Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de evolutie van het aantal dieren dat aan laboratoriumproeven wordt onderworpen

Indiener(s)
Ariane de Lobkowicz
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 571)

 
Datum ontvangst: 15/12/2020 Datum publicatie: 22/02/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 13/01/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/01/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De laatste dagen is er veel gezegd over de sterk bekritiseerde beslissing van de Waalse minister van Dierenwelzijn, Céline Tellier, om het dossier "dierproeven" in de ijskast te zetten.

Bij die gelegenheid heeft de pers de cijfers over dierproeven in Wallonië gepubliceerd, cijfers die duidelijk aan het dalen zijn, en ik ben niet de enige die daar blij mee is.

Tegelijkertijd werden ook de cijfers voor de "zware tests" bekendgemaakt, die in 2014 10% bedroegen en in 2019 gedaald zijn tot 7%.

“Zware tests” zijn tests die ernstige (of matige maar langdurige) pijn of angst kunnen veroorzaken tijdens de proef. Hoewel deze cijfers dalen, gaat het nog steeds om 11.000 dieren.

Ik zou u willen vragen of u over deze cijfers beschikt voor ons Gewest?
 
 
Antwoord    Leefmilieu Brussel publiceert jaarlijks de statistieken in verband met het gebruik van proefdieren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op zijn website: https://leefmilieu.brussels/themas/dierenwelzijn/dierproeven-een-strikt-omlijnde-praktijk.

We kunnen opmerken dat in 2019 62.641 dieren gebruikt werden bij proeven. Dat is een daling met 23,62% tegenover het jaar voordien.

23,45% van de proefdieren ondervond een ernstig onbehagen, zijnde 14.690 dieren. Van de dieren die zwaar geleden hebben, werd 36,04% voor fundamenteel onderzoek in de oncologie gebruikt, 27,95% voor fundamenteel onderzoek in het domein van het immuunstelsel en 11,57% voor het gebruik op grond van regelgeving en voor routineproductie.

Ter vergelijking: in 2014 ondervonden 28.987 proefdieren (29%) een ernstig onbehagen.