Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de cel Studentenleven van Perspective.brussels.

Indiener(s)
Geoffroy Coomans de Brachène
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 476)

 
Datum ontvangst: 22/12/2020 Datum publicatie: 25/02/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 24/02/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/01/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Ik kom terug op de cel Studentenleven van Perspective.brussels. Op 6 februari laatstleden1 heb ik u gevraagd om een stand van zaken en de prioriteiten van de cel.

Het jaar 2020 loopt ten einde. Er lagen verschillende prioriteiten op tafel, zoals de invoering van communicatiemiddelen om de studenten te informeren en het Gewest te promoten als studentenstad (via onder meer een drietalige internetsite en een app), een vlottere dienstverlening aan de studenten: maatregelen om onder meer de toegang tot studieplekken en het onthaal van de internationale studenten te verbeteren, alsook een betere kennis van de uitdagingen van het studentenleven, met onder meer enkele diagnoses die betrekking hebben op de ontmoetingsplaatsen, de studentenhuisvesting of de mobiliteit.

Kunt u op basis van die informatie de volgende vragen beantwoorden:

- Konden de communicatiemiddelen ter beschikking gesteld worden? Zo ja, kunt u daarover meer toelichtingen verstrekken? Welke budgetten werden daarvoor uitgetrokken? Zo neen, mag ik dan weten waarom? Is er een nieuw tijdpad vastgesteld?

- Wat was de rol van de cel Studentenleven van Perspective.brussels bij het verbeteren van de toegang tot studieplekken? Kon er een diagnose van de “study spaces” in Brussel worden gesteld? Hoe luiden de conclusies?

- Heeft de gezondheidscrisis een impact gehad op de cel Studentenleven? Zo ja, welke?

- Werden de studenten betrokken bij de presentatie van het actieplan 2020-2025? Zo ja, hoe werd het eerste representatieve studentenpanel samengesteld?

- Heeft de cel Studentenleven aanbevelingen gedaan over de studentenhuisvesting in het Brussels Gewest? Over het aantal, de verdeling, de toegangsvoorwaarden, de mogelijkheden om te beschikken over collectieve studentenwoningen, ...?


1 http://www.parlement.brussels/weblex-quest-det/?lang=nl&moncode=145038&montitre&base=1
 
 
Antwoord    1/

In het actieplan 2020-2025 van de cel Studentenleven (CSL) was bepaald om de communicatietools vanaf 2020 in te voeren. Door de budgettaire context waren we genoodzaakt om de timing voor de uitvoering van het plan iets meer te spreiden in de tijd.

De CSL en het expertisecomité onderzoeken momenteel de rechtstreekse en onrechtstreekse aanbevelingen in verband met de communicatietools die in de verschillende in 2020 uitgevoerde studies zijn geformuleerd. De impact op de communicatietools en op het budget zal binnenkort worden bepaald. Het actieplan van de CSL begroot de verschillende communicatietools op ongeveer 245.000 euro (ook de inspanningen om het gewest te promoten als studentenstad zijn daarin verrekend). Die kredieten zullen opgenomen worden in het werkingsbudget van perspective.brussels.


2/

De CSL heeft het bureau ERU – Etudes et Recherches Urbaines de opdracht gegeven om een diagnose over de studieruimtes in Brussel uit te werken. Die opdracht ging van start in maart 2020 en werd onlangs, eind januari 2021, afgerond met de bezorging van het eindverslag. De belangrijkste fases van de uitwerking van die diagnose, waarbij telkens langs elektronische weg studenten werden betrokken, omvatten de organisatie van twee workshops (een eerste in juli 2020 en de tweede in december, om alle actoren op het terrein samen te brengen), een online vragenlijst voor de gebruikers van de study spaces (meer dan 1.000 antwoorden ingezameld) en kwalitatieve interviews met een tiental studenten.

Dit zijn de belangrijkste aanbevelingen van het bureau ERU voor de CSL:
- Een gewestelijk online platform aanmaken: een online platform aanmaken met alle real-time informatie over de study spaces in het Brussels gewest.
- Het gemakkelijker maken om tijdelijke study spaces in te richten: het gemakkelijker maken om tijdelijke study spaces in te richten om het aanbod te vergroten en leegstaand vastgoed nuttig te gebruiken.
- Een “witboek over study spaces” publiceren: een referentiewerk / “toolkit” uitbrengen met een overzicht van richtlijnen om een study space die beantwoordt aan de (nog te bepalen) kwaliteitsnormen van het Gewest, te openen en/of open te houden.
- Een coördinatie tussen het Gewest en de gemeenten opzetten om de inrichting van nieuwe ruimtes, de doorstroming van informatie en goede praktijken te vergemakkelijken.
- Een jaarlijks forum over het “studentenleven & study spaces” houden om ervaringen en goede praktijken uit te wisselen.

De CSL moet nu onderzoeken of het haalbaar is om die aanbevelingen met de beschikbare financiële en personele middelen uit te voeren.


3/

De gezondheidscrisis heeft gevolgen gehad voor de uitwerking van de diagnose over de study spaces, die met enige vertraging van start is gegaan, maar ook voor de recentste communicatiecampagne naar aanleiding van de enquête “Blik op het studentenleven”. Het was de bedoeling dat stewards naar de campussen zouden gaan om antwoorden in te zamelen, maar de overheidsopdracht daarvoor moest door de gezondheidsmaatregelen worden geannuleerd. Er waren ook fysieke panelgesprekken met studenten gepland. Ook die moesten op afstand plaatsvinden.


