Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende subsidie voor de vzw "Le Début des Haricots".

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 607)

 
Datum ontvangst: 10/12/2020 Datum publicatie: 01/02/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 29/01/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
15/12/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op 3 december 2020 werd tijdens de ministerraad beslist om een subsidie toe te kennen aan de vzw "Le Début des Haricots" voor zijn programma "Essaimer".

Graag een antwoord op de volgende vragen:

- Welk bedrag werd in het kader van deze subsidie toegekend aan de vzw "Le Début des Haricots" voor haar programma "Essaimer"?

- Om welke redenen wordt aan deze vzw een subsidie toegekend? Moest een dossier worden ingevuld om aan de voorwaarden voor de toekenning van deze subsidie te voldoen? Zo ja, wat zijn de voorwaarden?

- Wat is het totale bedrag van de subsidies die in 2020 aan de vzw "Le Début des Haricots" zijn toegekend?

o Wat is de uitsplitsing naar bedragen, data en gesubsidieerde projecten?

- Welke controle wordt verricht op het gebruik van deze subsidie en hoe verloopt deze controle? Wat wordt voorzien in geval van niet-naleving van de voorwaarden voor de toekenning van deze subsidie?
 
 
Antwoord    1/

Er is een bedrag van 50.000 euro toegekend.


2/

Het project ‘Essaimer’ brengt twee werkgebieden van de vzw samen:
1) Het info- en adviesloket voor de aanleg van collectieve moestuinen in de stad: moestuinen van verenigingen, ondernemingen, pedagogische moestuinen, enz. (met uitzondering van moestuinen voor commerciële doeleinden of laureaten van de projectoproep ‘Vooruit met de Wijk’ van Leefmilieu Brussel). Het doel van deze pijler is de ontwikkeling van collectieve moestuinen/tuinen, door de ervaring als partner van de projectoproep ‘Vooruit met de wijk’ te valoriseren, om andere burgergroepen of organisaties te helpen hun collectieve initiatief te lanceren.
2) De incubator van initiatieven in de stadslandbouw, die tot doel heeft nieuwe projecten te initiëren, te begeleiden en te ondersteunen, in een geest van concrete en collectieve actie, door zelfproductie-initiatieven, bewustmaking en duurzame professionele productieprojecten te bevorderen en door alle soorten actoren, met name producenten en burgers, met elkaar in contact te brengen voor het ontstaan van nieuwe initiatieven op het gebied van duurzame voeding en stadslandbouw.

Net als bij elke andere subsidie, zijn de dossiers ingevuld: het aanvraagdossier en het toekenningsdossier. De betalingsdossiers zullen worden ingevuld naarmate het project vordert.

Voor elke subsidieaanvraag op het gebied van Leefmilieu moet immers een
aanvraagdossier naar Leefmilieu Brussel worden gestuurd. De inhoud van dit dossier wordt toegelicht op de website https://leefmilieu.brussels/node/17301.

Leefmilieu Brussel stelt vervolgens een advies op en stuurt het naar mijn kabinet.

Indien mijn kabinet ermee instemt het project te ondersteunen, stelt Leefmilieu Brussel een
toekenningsdossier op, dat met name een subsidiebesluit bevat, waaraan eventueel een overeenkomst wordt toegevoegd waarin de bepalingen met betrekking tot het gebruik van de subsidie, de te leveren bewijsstukken en de eventuele terugbetaling van de subsidie worden gepreciseerd.

Dit dossier wordt dan voorgelegd, indien nodig,
­ aan de Inspecteur van Financiën, voor advies (elke subsidie van meer dan 3.100 euro);
­ aan de Minister van Begroting, voor akkoord (elke subsidie van meer dan 6.200 euro en elke subsidie waarvoor de Inspecteur van Financiën een ongunstig advies heeft gegeven);
­ aan mezelf of aan de regering (behalve in uitzonderlijke gevallen, elke subsidie van meer dan 15.000 euro), voor toekenning.

Zodra alle goedkeuringen zijn verkregen, wordt het budget gereserveerd (budgettaire vastlegging) en wordt de subsidie ter kennis gegeven (juridische verbintenis).

De voorwaarden voor het vrijgeven van de verschillende betalingsschijven worden beschreven in de toekenningsdocumenten (besluit en overeenkomst).

Voor elke schijf wordt een
betalingsdossier opgesteld:
­ Voor de eerste schijf, bij de kennisgeving;
­ Voor de tussentijdse schijven, met een schuldvordering en een tussentijds verslag;
­ Voor het saldo, met een eindverslag, een algemene uitgaveninventaris, evenals de bewijsstukken en de betalingsbewijzen.


3/

Leefmilieu Brussel heeft een enkele subsidie toegekend aan de vzw Le Début des Haricots (zie vraag 1).

Ter herinnering, in overeenstemming met de transparantiewetgeving publiceert Leefmilieu Brussel elk jaar de lijst van toegekende subsidies op zijn website (
https://leefmilieu.brussels/leefmilieu-brussel/transparantie).


4/

Voor elke subsidie worden verschillende soorten controles uitgevoerd. De controles a priori zijn met name gericht op de naleving van het beginsel van niet-retroactiviteit, de doeltreffendheid of de budgettaire aanrekening, terwijl de controles a posteriori specifiek gericht zijn op het gebruik van de subsidie.

Wat de controle op het gebruik van de subsidie betreft, moet een onderscheid worden gemaakt tussen de verschillende uitbetalingsschijven zoals beschreven in de toekenningsdocumenten (zie vraag 1):
­ Voor de tussentijdse schijven gebeurt de betaling na de goedkeuring van het tussentijds verslag;
­ Voor het saldo valideert de administratie het eindverslag en de in de algemene uitgaveninventaris opgenomen uitgaven in het licht van de uitgavedatum, de verenigbaarheid van het doel van de uitgave met het doel van de subsidie, de naleving van de wetgeving inzake overheidsopdrachten, enz. Dit laat toe om het bedrag van het te betalen saldo of het terug te vorderen bedrag te berekenen.

In geval van niet-naleving van de toekenningsvoorwaarden zijn sancties voorzien in de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle (OOBBC, art. 92 tot en met 95):
Aldus moet de begunstigde,
­ die de toekenningsvoorwaarden van de subsidie niet naleeft;
­ die de subsidie niet gebruikt voor de doeleinden waarvoor ze werd verleend;
­ die de in artikel 93 van de OOBBC bedoelde controle verhindert...
dat wil zeggen de controle ter plaatse;
­ die voor hetzelfde doel al een subsidie ontvangt van een andere instelling, op basis van dezelfde verantwoordingsstukken;
de reeds ontvangen bedragen geheel of gedeeltelijk
terugbetalen (OOBBC, art. 94).

Tot slot, kan het Rekenhof elke subsidie controleren, als het dat passend acht (OOBBC, art. 84).