Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het Europese centrum voor cybersecurity komt niet in Brussel maar in Boekarest.

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 463)

 
Datum ontvangst: 04/01/2021 Datum publicatie: 25/02/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 24/02/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
08/01/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Twee jaar geleden besliste de Europese Commissie om een Europees centrum voor Cyberveiligheid op te richten. Vanaf 2021 moet dit centrum worden geleid door nationale toezichthouders, met financiering uit Europese onderzoeksfondsen.

De Europese Commissie heeft van digitalisering net zo'n belangrijk thema gemaakt als van de "Green deal".

Ik heb u en uw collega’s genoeg ondervraagd ter zake en gewaarschuwd dat het Europees Centrum voor Cyberveiligheid niet naar Brussel zou komen. Ik had u gezegd dat het niet uitrollen van 5G in ons nadeel zou zijn. Maar u wimpelde dat af met sussende woorden. In antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 344 zegt u zelfs dat u mijn pessimisme over de kansen van Brussel als vestigingsplaats voor dit toekomstige centrum helemaal niet deelt. Toch zijn de "geruststellende" uitspraken van de Brusselse regering in ieder geval niet voldoende geweest!

Wegens uitlatingen tegen 5G, te lage normen, het visieloze digitale beleid van de Brusselse regering heeft de kandidatuur van Brussel het niet kunnen halen van die van Boekarest.

Wij zijn ervan overtuigd dat ons land, onze Gewesten, onze steden en gemeenten gebruik moeten kunnen maken van de 5G-technologie. Dit is een belangrijk element om onze Europese en internationale verbintenissen na te komen en gelijke tred te houden met andere Gewesten van het land of buurlanden. De komst van het Europees Centrum voor Cyberveiligheid op ons grondgebied hing ervan af. Vanuit economisch oogpunt, maar ook voor de werkgelegenheid en Belgische knowhow op het gebied van cyberveiligheid was dit een belangrijke kwestie. Brussel had koploper kunnen worden op het gebied van cyberveiligheid, innovatie en onderzoek met de aanwezigheid van een dergelijk centrum, dat zich gezien de uitdagingen op dit vlak in de komende jaren zeker verder zal ontwikkelen.

Graag een antwoord op volgende vragen:

- Waarom wordt het Europees Centrum voor Cyberveiligheid niet in Brussel gevestigd?

- Hoe is de procedure verlopen?

o Wat waren de fases?
o Welke documenten en waarborgen moesten worden verstrekt?
o Wat waren de voorwaarden waaraan moest worden voldaan?

- Wat waren de voor- en nadelen van de Brusselse kandidatuur voor het Europees Centrum voor Cyberveiligheid?

- Wat zijn de "verliezen" en gevolgen voor het Brussels Gewest van het feit dat dit Europees Centrum voor Cyberveiligheid niet in Brussel komt?
 
 
Antwoord    Ik dank U voor uw herhaalde belangstelling voor deze kwestie, die wij delen, en ik verwijs U naar mijn eerdere antwoorden op uw vragen over een aantal punten.

Zoals U weet, het Gewest heeft verleend haar volle steun en heeft gedraagd bij aan de kandidatuur van de belgische Staat, onder de coördinatie van de Buitenlandse Zaken, als gastland voor het toekomstig European Cybersecurity Industrial, Technology and Research Competence Centre (ECCC).

Ik had natuurlijk liever met beter nieuws gekomen an het einde van deze selectieprocedure, waarbij Brussel zich samen met zes andere EU-steden had ingeschreven en waarbij uiteindelijk het bod van Boekarest werd gewonnen, de Roemeense hoofdstad die het in de laatste ronde opnam tegen Brussel.

