Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de uitvoeringsgraad van de begroting 2020 voor de opdracht Huisvesting.

Indiener(s)
Françoise De Smedt
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 428)

 
Datum ontvangst: 23/11/2020 Datum publicatie: 25/01/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 21/01/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
11/12/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De uitvoeringsgraad van de begroting 2019 voor opdracht 25 (huisvesting) bedraagt slechts 68%. Ik had graag meer toelichtingen over dat cijfer en dat voor 2020 gekregen:

- Hoe verklaart u dat de uitvoeringsgraad van de begroting 2019 voor de opdracht Huisvesting slechts 68% bedraagt? Kunt u een lijst bezorgen van alle vastleggingen die niet werden vereffend, met de redenen daarvoor?

- Wat is de uitvoeringsgraad van de begroting 2020 voor opdracht 25 (huisvesting)?
 
 
Antwoord    De in uw vraag vermelde realisatiegraad komt overeen met een gemiddelde berekend over alle basisallocaties van opdracht 25. Deze basisallocaties komen echter met verschillende logica's overeen.

De lopende uitgaven zoals werkingsuitgaven, studies, subsidies, aan derden betaalde vergoedingen (codes 1 tot en met 7) waren in 2019 goed voor een totaalbedrag van 189.923.000 euro aan vereffeningskredieten, met een realisatiegraad van 98,48% in 2019.

De kredietverleningen en deelnemingen aan autonome bestuursinstellingen, zoals de BGHM en het Woningfonds (codes 8), vertegenwoordigden in 2019 een totaalbedrag van 240.499.000 euro aan vereffeningskredieten, met een realisatiegraad van 45,37% in 2019.

De verdeling van de 109.115.412,22 euro (45,37% van 240.499.000 euro) is als volgt:
- Kredietverlening aan de BGHM: 109.023.000 euro (van de 114.715.000 euro die begroot was);
- Deelnames in het kapitaal van bepaalde OVM’s: 92.412 euro (van de 784.000 euro die begroot was).

De provisie voor een uitzonderlijke lening aan het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de financiering van zijn
opdrachten ten belope van 125.000.000 euro werd niet gebruikt omdat het Woningfonds kan lenen op de financiële markten.         

Voor 2020 zijn de huidige vereffeningspercentages niet representatief voor de uitvoering van de begroting, aangezien veel betalingen die nog aangerekend zijn op de begroting 2020, pas in 2021 zullen worden verricht. Het lijkt ons daarom beter om het vastleggingspercentage te vermelden, dat 95,63% bedraagt voor de codes 1 tot en met 7.

In 2020 werden er geen codes 8 vastgelegd, om de volgende redenen:
- Provisie (lening voor financiering van de opdrachten van de BGHM): 125.000.000 euro. Er was geen vraag van de BGHM en er werd geen lening verstrekt;
- Toekenningen van kredieten aan de BGHM (renovatie van sociale woningen): 50.000.000 euro De vastlegging is uitgesteld tot 2021. Dit jaar gaf de IF een schorsingsadvies;
- Deelnames in het kapitaal van bepaalde OVM’s: 784.000 euro Er is geen vraag geweest;
- Provisie voor een uitzonderlijke lening aan het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de financiering van zijn opdrachten: 100.000.000 euro. Het was niet nodig een beroep te doen op deze provisie aangezien het Woningfonds op de financiële markten kan lenen.