Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de problematische toestand van de werken aan metrolijn 3 bij de Jamarlaan voor de toegang van hulpverleningsvoertuigen tot de gebouwen naast de werken.

Indiener(s)
David Leisterh
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 296)

 
Datum ontvangst: 08/12/2020 Datum publicatie: 21/01/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 17/12/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
09/12/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De liberalen hebben altijd geijverd voor de invoering van een nieuwe metro in Brussel en om te beginnen verheugt het me dat de werken aan metrolijn 3 vorderen. Ons Gewest heeft behoefte aan kwaliteitsvol openbaar vervoer en dat omvat een brede waaier van diensten voor zoveel mogelijk Brusselaars.

Toch leveren deze werken in verschillende opzichten problemen op. Met name op de Jamarlaan, waar de bouw van het nieuwe metrostation Toots Thielemans officieel van start ging op 29 juni 2020, maar eigenlijk begon op 07 september 2020.

Deze werken hebben een grote impact op het gebouw op de Jamarlaan 19. Dit pand heeft iets meer dan 100 wooneenheden, een medisch centrum, twee kantoren en 130 parkeerplaatsen. In de stedenbouwkundige vergunning wordt vermeld dat de hulpverleningsvoertuigen toegang moeten krijgen tot dit complex via de Jamarlaan en een ingang naar de appartementen. Deze ingang zal echter vanaf 19 oktober, wanneer de fase van de civiele werken begint, niet meer bruikbaar zijn voor hulpverleningsvoertuigen. In deze fase is er inderdaad sprake van een aanpassing van de wegen voor de bouwplaats en de afsluiting van de toegang haaks op de Jamarlaan in de richting van de appartementen. De nieuwe configuratie die de MIVB voor deze werf heeft gepland, laat echter niet toe dat de hulpdiensten het complex van de Jamarlaan 19 kunnen oprijden zoals ze geacht worden te kunnen doen. In geval van brand zouden de brandweerwagens dus niet kunnen manoeuvreren om bij de gebouwen te komen en zouden ze door de bouwplaats worden geblokkeerd. De DBDMH had een gunstig advies uitgebracht over de bouwplaats, maar dit advies is gebrekkig omdat in dit advies geen rekening is gehouden met de eis om het binnenplein van de Jamarlaan 19 te betreden.

Bovendien kan de verbreding van de doorgangsruimte op de bouwplaats die voorzien is voor hulpverleningsvoertuigen ook voor de andere gebouwen niet worden gehandhaafd vanaf het moment dat de bouwer de bouw van de verticale spatwand moet aanpakken. Vanaf dat moment zullen noch de hulpdiensten, noch enig ander voertuig de gevels aan deze kant van de laan kunnen bereiken. Dit leidt uiteraard tot veel veiligheidsproblemen.

Graag een antwoord op volgende vragen:

- Werd u geraadpleegd door de MIVB over de onmiskenbare veiligheidsproblemen die de werf op de Jamarlaan oplevert voor de toegang voor hulpverleningsvoertuigen?

- Heeft de DBDMH een nieuw advies uitgebracht over de werf van de Jamarlaan, waarin de verplichting voor hulpverleningsvoertuigen om toegang te hebben tot het binnenplein van de Jamarlaan 19 is opgenomen?

- Wat zijn de opties waarmee de DBDMH rekening houdt om deze duidelijke veiligheidsproblemen voor de Brusselaars te verhelpen?

- Heeft uw administratie gedacht aan een toegangsplan voor de gebouwen aan de Jamarlaan om de toegang voor hulpverleningsvoertuigen te garanderen?
 
 
Antwoord    Er vond een voorbereidende vergadering plaats in aanwezigheid van de aannemer, de gemeente en de DBDMH. Het is de burgemeester die verantwoordelijk is met de wegbeheerder voor de toegankelijkheid.

In dat opzicht werden een aantal principes vastgelegd voor de hele werf opdat de toegankelijkheid gewaarborgd blijft, waaronder:
1. De toegang van de brandweer tot Jamarlaan 19 moet altijd open blijven voor de voertuigen van de Dienst voor Brandbestrijding.
2. Voor elke fase moet de DBDMH toegankelijkheidsplannen voor de brandweer ontvangen.
3. De voertuigen van de Dienst Brandbestrijding moeten toegang hebben tot het binnenste deel van de werf in de Jamarlaan; Stalingradlaan/Lemonnierlaan en hun zijstraten en moeten er ook door kunnen rijden.
a. De maximale afstanden voor de autoladder tot de gevels moeten worden gerespecteerd.
b. Zichtbare borden moeten de toegangen voor de Dienst Brandbestrijding aanduiden.
c. Elke 80 meter worden er poortjes voorzien (max. 40 m afstand tussen die toegangen en de ingangen van de aangrenzende gebouwen) in de hekken rond de werven zodat de interventieploegen vanuit de parkeerzone voor voertuigen naar de ingang van de gebouwen kunnen gaan.
d. De werklengtes van de slibwanden worden beperkt tot 20 m opdat de autoladders altijd tot de gevels kunnen reiken.
e. Door de geografische omvang en de lange duur van de werf worden voor elke nieuwe fase bezoeken van de Dienst Brandbestrijding voorzien.

Wat de toegangsweg voor de brandweer tot Jamarlaan 19 betreft, geven de plannen van fase 1, waar de DBDMH een advies over heeft uitgebracht, duidelijk een begaanbare weg aan tussen de werf en de gevels tot aan nummers 23-25, evenals een vrije zone waar de autoladder van de Dienst Brandbestrijding kan manoeuvreren. Er moet ook worden opgemerkt dat de toegankelijkheid van de brandweervoertuigen reglementair voorzien wordt maar dat daarentegen elke woning van het gebouw in het binnenterrein van het huizenblok over toegang tot twee trappenhuizen beschikt, waardoor er een vrijstelling bestaat van de toegang van de autoladder tot de vensteropeningen aan de gevels. Het gebouw is binnenin bovendien uitgerust met blusmiddelen met koppelingen waarop de brandweerlieden hun brandslangen op kunnen aansluiten.


Overeenkomstig de oorspronkelijke plannen werd de werf, die momenteel wordt geplaatst, bezocht op 22/10/2020.

Operationele voertuigen, waaronder een autoladder, hebben toen een toegankelijkheidstest van de Jamarlaan 19 uitgevoerd. Het voertuig kon toen al achteruit de toegangsweg voor de brandweer inrijden. De test heeft evenwel aangetoond dat de vrije zone enigszins zou moeten worden aangepast voor een vlottere doorstroming.

Wat de volledige werf betreft, waren nog niet alle maatregelen doorgevoerd tijdens het bezoek. De aannemers werden herinnerd aan die maatregelen en kregen uitleg over de operationele redenen daarvoor zodat ze de te volgen logica ook begrijpen. Er werd nog een later bezoek gepland.

De interventieplannen die de toegangen aanduiden zijn ter beschikking in de operationele voertuigen van de Dienst Brandbestrijding. Tijdens het bezoek van 22/10 heeft de aannemer een project, in afronding, voorgelegd van een verbeterde versie van het algemene toegankelijkheidsplan van de werf voor de dienstvoertuigen, voor elke fase van de werf.