Wat de redenen voor de keuze van Boekarest betreft, ben ik het eens met de uitleg die de federale minister van Buitenlandse Zaken op 19 januari aan de Commissie buitenlandse betrekkingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers heeft gegeven. Evenals mevrouw Wilmès wil ook ik de uitstekende samenwerking onderstrepen tussen alle partners die aan deze kandidatuur hebben meegewerkt, in de eerste plaats de premier, de Buitenlandse Zaken, en de minister van Economische Zaken, de heer Dermagne, alsmede onze diplomatieke autoriteiten en onze permanente vertegenwoordiging bij de EU en, op Brussels niveau, mijnheer de Staatssecretaris, P. Smet, en de Commissaris voor Europa, de heer A. Hutchinson.

Wat de details van de selectieprocedure betreft, verwijs ik u naar de website van de Raad van de Europese Unie, die op volledig transparante wijze zijn organisatie, de zes kandidaat-dossiers in hun geheel en de door de Europese Commissie gevoerde beoordeling bevat:
www.consilium.europa.eu/nl/policies/seat-selection-cybersecurity-centre/.

De kandidatuur van Brussel heeft objectief gezien zeer goede resultaten behaald op alle criteria, als wij kijken naar het assessment van de zes kandidatuurdossiers door de Europese Commissie. Brussel heeft met name zijn troeven en ervaring op het gebied van de opvang van instellingen en hun personeel of zijn sterke ecosysteem op het gebied van cyberbeveiliging zeer duidelijk kunnen aantonen. Na de eerste stemronde was België, ondersteund door 8 Lidstaten, een van de twee overgebleven kandidaten.

U zult zelf vaststellen dat deze beoordeling even positief is ten aanzien van het criterium dat in het algemeen betrekking had op de connectiviteit en de veiligheid van onze vaste en mobiele netwerken, waarvoor wij alle nodige garanties hebben kunnen geven. In dit opzicht, was mijn vorige antwoord op uw antwoord nr. 344 niet verzachtend. Ik verbaas mij voortdurend over diegenen die met alle macht argumenten aanvoeren die een Brusselse kandidatuur zouden afzwakken, terwijl die argumenten ofwel vreemd zijn aan de procedure in kwestie ofwel betrekking hebben op criteria die perfect zijn vervuld.

Het is waar dat daarna een meerderheid van 15 op 27 landen ervoor heeft gekozen om de kandidatuur van Boekarest, onze tegenstander in de tweede stemronde, te steunen. Verschillende lidstaten voerden aan dat er in Roemenië nog geen EU-agentschappen of -instanties gehuisvest zijn. Het gaat onder meer om Bulgarije, Hongarije, Slovakije en Cyprus, naast Roemenië zelf. Die solidariteit kwam tot uiting in een interpretatieve verklaring.
Wij mogen niet vergeten dat de selectieprocedure voor een zetel niet alleen rekening houdt met de intrinsieke kwaliteit van de individuele dossier maar wel ook deel uitmaakt van de bredere context van de selectie voor alle zetels van de EU-agentschappen en andere instellingen.

Wij kunnen begrip hebben voor de wens van sommige lidstaten om tot een zekere mate van decentralisering te komen. Wij geloven echter in de toegevoegde waarde van cybersecurity-ecosystemen. De synergieën die daaruit kunnen voortvloeien, zijn in het algemeen belang van de Europese Unie. Het was in dat precieze kader dat België zijn kandidatuur had ingediend. Het is ook in dat kader dat wij zullen beoordelen, samen met de federale autoriteiten, welke steun wij in de toekomst aan andere kandidaatstellingsprocessen zouden kunnen geven. Vandaag hebben wij niet minder dan 38 organisaties van de Europese Unie op ons grondgebied en wij zullen altijd openstaan om nieuwe organisaties te verwelkomen.

Tenslotte heb ik reeds de gelegenheid gehad om u te antwoorden over de mogelijkheden die de vestiging van een dergelijke instelling in Brussel biedt. Voor het overige zijn de gevolgen van het definitieve besluit van de Europese Unie beperkt. Kosten in verband met de accommodatie die in de aangewezen gebouwen wordt aangeboden, zullen uiteraard niet worden gedragen. En de cyberbeveiligingssector blijft, daar ben ik van overtuigd, een veelbelovende sector met een veelbelovende toekomst voor ons Gewest, met name vanwege de internationale dimensie ervan.