Schriftelijke vraag betreffende de reflectie over de P+R Roodebeek.
- Indiener(s)
- Anne-Charlotte d'Ursel
- aan
- Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 727)
| Datum ontvangst: 04/01/2021 | Datum publicatie: 23/02/2021 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 20/21 | Datum antwoord: 23/02/2021 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 15/01/2021 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | U hebt in de begroting 2021 aangegeven dat er volop nagedacht wordt over de parking Roodebeek. Welke elementen hebben geleid tot een wijziging van het plan bij de herbestemming van de parking in P+R? Hebt u alternatieven voor het geval dat de parking van Roodebeek niet wordt herbestemd tot P+R? In welke fase zit de reflectie over de heraanleg van de parking? Tegen wanneer zal het Gewest een beslissing nemen over de bestemming van die P+R? |
| Antwoord | Hoewel parking Roodebeek in het huidige GBP wordt beschouwd als een P+R, vormt hij een dubbel met de hogergelegen P+R Kraainem – een parking die vanaf 2021 beheerd zal worden om auto’s van bv. buurtbewoners (auto’s die lang ter plekke blijven staan), van auto’s van pendelaars te kunnen scheiden en die eveneens het voorwerp is van een project van capaciteitsuitbreiding. Bovendien beantwoordt parking Roodebeek niet aan een van de basisvoorwaarden van een goede P+R (m.n. een uitstekende locatie) daar het niet voldoende dicht bij de gewestgrenzen ligt om de rol van P+R te kunnen vervullen. Tot slot is een stuk van de capaciteit van deze parking al verdwenen door de uitbreiding van het busstation. Om deze redenen moet er worden nagedacht over de toekomst van deze parking. Er zal een studie worden aangevat met als doel een integratie van deze site in de lokale activiteiten en het lokale stadsweefsel in overweging te nemen. |