Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de evaluatie van de vijf projecten omtrent modulaire woningen die gesteund worden door Brussel Huisvesting.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 458)

 
Datum ontvangst: 01/12/2020 Datum publicatie: 18/02/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 15/02/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
11/01/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Enkele maanden terug mocht ik u reeds ondervragen omtrent de stand van zaken wat betreft de vijf projecten die gesteund worden door het Gewest omtrent modulaire woningen (cf. schriftelijke vraag nr. 265, die een vervolgvraag vormde op het antwoord uit schriftelijke vraag nr. 137 omtrent nieuwe woonvormen).

In uw antwoord stelde u toen dat de vooropgestelde vergadering tussen deze vijf projecten ten gevolge van de coronacrisis nog niet kon plaatsvinden, maar dat deze ingepland zou worden in de loop van de maand oktober.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Kan u bevestigen dat deze samenkomst inmiddels effectief plaatsgevonden heeft? Zo ja, wanneer en hoe gebeurde dit? Kan u toelichten wie er hierbij aanwezig was (zowel vanuit de administratie als vanuit de organisaties)? Wat werd er exact besproken? Tot welke conclusies of afspraken heeft dit overleg geleid?

- Kan u een stand van zaken geven wat betreft de voortgang in deze projecten (per project)? Wanneer zal elk van deze projecten (woon)klaar zijn? Hoeveel personen wonen er in deze units? Welke soort overeenkomst wordt er afgesloten met deze zestigtal personen en hoe wordt het tarief bepaald? Komt het Gewest hierin tussen?

- Op welke hinderpalen zijn deze projecten mogelijks gestoten en welke effecten heeft dit op de verdere voortgang? Hebt u omtrent deze hinderpalen reeds contact opgenomen met uw bevoegde collega-regeringsleden (bijvoorbeeld op vlak van Stedenbouw of Energie) om te bekijken hoe deze opgelost kunnen worden?
 
 
Antwoord    De vergadering met de 5 projectdragers vond plaats in de lokalen van het bestuur Brussel Huisvesting op 16 oktober 2020.

Deze vergadering werd bijgewoond door de 5 projectdragers en een vertegenwoordiger van de Directie Studies en Subsidies van Brussel Huisvesting.

De volgende onderwerpen werden tijdens deze vergadering besproken:
- de inhoud van elk project;
- de vordering van elk project;
- de vastgestelde problemen en verwachtingen bij de uitvoering van elk van de projecten;
- de kenmerken en criteria voor het kiezen van bewoners voor deze woningen;
- het soort overeenkomst dat met de bewoners is gepland.

Het doel van deze vergadering was een overzicht te krijgen van de vordering van de projecten en van de moeilijkheden die zich bij de uitvoering van de verschillende projecten hebben voorgedaan. Dankzij deze bijeenkomst konden de 5 projectdragers elk van de andere projecten leren kennen, de voortgang van hun project toelichten en gedachten uitwisselen over de ondervonden obstakels en de oplossingen die naar voren kwamen.

De huidige voortgang van deze projecten is als volgt:

Voor het project ‘Home for Less’, dat door de vzw l’Ilot gedragen wordt; Het Brussels Beroepsreferentiecentrum voor de bouwsector (BRC) was verantwoordelijk voor het in productie nemen van de eerste module en het uitdenken van de installatie van speciale technieken (sanitair en elektriciteit) in de woningen. Zo werd de houten constructie van deze eerste module in mei 2019 voltooid in een hangar gelegen in de Pastoor Cuylitsstraat 44. Deze hangar is eigendom van CLTB en staat onder huurbeheer van Communa. Tijdens de zomer van 2019 heeft de vzw collectif Baya de tweede module op de site in de Pastoor Cuylitsstraat gebouwd, evenals twee modules op de kazernesite van Elsene. In juli 2020 hebben de leerlingen van het Centre Fac, een instelling voor socio-professionele inschakeling, de elektrische en sanitaire installatie van de twee modules van het project in de Pastoor Cuylitsstraat uitgevoerd. Zij hebben ook de volledige technische en sanitaire installatie op de kazernesite uitgevoerd. De vzw l’Ilot wacht op de twee stedenbouwkundige vergunningen en het advies van de DBDMH voor de kazernesite.

