Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de actualisering van de reglementering omtrent branddetectoren.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 313)

 
Datum ontvangst: 01/12/2020 Datum publicatie: 10/02/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 08/02/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
11/01/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Enkele maanden terug mocht ik u reeds ondervragen omtrent het aantal gevallen van dodelijke woningbranden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (cf. schriftelijke vraag nr. 212).

In deze vraag kwam ook het aspect omtrent branddetectoren aan bod. Aangezien deze reeds verplicht zijn in de andere Gewesten van ons land, gaf u aan dat de DBDMH werd gevraagd om een advies omtrent de eventuele actualisering van deze reglementering.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Werd dit onderzoek naar een eventuele actualisering reeds afgerond door de DBDMH? Zo ja, op welke manier hebben zij dit onderzocht en welke conclusies of aanbevelingen vloeiden hieruit voort? Hebt u dit rapport al voorgelegd aan de Regering en in het bijzonder reeds met de andere bevoegde regeringsleden besproken, zoals deze van Huisvesting of Veiligheid?

- Is er uit dat advies inzicht of een schatting kunnen voortkomen omtrent het absolute aantal woningen of het percentage van de woningen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die al over een rookmelder beschikken?

- Welk gevolg werd er besloten te geven aan dit advies van de DBDMH? Heeft de Regering beslist om stappen te nemen richting de algemene verplichte aanwezigheid van rookmelders? Zo ja, welke stappen zijn er al genomen en welk tijdspad voorziet u hiertoe?
 
 
Antwoord    Eind augustus 2020 heb ik aan Brandweer Brussel gevraagd om een advies op te maken aangaande een eventuele actualisering van de bestaande regelgeving met betrekking tot rookmelders in woningen.

De wetgevingen in de verschillende gewesten werden opgelijst en er werd dieper ingegaan op de bestaande wetgeving in het Brussels Gewest. De Brusselse wetgeving voorziet momenteel enkel het verplicht ophangen van rookmelders in huurwoningen.

Uit de stratificatie van de Brusselse woningmarkt blijkt dat in het Brussels Gewest het leeuwendeel van de woningmarkt wordt ingenomen door huurwoningen (65%). Slechts 30% van de Brusselaars is eigenaar en 5% staat leeg. Bovendien bevat de Brusselse woningmarkt een atypisch groot aandeel appartementen: 442.000 appartementen op in totaal 570.000 woonentiteiten. Aangezien het risico op brand bij appartementen anders is dan bij woningen, werd dieper ingegaan op het aantal branden in de verschillende woonentiteiten.

In het advies wordt ook verwezen naar de recentste Brandveiligheidsmonitor uit 2018 – een samenwerking tussen de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, ANPI vzw en Kynetec – waaruit blijkt dat er in het Brussels Gewest slechts in 65% van de woningen rookmelders aanwezig zijn. Dat ten opzichte van 75% aanwezigheid in de andere gewesten van ons land. Nog volgens deze nationale enquête daalde tussen 2016 en 2018 het aantal rookmelders in het Brussels Gewest van 75 naar 65%. En hoewel de foutmarge bij deze vraag in het Brussels Gewest vrij groot is (6%), is het belangrijk om deze afname in het achterhoofd te houden.

De Brusselse Brandweer adviseert naar een uitbreiding te gaan van de bestaande wetgeving naar alle woningen in het Brussels Gewest. Daarnaast werden nog enkele bijkomende aandachtspunten gegeven, o.a. het belang van informatiecampagnes.

Sensibilisering is één van onze belangrijkste werven. Ondertussen hebben we een volwaardige (nieuwe) dienst “Softpreventie” opgericht binnen de brandweer. Deze dienst krijgt de opdracht om sensibiliserend te werken op alle mogelijke vlakken, waaronder dus ook het dossier van de rookmelders.

Daarnaast heeft mijn kabinet reeds een eerste gesprek gehad met het kabinet van de staatssecretaris bevoegd voor Wonen om desgevallend de regelgeving verder aan te passen.