van de enquête te versnellen door administratieve stappen op het vlak van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en AVG-verwerkingen die hieruit voortvloeien te vermijden.

De mogelijkheid dat sommige personen de vragenlijst meerdere malen hebben ingevuld kan dus niet worden uitgesloten. Het studiebureau zuivert echter de gegevens om respondenten met een abnormaal en/of verdacht profiel te schrappen (te snelle antwoorden, onsamenhangende antwoorden, enz.).

Het registreren van persoonsgegevens zoals het IP-adres van het gebruikte toestel, een e-mailadres, enz. vormt geen belemmering voor personen die de enquête meermaals willen invullen, aangezien ze verschillende toestellen of e-mailadressen kunnen gebruiken. Dit soort filter kan personen uit hetzelfde huishouden die slechts een toestel (of gemeenschappelijk e-mailadres) hebben of personen die een gedeeld toestel gebruiken (studenten, personen zonder computer of smartphone met internetverbinding) daarentegen wel belemmeren de vragenlijst in te vullen.

De antwoorden op de algemene vragen zullen niet worden geëxtrapoleerd naar alle personen die zich in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verplaatsen. Het doel van de enquête bestaat er voornamelijk in verbeterpunten te identificeren om het verkeer voor alle gebruikers te vergemakkelijken.

De enquête was online beschikbaar. Ze werd verspreid via verschillende kanalen: flyers op het terrein (QR-code + internetadres), een persbericht van Brussel Mobiliteit, de Facebookpagina van Brussel Mobiliteit, de Facebookpagina van Bike for Brussels, affiches aan de verdeelpunten van de actie “Be bright use a light”, een nieuwsbericht op de portaalsite van Brussel Mobiliteit en de Fiets News van Brussel Mobiliteit. De vragenlijst werd vervolgens verspreid via sociale media. De resultaten worden momenteel geanalyseerd.