Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het incesttaboe.

Indiener(s)
Nicole Nketo Bomele
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 465)

 
Datum ontvangst: 18/01/2021 Datum publicatie: 26/02/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 15/02/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
22/01/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Incest is nog steeds een te groot taboe in onze cultuur. Er wordt weinig of niet over gesproken. Nochtans spreken de cijfers voor zich. Volgens een rapport van de WHO is 20 tot 24% van de jonge meisjes en 5 tot 11% van de jonge jongens het slachtoffer van incest. In een document van 1991 omschrijft de VN incest als "seksuele agressie door een ouder(s) of verwant(en) van het kind met wie geen huwelijk mogelijk is".

Incest, dat als een universeel verbod wordt beschouwd, komt helaas in alle samenlevingen en alle lagen van de bevolking voor. Wat taboes betreft, is het trouwens veelzeggend dat het onderwerp ‘incest’ hier voor de eerste keer wordt besproken in deze assemblee. Men beseft dat het gênant is om de zaken te benoemen en het moeilijk is om de spiraal van stilzwijgen te doorbreken.

De Franse juriste Camille Kouchner heeft enkele dagen geleden haar schoonvader, de beroemde politicoloog Olivier Duhamel, ervan beschuldigd dat hij haar tweelingbroer tijdens hun adolescentie heeft verkracht. Daardoor staat incest opnieuw in het middelpunt van de belangstelling. Zou er een MeToo van incest komen? Miriam Ben Jattou, een Belgische deskundige die gespecialiseerd is in de incestproblematiek en de vereniging Femmes de droit heeft opgericht, nuanceert. Volgens haar hebben de slachtoffers altijd gesproken. We beginnen nu pas naar hen te luisteren.

Incest is een cruciale kwestie. Helaas houdt het Belgisch recht er onvoldoende rekening mee. De term ‘incest’ komt bijvoorbeeld nooit voor in het Strafwetboek en incest als zodanig is geen strafbaar feit; het begrip wordt enkel vermeld als verzwarende omstandigheid bij verkrachting en aanranding van de eerbaarheid, ondanks de aanbevelingen van de Verenigde Naties. In het voorstel van een nieuw Strafwetboek blijft dat helaas ongewijzigd. Erger nog, bijna alle vormen van seksueel geweld worden beschouwd als een misdrijf en verliezen hun kwalificatie als misdaad. Voorts heeft incest veel gevolgen. Zo heeft de Franse vereniging Mémoire traumatique et victimologie in een onderzoek over de gevolgen van seksueel geweld voor de gezondheid van de slachtoffers aangetoond dat de slachtoffers van incest een lagere levensverwachting kunnen hebben, een groter risico lopen op verschillende ziekten, zoals auto‑immuunziekten, kanker, zwaarlijvigheid, en op armoede.

Bijgevolg wordt incest, zoals seksueel geweld in het algemeen, amper bestraft in België. SOS Incest België betreurt dat het ontbreken van een specifieke kwalificatie in de wet het niet mogelijk maakt om rekening te houden met de specifieke aard van de seksuele agressie binnen het gezin en met de specifieke problemen waarmee de slachtoffers van dergelijk intrafamiliaal geweld worden geconfronteerd. We kunnen de recente afschaffing van de verjaringstermijn van zware seksuele misdrijven tegen minderjarigen toejuichen, maar dat volstaat niet, te meer daar er op initiatief van magistraten en advocaten, met name avocats.be, een beroep tegen die afschaffing werd ingesteld bij het Grondwettelijk Hof.

In die context is moeten we het stilzwijgen doorbreken en echt luisteren naar de slachtoffers, ondanks de hardnekkige ontkenning.

In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:

1) Beschikt u voor Brussel over gegevens over de slachtoffers van incest?

2) Bent u zich bewust van de realiteit en de omvang van incest? Daarvan wordt nergens gesproken op gewestelijk niveau. Kinderen zijn elke dag het slachtoffer van incest. Statistisch gezien gaat het om tussen de twee en vier kinderen in elke school. Zal er een globaal beleid worden opgezet? Hebt u contact met SOS Incest België?

3) Het verheugt ons dat SOS Incest België onlangs 15.000 euro steun heeft gekregen. Staat een verlenging van de toegekende subsidies, met name aan de vereniging "SOS Incest België", op de agenda? Is er een plan om subsidies toe te kennen aan andere instellingen/verenigingen in de strijd tegen incest?

4) Beschikt u over gegevens over de opvang van slachtoffers van incest door de OCMW’s (het probleem erkennen, specifieke hulp, opleiding van de personeelsleden)?

5) Wordt er specifieke begeleiding verstrekt aan de slachtoffers van incest (administratieve bijstand om eventueel klacht in te dienen, een plaats waar naar hen geluisterd wordt, financiële bijstand)?
 
 
Antwoord    Kindermisbruik of incest zijn geen domeinen die onder de gewestelijke bevoegdheid gelijke kansen vallen.

equal.brussel heeft rond dit thema dus geen activiteiten en bijgevolg ook geen elementen van antwoord op de precieze vragen van het parlementslid.

In het kader van de projectoproep tegen geweld op vrouwen van 2020, werd wel een subsidie toegekend van 6.200€ (en niet 15.000€ zoals vermeld in de vraag) aan vzw SOS Inceste, voor een punctueel project ter ondersteuning van slachtoffers van seksueel geweld.

De vraag over cijfers bij de OCMW’s betreft evenmin de gewestelijke gelijke kansen-bevoegdheid.