Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende een subsidie aan de vzw "Brusselse Raad voor het Leefmilieu" (BRAL).

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 609)

 
Datum ontvangst: 10/12/2020 Datum publicatie: 01/02/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 29/01/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
15/12/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op 3 december 2020 werd tijdens de ministerraad beslist om een subsidie van 35.000 euro toe te kennen aan de vzw "Brusselse Raad voor het Leefmilieu" (BRAL) voor haar opdrachten in het kader van het ExpAIR-project in 2020.

Staat u mij toe u de volgende vragen te stellen:

- Om welke redenen wordt een subsidie aan deze vzw toegekend? Moest er een dossier worden ingevuld om aan de toekenningsvoorwaarden voor deze subsidie te voldoen? Zo ja, wat zijn de voorwaarden?

- Wat is in 2020 het totale bedrag van de subsidies die aan de vzw "Brusselse Raad voor het Leefmilieu" (BRAL) zijn toegekend?

o Wat is de uitsplitsing volgens bedragen, data en gesubsidieerde projecten?

- Welke controle wordt uitgevoerd op het gebruik van deze subsidie en hoe wordt die uitgevoerd? Wat is er voorzien in geval van niet-naleving van de toekenningsvoorwaarden voor deze subsidie?
 
 
Antwoord    1/

Deze subsidie dient om een project van burgerparticipatie verder te ondersteunen met als doel de blootstelling aan black carbon bij de bewoners in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te meten. In het bijzonder biedt BRAL voor 2020 het volgende programma aan:
­ Ondersteunen van burgers, collectieven en instellingen die actief (willen) zijn rond luchtkwaliteit, en meer specifiek door het delen van kennis en het organiseren van citizen conferenties;
­ Betrekken van kansarme groepen bij het maatschappelijk debat rond luchtkwaliteit, en meer specifiek hen toe leiden naar het ‘CurieuzeNeuzen’-project 2021.

Met de eerste doelstelling ondersteunt BRAL de beweging die de laatste jaren gecreëerd is rond luchtkwaliteit. Het gaat om het mobiliseren van burgercollectieven, het verder sensibiliseren van het bredere publiek en het uitdragen van opgedane kennis, zodanig dat de dynamiek en het draagvlak rond een ambitieus luchtbeleid blijvende steun vindt.

Met de tweede doelstelling gaat BRAL in samenwerking met terreinactoren gericht het gesprek aan met maatschappelijk kwetsbare groepen. Via infosessies en ateliers zal BRAL deze groepen sensibiliseren en mobiliseren over luchtkwaliteit en gezondheid.

Net als bij elke andere subsidie, zijn de dossiers ingevuld: het aanvraagdossier en het toekenningsdossier. De betalingsdossiers zullen worden ingevuld naarmate het project vordert.

Voor elke subsidieaanvraag op het gebied van Leefmilieu moet immers een
aanvraagdossier naar Leefmilieu Brussel worden gestuurd. De inhoud van dit dossier wordt toegelicht op de website https://leefmilieu.brussels/node/17301.

Leefmilieu Brussel stelt vervolgens een advies op en stuurt het naar mijn kabinet.

Indien mijn kabinet ermee instemt het project te ondersteunen, stelt Leefmilieu Brussel een
toekenningsdossier op, dat met name een subsidiebesluit bevat, waaraan eventueel een overeenkomst wordt toegevoegd waarin de bepalingen met betrekking tot het gebruik van de subsidie, de te leveren bewijsstukken en de eventuele terugbetaling van de subsidie worden gepreciseerd.

Dit dossier wordt dan voorgelegd, indien nodig,
­ aan de Inspecteur van Financiën, voor advies (elke subsidie van meer dan 3.100 euro);
­ aan de Minister van Begroting, voor akkoord (elke subsidie van meer dan 6.200 euro en elke subsidie waarvoor de Inspecteur van Financiën een ongunstig advies heeft gegeven);
­ aan mezelf of aan de regering (behalve in uitzonderlijke gevallen, elke subsidie van meer dan 15.000 euro), voor toekenning.

Zodra alle goedkeuringen zijn verkregen, wordt het budget gereserveerd (budgettaire vastlegging) en wordt de subsidie ter kennis gegeven (juridische verbintenis).

De voorwaarden voor het vrijgeven van de verschillende betalingsschijven worden beschreven in de toekenningsdocumenten (besluit en overeenkomst).

Voor elke schijf wordt een
betalingsdossier opgesteld:
­ Voor de eerste schijf, bij de kennisgeving;
­ Voor de tweede, met een tussentijds verslag;
­ Voor het saldo, met een eindverslag, een algemene uitgaveninventaris, evenals de bewijsstukken en de betalingsbewijzen.


2/

Leefmilieu Brussel heeft een enkele subsidie toegekend aan de vzw BRAL.

Deze subsidie van 35.000 euro is bestemd voor het project ‘Expair’ (zie vraag 1). 

Ter herinnering, in overeenstemming met de transparantiewetgeving publiceert Leefmilieu Brussel elk jaar de lijst van toegekende subsidies op zijn website (
https://leefmilieu.brussels/leefmilieu-brussel/transparantie).


3/

Voor elke subsidie worden verschillende soorten controles uitgevoerd. De controles a priori zijn met name gericht op de naleving van het beginsel van niet-retroactiviteit, de doeltreffendheid of de budgettaire aanrekening, terwijl de controles a posteriori specifiek gericht zijn op het gebruik van de subsidie.

Wat de controle op het gebruik van de subsidie betreft, moet een onderscheid worden gemaakt tussen de verschillende uitbetalingsschijven zoals beschreven in de toekenningsdocumenten (zie vraag 1):
­ Voor de tweede schijf gebeurt de betaling na de goedkeuring van het tussentijds verslag;
­ Voor het saldo valideert de administratie het eindverslag en de in de algemene uitgaveninventaris opgenomen uitgaven in het licht van de uitgavedatum, de verenigbaarheid van het doel van de uitgave met het doel van de subsidie, de naleving van de wetgeving inzake overheidsopdrachten, enz. Dit laat toe om het bedrag van het te betalen saldo of het terug te vorderen bedrag te berekenen.

In geval van niet-naleving van de toekenningsvoorwaarden zijn sancties voorzien in de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle (OOBBC, art. 92 tot en met 95):
Aldus moet de begunstigde,
­ die de toekenningsvoorwaarden van de subsidie niet naleeft;
­ die de subsidie niet gebruikt voor de doeleinden waarvoor ze werd verleend;
­ die de in artikel 93 van de OOBBC bedoelde controle verhindert...
dat wil zeggen de controle ter plaatse;
­ die voor hetzelfde doel al een subsidie ontvangt van een andere instelling, op basis van dezelfde verantwoordingsstukken;
de reeds ontvangen bedragen geheel of gedeeltelijk
terugbetalen (OOBBC, art. 94).

Tot slot, kan het Rekenhof elke subsidie controleren, als het dat passend acht (OOBBC, art. 84).