Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de schuilplaatsen voor weidedieren

Indiener(s)
Dominique Dufourny
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 572)

 
Datum ontvangst: 17/12/2020 Datum publicatie: 10/03/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 04/02/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/01/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In het Vlaamse Gewest is een onderzoek gestart naar een geschikte beplanting als schuilplaats voor dieren die buiten worden gehouden. In geval van extreme weersomstandigheden kan dit namelijk hittestress veroorzaken.
In het Brussels Gewest is er minder weidegang dan in onze twee buurgewesten. Het is echter belangrijk dat eigenaars zorgen voor een onderkomen dat is afgestemd op de aard, de fysiologische en ethologische behoeften, de gezondheidstoestand en de mate van ontwikkeling, aanpassing of domesticatie van het dier.
Ten slotte bepaalt artikel 4 van de wet op de bescherming en het welzijn van dieren van 14 augustus 1986 dat dieren tegen slecht weer moeten worden beschermd.

Daarom wens ik een antwoord op volgende vragen :
1/ Wat is de huidige stand van het onderzoek naar de mogelijkheden van beplanting als toevluchtsoord voor dieren die buiten worden gehouden?
2/ Wie voert dit onderzoek uit? In welke richting gaat het?
3/ Hebben de herbivoren, die in verschillende gewestelijke sites (Koning Boudewijnpark, Reigerpark, Scheutbos) door Leefmilieu Brussel grazen, een beschermende schuilplaats in geval van extreme hitte en/of koude?
4/ Heeft Leefmilieu Brussel sinds 2018 andere experimenten opgestart?
Zo ja, welke?

 
 
Antwoord    Vraag 1 en 2

Er werd daarover nog geen onderzoek gedaan.


Vraag 3

Niet alle groene ruimtes hebben schuilhokken voor de dieren. De wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren legt nochtans expliciet de aanwezigheid van een schuilhok voor enkel paardachtigen op (art. 4, §2/1). De paardachtigen die op de gewestelijke terreinen verblijven, beschikken over paardenboxen.

Het Departement Dierenwelzijn van Leefmilieu Brussel heeft een lijst met alle groene ruimtes die beheerd worden door het Gewest waarop dieren gehouden worden, en is van plan om een rapport op te stellen over de omstandigheden waarin al deze dieren gehouden worden, om te onderzoeken of de huisvesting of zorg verbeterd zouden moeten worden.

Dieren als schapen of runderen verdragen evenwel goed lage temperaturen. Bomen, struiken en hagen kunnen voldoende beschutting voor dit soort dieren bieden. Dat is eveneens het geval tijdens periodes van hitte.


Vraag 4

Neen.