Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de verkeerstekens in de nabijheid van de scholen

Indiener(s)
Christophe De Beukelaer
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 735)

 
Datum ontvangst: 15/01/2021 Datum publicatie: 11/03/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 24/02/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
20/01/2021 Mondelinge vraag omgevormd tot schriftelijke vraag Uitgebreid Bureau van het Parlement
22/01/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op 1 januari van dit jaar werd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de veralgemeende zone 30 ingevoerd. Deze wijziging in de benadering van de snelheid is bedoeld om de geldende snelheidsbeperkingen leesbaarder te maken. In plaats van 30 km/u als een uitzondering te beschouwen, wordt het volgens de nieuwe verordening de norm op het volledig gewestelijk grondgebied. Daarom is het nu verboden sneller te rijden dan 30 km/u, tenzij de borden dit anders aangeven.
De verwijdering van het 30km/u bord heeft echter een averechts effect. Het werd niet door alle automobilisten gerespecteerd, maar maakte het mogelijk hen te waarschuwen dat ze op een traject kwamen waar verhoogde waakzaamheid geboden was. Een dergelijk systeem was dus bijzonder nuttig rond scholen.
Deze visuele herinnering blijft bestaan voor de gedeelten waar de maximumsnelheid hoger is dan 30 km/uur, maar verdwijnt voor de 15% van de wegen die onder het nieuwe toepassingsgebied van zone 30 vallen.
Met dit in gedachten, hier zijn mijn vragen over het onderwerp:

- Hoeveel scholen die betrokken bij door de invoering van de zone 30 zullen hun verkeersbord 30 verwijderd zien?
- Werkt u aan visuele alternatieven om automobilisten te wijzen op het belang van oplettendheid bij het naderen van een school?
 
 
Antwoord    Het is momenteel niet makkelijk op basis van de gegeoreferenceerde gegevens waarover Brussel Mobiliteit beschikt precieze informatie te verkrijgen over het aantal scholen waar het verkeersbord zone 30 zal verdwijnen ten gevolge van de Stad 30.

In de mate dat:
- De bijgewerkte gegevens die betrekking hebben op de zones 30 voor 1 januari staan niet noodzakelijkerwijs ter beschikking van Brussel Mobiliteit;
- De lengte van een zone 30 SO is niet gesystematiseerd, aangezien dit niet reglementair is bepaald.

Er moet uiteraard worden opgemerkt dat om dit aantal te bepalen slechts de schoolomgevingen moeten worden bekeken met een bord zone 30 + A23 (volgens de toenmalige regelgeving) gelegen op een weg met een globale snelheidsregeling van meer dan 30 km/u voor 1 januari, en die niet worden gekenmerkt door een uitzondering sinds de inwerkingtreding van de Stad 30.

Voor scholen waarvan de omgeving voor 1 januari in een globale zone 30 lag, verandert er niets; enkel de A23 geeft specifiek aan dat het een omgeving betreft waar veel kinderen komen.

Voor de scholen waarvan de omgeving zich nog op een uitzonderingsweg bevindt (50 km/u of meer), verandert er niets: de signalisatie zone 30 + A23 wordt behouden.

Op basis van dit alles en uitgaande van de stelling dat een SO-zone zich gemiddeld uitstrekt over een straal van 50 à 75 meter rond het adres van de school, kunnen we grosso modo schatten dat bij 200 scholen (van in totaal +/- 765 scholen in het BHG) het zone 30-bord zal verdwijnen, waarvan +/- 150 op gemeentewegen en 50 op gewestwegen. Elke omgeving van een school behoudt haar A23 bord "schoolomgeving”, de markeringen en de wegaanpassingen.

Er zal dus bijzondere aandacht moeten worden geschonken aan deze schoolomgevingen, om hun leesbaarheid te vergroten en ervoor te zorgen dat bestuurders hun gedrag aan de schoolomgeving aanpassen.

BM en de gemeenten hadden echter de Stad 30 niet nodig om te begrijpen dat schoolomgevingen leesbaar en geloofwaardig moesten zijn voor bestuurders. "De schoolomgevingen zichtbaar en geloofwaardig maken" maakte trouwens reeds deel uit van de acties uit het actieplan verkeersveiligheid 2011-2020. En dat vormt vandaag nog steeds een belangrijke bekommernis in het nieuwe te verschijnen actieplan voor de periode 2021-2030.

De leesbaarheid en geloofwaardigheid van een schoolomgeving hangen in de eerste plaats af van een intrinsieke leesbaarheid van de bebouwing. Het is allemaal effectief moeilijker als scholen zich in oude fabrieken, kantoorgebouwen enzovoort bevinden, waardoor het moeilijk is te zien dat het om een school gaat.

De leesbaarheid en de geloofwaardigheid van een schoolomgeving hangen vervolgens, wat de wegbeheerder betreft, af van maatregelen zoals:
- Het aanbrengen van markeringen op de weg alsook reglementaire signalisatie, in voorkomend geval versterkt;
- Snelheidsbeperking (via infrastructuur en/of controle) in de schoolomgeving door beter op risico's te anticiperen, door eventuele conflicten en de gevolgen ervan weg te nemen;
- Het creëren van voorpleinen waardoor de intrinsieke zichtbaarheid van de school verbetert, ouders en leerlingen kunnen wachten en verzamelen in betere omstandigheden, en spontane en gevaarlijke oversteekmanoeuvres vermeden worden;
- De zichtbaarheid van de oversteekplaatsen verbeteren, met name door een beter beheer/een betere plaatsing van parkeergelegenheid, o.a. voor schoolbussen, het verwijderen van reclamepanelen, meer verlichting, enz.;
- Oversteekplaatsen meer in het oog doen springen door een plateau te creëren, en door ze weg van de toegangspoort van de school aan te leggen;
- Wat ook nog kan, is gebruik maken van stadsmeubilair en/of markeringen in kleur.

Sinds 2016 moedigt BM de gemeenten bovendien via "verkeersveiligheidssubsidies" aan om op dit vlak creatief aan de slag te gaan, in zoverre dat niet ingaat tegen de regelgeving, geen obstakel vormt voor voetgangers noch de zichtbaarheid tussen weggebruikers belemmert. Heel wat projecten werden zodoende uitgewerkt, met inbegrip van de aanleg van voorpleinen, plateaus, zigzagdoorgangen, stadsmeubilair, verlichting, betere markering/signalisatie, preventieve snelheidsmeters, enzovoort.

In het huidige stadium wordt er door Brussel Mobiliteit nagedacht hoe men makkelijker een beroep kan doen op gekleurd meubilair op de gewestwegen. Ok zal men beginnen nadenken over het mogelijke gebruik van markeringen in kleur ter hoogte van de voetgangersoversteekplaatsen op diezelfde wegen, zonder dat deze markeringen gevaar opleveren voor tweewielers in het bijzonder. Dit denkproces zal hoogstwaarschijnlijk plaatsvinden in overleg met Perspective, opdat men kan bekijken in welke mate deze ingrepen op gewestelijke schaal een gemeenschappelijk uitzicht kunnen krijgen. Niettemin zal de keuze van het meubilair, de markering, enzovoort, zonder regelgevende verplichtingen, aan de beheerder toekomen.