Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het gewestelijk ventilatiebeleid in het kader van het algemene welzijn en in het bijzonder van de strijd tegen het coronavirus.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 593)

 
Datum ontvangst: 08/12/2020 Datum publicatie: 25/01/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 25/01/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
11/12/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Ondanks de hoopvolle berichten omtrent de vaccins die eraan zitten te komen, moeten we uiteraard nog steeds de nodige maatregelen volgen om de verspreiding van het coronavirus te kunnen tegengaan.

Een van de maatregelen bestaat erin om elke ruimte waarin men zich bevindt – zowel op school als op de werkvloer of in de vrije tijd – zo goed mogelijk te verluchten. Een goede ventilatie zorgt er namelijk voor dat de virusdeeltjes minder lang in de lucht blijven hangen, waardoor de kans op besmetting daalt. Een goede ventilatie is echter niet alleen belangrijk in de strijd tegen het coronavirus, er is ook een directe link met welbevinden, prestaties en productiviteit. Zo blijkt uit onderzoek in scholen dat de prestaties van leerlingen met 15 procent verbeteren bij een betere ventilatie. In buurlanden als Duitsland en Nederland wordt daartoe reeds extra geïnvesteerd in ventilatiesystemen voor onder meer scholen.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Kan u toelichten welke inspanningen het Gewest dit en volgend jaar levert in het kader van het bewaken en verbeteren van de binnenluchtkwaliteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Zijn er daaromtrent maatregelen genomen om de ventilatie in binnenruimten aan te pakken?

- Ondersteunt Leefmilieu Brussel een algemene monitoring wat betreft de luchtkwaliteit in binnenruimten? Beschikt ze over gegevens die de huidige stand van binnenluchtkwaliteit in het Gewest kunnen duiden?

- Op welke manier promoot het Gewest het belang van een goede ventilatie onder de Brusselse woningen en Brusselse bedrijven, in het bijzonder in het kader van de coronacrisis? Welke gewestelijke instellingen werken hierrond samen?

- Op welke manier heeft het Gewest in het bijzonder een ventilatiebeleid uitgetekend voor de publieke/gewestelijke gebouwen, woonzorgcentra, kinderdagverblijven en scholen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Welk structureel overleg bestaat er hieromtrent met de betrokken bevoegdheden en betrokken actoren?

- Hebt u reeds onderzocht of Leefmilieu Brussel een aankoopcentrale kan inrichten voor CO2-meters voor overheden, instellingen, etc. om de kostprijs te drukken? Zo ja, vanaf wanneer? Welke instellingen of overheden hebben hier gebruik van gemaakt?
 
 
Antwoord    1/

Sinds het begin van de gezondheidscrisis in maart 2020 is de RCIB-dienst (de Groene Ambulance) de binnenluchtvervuiling bij mensen die thuis grote gezondheidsproblemen hadden (alleen op medisch verzoek) blijven meten. Tijdens deze bezoeken of tijdens de telefonische contacten met patiënten wordt het advies om de woning te ventileren telkens herhaald.

Ook zijn CO2-detectoren uitgeleend aan geïnteresseerde scholen om de luchtverversing in de klaslokalen te monitoren.

Een project dat door de Bloomberg Stichting wordt gefinancierd en "Babel'Air" heet, is ook in september van start gegaan en heeft tot doel om leerkrachten van de kleuterschool tot het eerste jaar van het secundair onderwijs op te leiden om hun leerlingen het thema luchtkwaliteit (met een sterke focus op binnenlucht) aan te leren. Deze modules zijn aangepast om het bewustzijn over ventilatie in deze periode van het coronavirus te verhogen.

Momenteel voorziet een Minimumprogramma voor het onderhoud van klimaatregelingssystemen dat sinds 2014 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van kracht is, in de controle en het onderhoud van de ventilatiesystemen om de hygiëne, het energieverbruik en het gebruikscomfort ervan te verbeteren.

De documenten in verband met dit minimumprogramma voor het onderhoud van klimaatregelingssystemen zijn:
- het ministerieel besluit:
http://www.ejustice.just.fgov.be/mopdf/2014/05/21_1.pdf#Page148
- de tabel met de uit te voeren acties en hun frequentie: https://document.environnement.brussels/opac_css/elecfile/DOC00024275.pdf
- en het handboek met de verduidelijking van deze acties:
https://document.environnement.brussels/opac_css/elecfile/DOC00024274.pdf

In het kader van de tenuitvoerlegging van de nieuwe EPB-richtlijn wordt overwogen dit minimaal onderhoudsprogramma uit te breiden tot verwarmingssystemen van type 2 (met meerdere ketels of een ketel van meer dan 100 kW) en tot ventilatiesystemen in combinatie met deze systemen.


2/

Gezien het aantal betrokken gebouwen, beschikt Leefmilieu Brussel niet over een systematisch controlesysteem voor de kwaliteit van de binnenlucht in elk gebouw. Gezien het grote aantal interventies dat in 20 jaar tijd is uitgevoerd door de RCIB-dienst, beschikt de administratie echter over een grote databank dankzij de vele controles die in "ongezonde" of risicovolle leefomgevingen zijn uitgevoerd. Om deze databank aan te vullen, is het de bedoeling om in de nabije toekomst een vijftigtal gezonde woningen te analyseren om de gegevens over de binnenluchtkwaliteit van de Brusselse woningen verder te kunnen benutten en, indien nodig, het advies om de binnenluchtvervuiling te bestrijden opnieuw aan te passen.

