Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de werkingsuitgaven gelieerd aan de studies, de expertises, de publicatie en informatie op het vlak van het sociaal huisvestingsbeleid.

Indiener(s)
Jean-Pierre Kerckhofs
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 423)

 
Datum ontvangst: 27/11/2020 Datum publicatie: 02/02/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 02/02/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
11/12/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Wij stellen vast dat de middelen naar boven toe herzien werden en dit met name voor de uitvoering van een audit “met het oog op de vergemakkelijking van het behalen van de bouw- en renovatiedoelstellingen en betrekking zal hebben op de beheermodus en de controle- en toezichtregels van de BGHM en de behorende SVK’s”.

Het betreft een vermeerdering met ruim 500.000 euro en dus een totaal van 1,426 miljoen euro voor 2021. We stelden ons vragen over deze vermeerdering en hadden ook graag de details verkregen van de andere projecten die geleid zullen worden.

Graag een antwoord op de volgende vragen:

- Wat zal het totaalbedrag van de bewuste audit zijn? Wie zal de audit uitvoeren? Op grond van welke criteria? Wat moet precies onderzocht worden?

- Welke andere studies (expertises) zullen ten uitvoer worden gelegd?
 
 
Antwoord    In het kader van de uitvoering van het Noodplan voor Huisvesting en de follow-up van de 33 acties heeft de regering besloten een coördinatiecel op te richten die de concrete uitvoering van de actieterreinen en deze 33 actiepunten moet opvolgen, om het succes ervan te verzekeren.
 
De ervaring leert immers dat goede wil alleen niet voldoende is om een coherent plan concreet uit te voeren: het Gewestelijk Huisvestingsplan van 2004 en het programma Alliantie Wonen van 2013 voorzagen in de bouw van 11.720 woningen, maar helaas moeten we vaststellen dat er vandaag nog maar 3.750 woningen zijn gebouwd.
 
De bedoeling is daarom om deze trend om te keren en een nieuwe werkmethode in te voeren, gebaseerd op een dynamische en transparante sturingsstructuur om de opvolging van de uitvoering van het plan te verzekeren. Het zal tot december 2024 operationeel zijn om elk van de actieterreinen op te volgen tot de voltooiing ervan.
 
Deze sturingsstructuur zal op 3 niveaus worden georganiseerd: 
1. Een ministerieel comité;
2. Een Coördinatiecel, bestaande uit een klein team van uiterst bekwame deskundigen, die de taak heeft te anticiperen op problemen, waarschuwingssignalen te herkennen, situaties zeer snel te verhelpen, de coördinaties te bevorderen en de besluitvorming te bespoedigen;
3. En referentiepersonen
als aanspreekpunt voor de verschillende betrokken operatoren.

500.000 euro zijn in eerste instantie gepland om deze coördinatiecel gedeeltelijk te financieren.