Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het verbod op reclameborden van meer dan 10 m² in de openbare ruimte en in de privéruimten die vanaf de openbare ruimte zichtbaar zijn

Indiener(s)
Christophe Magdalijns
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 319)

 
Datum ontvangst: 29/10/2020 Datum publicatie: 10/03/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 25/02/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
18/01/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Landschapsvervuiling of visuele vervuiling wordt gewoonlijk gedefinieerd als een visuele en kunstmatige verandering van een landschap of openbare ruimte die als lelijk of "ontsierend" wordt beschouwd. In steden zijn reclameborden en een overdaad aan uithangborden de voornaamste oorzaak van deze verloedering van het landschap. Meer en meer gaat de visuele vervuiling gepaard met lichtvervuiling, aangezien ondernemingen die gespecialiseerd zijn in stedelijke reclame hebben getracht hun installaties zodanig te verlichten dat zij beter opvallen en de aandacht van klandizie trekken.
Brussel-Hoofdstad heeft een overvloed aan reclameborden. Een veelheid die de kwaliteit van het stadslandschap aantast. Er zijn reclameborden die bijzonder opdringerig zijn door hun omvang, ik denk met name aan reclameborden waarvan de oppervlakte soms meer dan 10 m² bedraagt en alleen een commerciële functie hebben. Er bestaat thans een steeds bredere consensus onder de bevolking om de hoeveelheid reclame in de openbare of de particuliere ruimten te beperken.
Op 9 april 2019 maakte BX1 een reportage met de titel "Het Brussels Gewest wil de reclame in de openbare ruimte reglementeren". Het omvat diverse geplande maatregelen zoals het verbod op reclame in de buurt van natuurgebieden of gebieden van cultureel belang, scholen of verkeerslichten. Affiches zouden beperkt worden tot 10 m². De reclamesector had het toen over grote economische gevolgen. Dezelfde reportage eindigt met de belofte dat de resultaten van een openbaar onderzoek naar de wijziging van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GSV) voor de week erop beschikbaar zouden zijn.
Meer recentelijk, in februari van dit jaar, verklaarde uw collega Alain Maron dat hij de aanwezigheid van lichtreclames wilde terugdringen gelet op de impact en het energieverbruik ervan. Een van de ook hier vernoemde mogelijkheden was de wijziging van de GSV.
Deze mooie voornemens zijn niet terug te vinden in de gewestelijke beleidsverklaring, waarin niettemin wordt overwogen de GSV op diverse punten te herzien. Persoonlijk betreur ik dit. Overdreven en opdringerige reclame behoort tot het verleden. Een verleden waarin weinig of geen aandacht werd geschonken aan de aantasting van de kwaliteit van het stadslandschap en waarin de massaconsumptie vaak geen rekening hield met het verantwoordelijke gedrag waartoe wij thans worden opgeroepen in het licht van de heersende milieu- en sociale crisis.
Daarom heb ik de volgende vragen:
- Vinden we onder de hoofdlijnen van de door u doorgevoerde herziening van de GSV nog steeds het mogelijke verbod op reclameborden van meer dan 10 m², al dan niet verlicht, in de openbare ruimte of in privéruimte die zichtbaar is vanuit de openbare ruimte?
- Zo ja, kunt u dan bevestigen dat het beoogde mechanisme voor het verdwijnen van de reclameborden van meer dan 10 m² erin bestaat dat elke nieuwe bouwvergunning wordt geweigerd en dat er geen plannen zijn om de bestaande reclameborden die onder een oude vergunning vallen, te ontmantelen?
- Beschikt u over een volledige inventaris van de reclameborden van meer dan 10m² in het Brussels Gewest? Hoeveel reclameborden van meer dan 10m² zijn er in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?
 
 
Antwoord    De regering bestudeert welke wijzigingen kunnen worden aangebracht aan het ontwerp van GSV dat in eerste lezing werd goedgekeurd. Daarvoor zal de titel inzake reclame en uithangborden aandachtig worden herlezen.

De handelingen en werken voor het plaatsen van reclame-inrichtingen en uithangborden zijn krachtens artikel 98, §1, lid 1 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO) onderworpen aan een stedenbouwkundige vergunning.

Specifiek zijn de vergunningen voor het plaatsen van reclame-inrichtingen en uithangborden vergunningen van beperkte duur, krachtens artikel 102 van het BWRO.

Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 januari 2004 betreffende de stedenbouwkundige vergunningen van beperkte duur bepaalt de vergunningsduur voor de handelingen en werken voor reclame-inrichtingen en uithangborden.

Tijdens de analyse van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning zien de vergunningverlenende overheden erop toe dat de projecten enerzijds overeenstemmen met de geldende regelgeving en de daaraan verbonden normen, met name het BWRO, het gewestelijk bestemmingsplan, de bijzondere bestemmingsplannen en de GSV, en anderzijds met de goede plaatselijke aanleg.

Een project kan dus overeenstemmen met de regelgeving, maar niet noodzakelijk met wat de overheid beschouwt als de goede plaatselijke aanleg. In alle gevallen moet de beslissing worden gemotiveerd.

Tijdens het onderzoek van een project voor reclame-inrichtingen en uithangborden wordt de vergunningverlenende overheid dan ook verzocht om bijzondere aandacht te besteden aan de landschapsintegratie van de reclame-inrichtingen en uithangborden in het stedelijke landschap en de openbare ruimte.

Wat de bestaande borden betreft, moet erop worden gewezen dat de nieuwe GSV-regels zullen gelden voor de aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning die vanaf de inwerkingtreding ervan worden ingediend. De nieuwe bepalingen zullen dus niet leiden tot de afbraak van bestaande reclame-inrichtingen die tot stand zijn gekomen via een stedenbouwkundige vergunning die rechtmatig werd verworven vóór de inwerkingtreding van de nieuwe GSV.

Voorlopig beschikt de administratie niet over een volledige inventaris met reclame-inrichtingen groter dan 10 m² in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Als staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Stedenbouw heb ik mijn administratie wel gevraagd om een inventaris op te stellen van de wettelijke en omkaderde reclame-inrichtingen voor de aanplakborden op muren of die op een terrein staan, van de inrichtingen bij OV-haltes en Villo! en van de afzonderlijke inrichtingen op de openbare weg. Ik heb recent een gegevensbank ontvangen die nog moet worden verwerkt en vervolledigd, vooral wat de gemeentelijke gegevens betreft. Ik kan me vandaag nog niet uitspreken over de exacte cijfers.