Merk echter op dat er geen eenduidig advies bestaat om een goede binnenluchtkwaliteit te garanderen. Het is een complexe kwestie die ook bepaald wordt door de levensstijl van mensen, de structuur van het gebouw, enz.


3/

Meestal wordt tijdens meetcampagnes van de binnenlucht via de RCIB-dienst eerst aan de bewoners advies gegeven over het belang om hun woning te verluchten. Uit analyses blijkt dat de binnenlucht meer vervuild is dan de buitenlucht. Het is daarom essentieel om de woning dagelijks te ventileren. Om deze informatie te verspreiden, heeft Leefmilieu Brussel een brochure gepubliceerd met 10 tips voor een "lang leven in gezonde binnenlucht" die enige tijd geleden werd verspreid onder alle Brusselaars. Voor de patiënten van de RCIB-dienst wordt een meer specifieke brochure "Ventilatie en verluchting" verspreid onder mensen die nog meer zouden moeten verluchten.

In het kader van het coronavirus zijn bewustmakingscampagnes over een betere verluchting van de ruimtes op de website en de sociale media van Leefmilieu Brussel gedeeld.

Er is geen overleg geweest met andere gewestelijke instellingen over dit onderwerp maar het werk in Brussel was gebaseerd op de communicatie van Sciensano. Er is echter een denkproces aan de gang om in het kader van de RCIB-dienst samen te werken met nieuwe partners (met name FARES) om zo het werk van het outbreak support team, meer bepaald betreffende de overdracht van het virus via de lucht naargelang het soort woning, te ondersteunen.

Wanneer mensen (voornamelijk professionals) contact opnemen met Leefmilieu Brussel over de aanbevelingen inzake ventilatiesystemen in het kader van deze gezondheidscrisis, geeft de administratie de informatie van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC), van REHVA (de Europese koepel van HVAC-brancheverenigingen) en van Techlink, de Belgische federatie van elektro- en HVAC-installateurs, die toegankelijk is via deze links, door:
-
https://www.ecdc.europa.eu/en/publications-data/heating-ventilation-air-conditioning-systems-covid-19
-
https://www.rehva.eu/activities/covid-19-guidance
-
https://www.techlink.be/nl/actueel/2020/12/in-corona-tijden-moeten-we-ventileren-meer-dan-ooit-ook-letterlijk


4/

Wat kinderdagverblijven en scholen betreft, hebben meetcampagnes van de binnenlucht regelmatig te hoge CO2-niveaus aan het licht gebracht. Er is telkens voorgesteld de instelling te sensibiliseren voor het belang van de luchtverversingsgraad. De samenwerking met ONE heeft het mogelijk gemaakt om bewustmakingstools inzake de binnen-luchtkwaliteit te creëren die door ONE aan haar structuren worden uitgedeeld.


5/

Er wordt hierover al nagedacht. Men overweegt om gesloten plaatsen bestemd voor het publiek (zoals gemeentezalen, theaters, musea, enz.) te ondersteunen via een real-time weergave van de CO2-concentratie om zo een indicatie te krijgen van de luchtverversingsgraad, die gedeeltelijk samenhangt met de binnenluchtkwaliteit.

Wat de kribbes en scholen betreft, bestaat er bij Leefmilieu Brussel een uitleendienst voor CO2-meetapparatuur. In het kader van de Babel AIR-leerkrachtenopleiding zou kunnen worden overwogen om de deelnemende leerkrachten een reeks CO2-detectoren ter beschikking te stellen. Het zou niet de bedoeling zijn om elk klaslokaal uit te rusten, maar om met behulp van het apparaat te begrijpen hoe vaak het klaslokaal (afhankelijk van de oppervlakte, de aanwezigheidsgraad en de mogelijkheid om te verluchten) moet worden verlucht (alleen tijdens elke speeltijd, elk uur, enz.). Zodra de verversingsgraad is opgenomen, kan het CO2-apparaat door een andere klas gebruikt worden.

Het is nog te vroeg om de effecten van dit toestel op de scholen in te schatten aangezien de campagne om het uit te lenen, die begin 2020 van start ging, sterk werd verstoord door de coronaviruscrisis en niet alle leerkrachten de mogelijkheid hadden om het te gebruiken. Maar veel klassen hebben hun ramen opengezet.

De CO2-concentratie is een van de indicatoren voor de luchtverversingsgraad in een ruimte. Deze concentratie kan evenwel niet stelselmatig worden gelinkt aan de aanwezigheid van allergenen of potentieel pathogene organismen (virussen, bacteriën, schimmels, enz.) in de lucht. Het meten van de CO2-concentratie in de omgevingslucht (of de afgezogen lucht) is nuttig maar het is veeleer de uitvoering van een reeks handelingen die de voorkeur moet krijgen, waaronder in het bijzonder de hygiëne-maatregelen voorzien in het Minimumprogramma voor het onderhoud. Deze worden in het handboek dat de voorziene handelingen van dit programma omschrijft, aangeduid met het symbool:



Dit is beschikbaar via de link:
https://document.environnement.brussels/opac_css/elecfile/DOC00024274.pdf