Voor het project ‘Modulo’, dat door het Sociaal Verhuurkantoor van Sint-Gillis gedragen wordt: De 3 paviljoenen zijn gevestigd op het Canteclaervoorplein in Ukkel en de bewoners wonen er sinds april 2020 en dit a priori tot maart 2021. Door dit project kon dus onderdak geboden worden aan 3 bijzonder kwetsbare personen. Het terrein wordt voor een kortere periode toevertrouwd dan voorzien (wegens een wijziging van de oorspronkelijke locatie). De woontijd op de site bedraagt dus ongeveer 1 jaar.

Voor het project ‘Moving Nest’, dat door de vzw Straatverplegers gedragen wordt: Momenteel bestaat het project uit twee modules die gevestigd zijn op een terrein dat toebehoort aan Citydev. Deze twee modules zijn sinds augustus 2018 geplaatst en worden sinds maart 2019 bewoond. Ze zullen uiterlijk in maart 2021 moeten worden overgebracht naar een andere, reeds geplande site van Citydev. De nieuwe locatie zou de plaatsing van 4 extra modules mogelijk maken. De vergunningsaanvraag wordt momenteel ingediend. Twee andere vergunningsaanvragen zijn reeds ingediend, en een derde zou binnenkort worden ingediend. Er zijn twee modules gekocht en geplaatst (gekocht met eigen middelen en geplaatst met toestemming van de eigenaar, maar zonder vergunning). De modules zullen begin 2021 moeten worden verplaatst. Momenteel zijn er twee terreinen waarvoor nog vergunningsaanvragen moeten worden ingediend, voor 6 + 1 modules. Voor twee andere terreinen werden vergunningsaanvragen ingediend die momenteel worden onderzocht, voor 6 + 5 modules. Een vijfde terrein is in afwachting van een bezoek.

Voor het project ‘Swot Mobiel’, dat door de vzw Samenlevingsopbouw gedragen wordt:
- Dit is momenteel aan de gang:
De bouw van de eerste vier woningen;
De begeleiding van de daklozengroep, zowel individueel als in groep;
Buurt- en projectmededelingen zoals het moestuinproject;
De bouw van een collectieve ruimte;
De juridische studie betreffende de valkuilen;
Het doen van voorstellen in verband met mobiel en modulair wonen;
Het SMW-concept wordt getest op verschillende gebieden (technisch, sociaal, ...).
- Wat nog gedaan moet worden:
De bouw voltooien;
Verhuizen;
Extra groeps- en individuele begeleiding;
Buurtintegratie;
Prototypetest van een kwaliteitsvol en betaalbare mobiel huis dat op verschillende plaatsen kan worden neergezet, gemakkelijk kan worden gedemonteerd en deels zelfvoorzienend is;
Meewerken aan een wettelijk kader waarbinnen dergelijke projecten kunnen plaatsvinden;
Ontwikkeling van een toolbox om verworven kennis en ervaring uit te wisselen (o.a. methodologieën voor co-ontwerp, co-constructie, sociale en ruimtelijke effectbeoordeling, buurtcommunicatie, juridische aspecten van modulair wonen);
Partnerschappen aangaan voor de privatisering en het opschalen van het SMW-model.

Voor het project “Woonbox”, dat door de vzw Samenlevingsopbouw gedragen wordt:
- In maart 2020: het CINOCO-gebouw wordt verkregen voor tijdelijk gebruik en begin van de samenwerking met de KUL;
- In april - mei 2020: er wordt een samenwerking met CAW Brussel en ApresToe vzw opgezet om potentiële bewoners te vinden voor de WoonBox;
- In juli - augustus 2020 worden renovatiewerkzaamheden aan het platform voorbereid. Het proces van individuele begeleiding door de sociale partners krijgt vorm en er wordt een samenwerkingsovereenkomst met Groep INTRO gesloten;
- In september - oktober 2020: de renovatiewerken zijn volop aan de gang. De gebruiksovereenkomsten worden door de bewoners ondertekend en de eerste 5 WoonBoxen worden in elkaar gezet;
- In november - december 2020: de eerste WoonBoxen worden betrokken en de volgende WoonBoxen worden momenteel geïnstalleerd;
- Van januari 2021 tot december 2021: in CINOCO zal de individuele advisering van bewoners beginnen met het oog op het vinden van een stabiele en langdurige woning na afloop van dit project. De INTRO-groep zal workshops organiseren en advies geven over werk, opleiding en inkomensverhoging. De inrichting van de gemeenschappelijke ruimten zal vorm krijgen en zal worden gebouwd/geïnstalleerd/ontworpen. Er zal een zoektocht naar een nieuwe toekomstige site van start gaan om het volgende WoonBox project te ontwikkelen.

