Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de opmaak van het eerste jaarlijkse verslag over de geldstromen tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de plaatselijke besturen.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 575)

 
Datum ontvangst: 04/01/2021 Datum publicatie: 18/02/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 17/02/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
25/01/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Eerder deze legislatuur heb ik u reeds enkele keren mogen ondervragen omtrent de geldstromen tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de plaatselijke besturen (cf. mijn mondelinge vraag behandeld in de commissie Binnenlandse Zaken op dinsdag 21 januari 2020, alsook schriftelijke vragen nr. 239 en nr. 444).

In uw antwoord op mijn recentste schriftelijke vraag hieromtrent stelde u BPB inmiddels over alle nodige gegevens die aan de ABI’s werden gevraagd beschikte en dat er enkel nog verduidelijkingen nodig waren van de kant van Innoviris en BPV. Ik citeer: “Vandaag zijn er geen belangrijke obstakels voor de afwerking van het verslag dat BPB tegen eind 2020 zal publiceren, behalve bepaalde onzekerheden die verband houden met de veelheid aan betrokkenen en met de huidige gezondheidscrisis.”

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Kan u bevestigen dat de opmaak van dit rapport intussen afgerond is? Kan u de krachtlijnen en belangrijkste conclusies van dit rapport duiden? Wanneer zal dit rapport gepubliceerd worden en voorgesteld worden aan de parlementsleden?

- Kan u alvast een tabel overmaken waarbij per gemeente aangegeven wordt welke middelen men ontvangt vanuit het Gewest, opgesplitst per bevoegdheid?

- Heeft de Regering reeds bepaald op welke manier dit rapport gebruikt zal worden bij de Staten-Generaal die in 2021 gestart zal worden? Zo ja, kan u dit nader toelichten?
 
 
Antwoord    Ik kan bevestigen dat mijn administratie inderdaad de laatste hand heeft gelegd aan het verslag over de geldstromen.

Dit verslag geeft een overzicht van de financiële stromen van het Brussels Gewest naar de volgende plaatselijke besturen: gemeenten, OCMW‘s en PZ‘s. Het betreft gegevens van de jaren 2015 tot en met 2019.

Wat betreft de presentatie van de gegevens in de vorm van samenvattende tabellen, worden de gegevens uitgesplitst naar financieringsbron - overheidsdiensten en autonome bestuursinstellingen (ABI) - op basis van globale gegevens, de verdeling van de geldstromen tussen begunstigden, niet alleen naar type plaatselijk bestuur (gemeente, OCMW en politiezone), maar ook voor elke entiteit.

De financiële stromen die in dit verslag niet worden geanalyseerd, omdat ze niet worden beschouwd als een uitgave van het Gewest ten gunste van de gemeenten, zijn de volgende: de opcentiemen op de OV, de opcentiemen op de City tax, de leningen aan de gemeenten via het BGHGT, het parkeerbeleid.

Dit verslag moet, op mijn verzoek, nog wat bewerkt worden naar presentatie toe, hetgeen de publicatie ervan enigszins vertraagd heeft. Deze wordt verwacht binnen enkele weken. Eenmaal beschikbaar, zal u echter de talrijke tabellen kunnen raadplegen.

Wat betreft het gebruik ervan in het kader van de staten-generaal, vastgelegd in de Algemene Beleidsverklaring als besprekingen die "zonder enig taboe" moeten plaatsvinden, staat het de deelnemers vrij om de resultaten van de studie in het kader van deze globale denkoefening te bespreken.