4/

Neen. De regering keurde het actieplan begin februari 2020 goed en al zeer snel daarna, meer bepaald vanaf maart, moesten de studenten als eersten online werken en van thuis hun lessen volgen.

De studenten werden echter wel betrokken bij alle dossiers die de CSL in 2020 behandelde:
- het is duidelijk dat de enquête “Blik op het studentenleven” bedoeld is om te luisteren naar wat er leeft bij de studentenbevolking. Naast de multiple choice vragen kunnen de studenten aan de hand van schriftelijke vragen van de enquête hun persoonlijke mening geven over het studentenleven in Brussel.
- Zoals reeds eerder vermeld, koos de CSL ervoor om de studenten te betrekken bij alle fases van de uitwerking van de diagnose over de study spaces.
- Het eerste panelgesprek met de studenten stond in het teken van de communicatietools. De studenten kregen de kans om zich uit te spreken over de beste manieren waarop het Gewest met hen zou kunnen communiceren. De studenten werden door een bureau dat gespecialiseerd is in het rekruteren voor “focusgroepen”, gekozen op basis van criteria uit de demografische momentopname van de enquête “Blik op het studentenleven” (verdeling naar geslacht, taal, soort onderwijs - universiteit, hogeschool, hoger kunstonderwijs) om een goede representativiteit te waarborgen. De resultaten van die panelgesprekken, die volgens de methode van de “focusgroepen” door het Brusselse bureau Egérie in vier fases (Franstalige, Nederlandstalige, Engelstalige en gemengde groep) werden georganiseerd, worden momenteel onderzocht door de CSL en het expertisecomité.

Daarnaast zoekt het expertisecomité van de CSL momenteel naar manieren om de studenten nog meer bij de gesprekken en debatten te betrekken om dan eventueel aan de regering aanpassingen aan de partnerovereenkomst die het beheer van de cel regelt, voor te stellen.


5/

De CSL maakte op 10 december vorig jaar de belangrijkste resultaten van de tweede enquête “Blik op het studentenleven: stedelijke praktijken en omgang met de stad” bekend. Het volledige verslag is beschikbaar op de website van perspective.brussels. Er werd specifiek onderzoek verricht naar studentenhuisvesting en daarover staan ook aanbevelingen in het verslag.

Hieronder vindt u een uittreksel uit het verslag met vaststellingen en aanbevelingen over de studentenhuisvesting (blz. 83):
-
Belangrijkste vaststellingen :
o Een van de maatregelen uit het Studentenhuisvestingsplan uit de vorige regeerperiode was de huurovereenkomst voor studentenwoningen. Die werkt goed en wordt correct gebruikt. Dit contract is een succesverhaal. Veel studenten (46 %) zijn daarentegen niet op de hoogte van andere initiatieven, zoals het huisvestingslabel, het Plateforme logement étudiant (PLE) of MyKot. Ook heeft meer dan 37 % van de studenten die een studentenwoning huren, moeilijkheden ondervonden bij hun zoektocht naar huisvesting.
o Gedeelde huurwoningen zijn een succes bij studenten (ze maken 27% van de studentenwoningen uit en voor 46% is het de ‘ideale woning’). Dit betekent dat een groot deel studenten concurreert met gezinnen op de huisvestingmarkt.
o De prijs van studentenhuisvesting in Brussel maakt de woningen minder toegankelijk. 80% van de studenten die moeilijk een studentenwoning vond, geeft aan dat de prijs te hoog was. 24,5% van de studenten vindt de kwaliteit-prijsverhouding van zijn woning problematisch.
-
Aanbevelingen
o Betere communicatie en informatietools over studentenhuisvesting om gemakkelijker huisvesting te vinden.
o Een beleid dat meer inzet op de studentenhuisvesting die studenten zoeken, aangepast aan hun levensstijl en groepsgeest (gemeenschappelijke ruimten, gedeelde huurwoningen, studentenresidenties, ...). Het beleid moet er ook over waken dat Brusselse gezinnen ook nog betaalbare gezinswoningen vinden.
o Een gezamenlijke inspanning van het Gewest, de gemeenten en de hoger onderwijsinstellingen moet zorgen voor betaalbare en kwaliteitsvolle studentenhuisvesting. Tegelijkertijd moeten we beducht blijven voor vastgoedspeculatie op deze specifieke markt, die een belangrijke investering of “asset” voor projectontwikkelaars aan het worden is.
o De studentenhuisvesting monitoren zoals opgenomen in het Studentenhuisvestingsplan en bevestigd in het actieplan van de cel Studentenleven. Dit moet leiden tot een nauwkeurigere analyse van deze strategische markt voor het Gewest. Dergelijke monitoring moet eerst het bestaande aanbod inventariseren. Zo kunnen we het studentenhuisvestingsbeleid beter afstemmen op de vraag. Dit is alleen mogelijk als we meer gegevens hebben over de studentenhuisvesting, zoals het adres van de studentenwoning op het moment van de inschrijving aan de hoger onderwijsinstelling.