Er wordt voorzien dat elk van de projecten uiterlijk eind 2022 voltooid is (met de mogelijkheid van maximaal een jaar uitstel in geval van uitzonderlijke omstandigheden die de werken buiten de wil en de verantwoordelijkheid van de projectdrager hebben vertraagd).


Het aantal voorziene personen in deze eenheden hangt af van het feit of de wooneenheid één, twee of drie slaapkamers telt. De 5 projecten tezamen voorzien in totaal 42 woningen.

Het soort overeenkomst dat met elke bewoner wordt afgesloten, is de tijdelijke bezettingsovereenkomst.

Elke projectdrager bepaalt zelf zijn of haar huurtarief. Het gewest komt niet tussen in de gesloten overeenkomsten, noch in de vaststelling van het tarief.


Wat de vastgestelde hinderpalen betreft:

We moeten vaststellen dat de zoektocht naar plaatsen die tijdelijk mogen worden ingenomen (braakliggende stukken grond of leegstaande gebouwen) de grootste hinderpaal vormt. Het is immers moeilijk om eigenaars ervan te overtuigen hun eigendom ter beschikking te stellen voor een sociaal huisvestingsproject, wetende dat zij niet vertrouwd zijn met het wettelijk kader voor tijdelijke bezetting. Ze vinden het moeilijk om in te gaan op de vraag van verenigingen die deze plaatsen nieuw leven trachten in te blazen door ze tijdelijk te laten bezetten.

Een obstakel dat vaak is genoemd, is de administratieve procedure en de toepassing van de opgelegde normen (DBDMH, GSV, enz.). De vergunningen die bij de bevoegde instanties moeten worden aangevraagd, kunnen immers zeer lang op zich laten wachten. Dit kan aanzienlijke kosten met zich meebrengen en zorgen voor vertragingen bij de voortgang van de projecten. Voor de plaatsing van modulaire woningen in gebouwen die bestemd zijn voor een ander gebruik dan huisvesting, is een stedenbouwkundige vergunning vereist, die bijkomende conformiteitswerken in het gebouw met zich brengt (installatie van brandwerende wanden, noodverlichting, plaatsing van nieuwe ramen voor lichtoppervlakken, enz.) De installatie zou vergemakkelijkt moeten worden doordat men kan beschikken over omkaderde afwijkingen (bijv.: installatie van lichte en tijdelijke woningen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning vereist is).

Een andere hinderpaal die ter ore kwam, is enerzijds de verhuis van de modules, die vrij complex is en kosten met zich meebrengt, of het nu gaat om de verhuis naar een nieuw terrein of om tijdelijke stockering. De conventionele SVK-subsidies voorzien dit soort uitgaven a priori niet of slechts in zeer beperkte mate, hetgeen een probleem zal vormen indien het project zelffinancierend moet zijn via de huurgelden. Anderzijds moeten de kwaliteit en de aansluiting van de modules, alsmede het eventuele onderhoud ervan, worden verzekerd (technische diensten die dit niet gewoon zijn). Bovendien zijn er geen individuele meters (omwille van een te hoge kostprijs), hetgeen een probleem oplevert voor de facturering.

Een ander probleem is dat domiciliëring van de bewoners op dit moment niet mogelijk lijkt, maar dit zou afhankelijk kunnen zijn van gemeente tot gemeente.

De aanwerving van gespecialiseerd personeel vormt een probleem, omdat de projectdragers niet weten wanneer zij dit personeel nodig zullen hebben.

De laatste hinderpaal die wordt genoemd, is het juridische aspect. Dit bevat nog veel obstakels en onzekerheden.

U moet weten dat er nog geen contact is geweest met onze bevoegde collega's in de regering over deze verschillende obstakels.