Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de controles uitgekeerde coronasteun.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 295)

 
Datum ontvangst: 25/11/2020 Datum publicatie: 12/02/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 11/02/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
23/12/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Tijdens de bijzondere commissie over de aanpak van de Covid-19-pandemie door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie bevestigde u dat er, hoewel de indieningsvoorwaarden fraude zo veel mogelijk verhinderen, controles zouden plaatsvinden en dat er administratieve en strafrechtelijke sancties ook reeds voorzien waren.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Onder welke voorwaarden zal er overgegaan naar een strafrechtelijke sanctie?

- Zijn de voorzien controles reeds afgerond? Zo ja, hoeveel controles werden er uitgevoerd op de uitgekeerde compensatie- en hinderpremies? Wanneer vond de laatste controle plaats? Zo neen, wanneer worden de voorziene controles afgerond? Hoeveel dossiers wenst u aan controles te onderwerpen? Hoeveel controles werden er tot op heden uitgevoerd?

- Hoeveel inbreuken werden er vastgesteld? Voor welk bedrag aan uitgekeerde premies werden teruggevorderd en hoeveel aanvragers werden er gesanctioneerd? Hoe vaak is er overgegaan tot een strafrechtelijke vervolging? Kan u een tabel aanleveren van de vastgestelde inbreuken van de grootte van de bedrijven en sector waarin de aanvrager actief is.
 
 
Antwoord    Alvorens deze vraag over strafrechtelijke sancties te beantwoorden, zou ik eerst de balans willen opmaken van de controles die door Brussel Economie en Werkgelegenheid (BEW) zijn uitgevoerd. Het is immers via controles dat inbreuken kunnen worden vastgesteld en dat bijgevolg strafvervolging kan worden ingesteld, hetgeen uiteindelijk tot sancties kan leiden.

In het kader van de COVID-19-premies die aan de Brusselse kmo's worden toegekend, heeft BEW een dubbel controleniveau ingesteld:
- Enerzijds een zeer effectieve controle ‘ex ante’ op het ogenblik dat de premieaanvraag wordt geanalyseerd. Het doel van deze voorafgaande controle is na te gaan of de onderneming voldoet aan de in de reglementering vastgestelde subsidiabiliteitsvoorwaarden om fraude in een vroeg stadium te voorkomen. Om deze controle uit te voeren, heeft de Brusselse administratie (BEW) samengewerkt met verschillende federale besturen zoals de FOD Financiën of het RSVZ en heeft ze ook een beroep gedaan op de Kruispuntbank van Ondernemingen, die de activiteit(en) van de onderneming vermeldt, alsook het adres van de vestigingseenheden enz.
- Anderzijds een controle ‘ex post’ wanneer de premie is toegekend. Dit kan leiden tot de terugvordering van premies. Zo zal er een terugvorderingsprocedure komen als de onderneming binnen drie jaar na het verkrijgen van deze premie het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verlaat. Het gaat dus niet om premies die op frauduleuze wijze zijn verkregen: de terugvordering houdt verband met een gebeurtenis die zich na de toekenning van de premie heeft voorgedaan.

In het kader van de verwerking en analyse van de dossiers betreffende de toekenning van de eenmalige premie van 4.000,00 euro ten gunste van de Brusselse ondernemingen en zelfstandigen die hun activiteiten moesten stopzetten ten gevolge van de federale maatregelen (cf. besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering nr. 2020/013 betreffende de steun tot vergoeding van de ondernemingen getroffen door de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken), heeft BEW bepaalde pogingen tot fraude vastgesteld, namelijk:
- gevallen waarin derden mogelijk hebben geprobeerd zich de identiteit van ondernemingen en zelfstandigen toe te eigenen om de eenmalige premie van 4.000,00 euro te verkrijgen;
- gevallen waarin ondernemingen en/of zelfstandigen mogelijk hebben geprobeerd de eenmalige premie te verkrijgen door op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vestigingseenheden (exploitatiezetels) op te richten zonder dat er sprake was van een werkelijke economische exploitatie.

In elk van de twee bovengenoemde gevallen heeft BEW onmiddellijk gereageerd door de procureur des Konings en de politiediensten in kennis te stellen. In dit stadium voeren de genoemde diensten een onderzoek en zijn klachten ingediend om de belangen van het Gewest te vrijwaren.

Aangezien Justitie een federale bevoegdheid is, is het Brussels Hoofdstedelijk Gewest niet bevoegd om de klacht te onderzoeken en kan het niet garanderen dat de fraudeur een strafrechtelijke sanctie zal worden opgelegd.

Wat het aantal bij de toekenning van de steun vastgestelde inbreuken en de teruggevorderde steun betreft, zijn de cijfers als volgt:
- 47 gevallen waarvoor de klacht werd ingediend op 11/05/2020, na een interne kennisgeving van de directie Steun aan Ondernemingen van BEW (6 dossiers betaald en 41 dossiers waarvoor de betaling is geblokkeerd);
- 7 gevallen waarvoor de klacht werd ingediend op 24/06/2020, na een interne kennisgeving van de directie Steun aan Ondernemingen;
- 1 geval waarvoor de klacht werd ingediend op 10/12/2020, na een kennisgeving van Belfius (betaling geblokkeerd);
- 1 geval waarvoor de klacht werd ingediend op 05/01/2021, na een kennisgeving van Belfius (betaling geblokkeerd).