Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende inbeslagname van een dertigtal mishandelde dieren in een koranschool in Vorst.

Indiener(s)
Gaëtan Van Goidsenhoven
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 579)

 
Datum ontvangst: 22/12/2020 Datum publicatie: 26/02/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 04/02/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
25/01/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op dinsdag 10 november laatstleden heeft de politiezone Brussel-Zuid een controle uitgevoerd in een "didactische boerderij" die beheerd wordt door een koranschool in Vorst, en daarbij vele dieren van verschillende soorten aangetroffen in zeer ongezonde omstandigheden: ze stonden in hun eigen urine en uitwerpselen en in de modder.

In dat verband had ik u graag de volgende vragen gesteld:

- Hoe verklaart u dat een zogenaamde "didactische" boerderij verschillende dieren, waaronder exotische dieren, in dergelijke erbarmelijke omstandigheden kan houden?

- Doet die problematiek niet opnieuw de vraag rijzen of de cel Dierenwelzijn van Leefmilieu Brussel wel over voldoende middelen beschikt om het welzijn van de dieren in het Brussels Gewest te controleren?

- Hoe wordt het dossier thans behandeld door Leefmilieu Brussel? Is de definitieve inbeslagname van de dieren aan de orde?

- Worden er sancties tegen de directie van de school overwogen?

- Zijn er nieuwe maatregelen of nieuwe controles gepland om ervoor te zorgen dat een dergelijke situatie zich niet meer voordoet in ons Gewest?

- Ten slotte doet de aanwezigheid van oehoes duidelijk de vraag rijzen of het verbod op het houden van bepaalde dieren wordt nageleefd. Hoe werkt u thans aan de verscherping van de controles om dat verbod te doen naleven?
 
 
Antwoord    Vragen 1 en 2

Wat betreft de wetgeving die van toepassing is op dierenwelzijn, is er voor de activiteiten van “kinderboerderijen” nog geen specifieke regelgeving.

Niettemin legt de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren aan elke houder van dieren op om hen altijd huisvestingvoorwaarden te bieden overeenkomstig hun fysiologische en ethologische behoeften.

Het is niet mogelijk om systematisch en dagelijks controles te organiseren. Hoewel het Departement Dierenwelzijn momenteel slechts bestaat uit 3 inspecteurs-dierenartsen, zal deze dienst binnenkort uitgebreid worden, en hij werkt nauw samen met de politiediensten.

De dieren die in Vorst gehouden werden, bevonden zich overigens op een terrein dat niet toegankelijk was voor het publiek en niet zichtbaar was vanop straat. Het was dus onmogelijk om het bestaan ervan te ontdekken zonder aangifte.


Vragen 3 en 4

Het dossier over de inbeslagname wordt momenteel behandeld door het Departement Dierenwelzijn.

Het dossier is momenteel bij het parket dat over een termijn van 6 maanden beschikt om te beslissen of het overgaat tot vervolging. Indien dat niet het geval is, kan Leefmilieu Brussel een alternatieve administratieve boete opleggen die varieert van 50 tot 62.500 euro.


Vraag 5

Een kinderboerderij moet ingeschreven zijn als operator bij het FAVV, als zij dieren houdt waarvan de (gezondheids)identificering verplicht is en indien hun aantal een bepaalde drempel overschrijdt (met name voor vogels).

Het houden van 6 kleine dieren of een groot dier moet eveneens aangegeven worden bij de gemeentelijke administratie om een toelating te verkrijgen voor een ingedeelde inrichting (in het kader van de wetgeving betreffende milieuvergunningen).

Buiten deze omstandigheden is het voor de overheden niet mogelijk om af te weten van het bestaan van kinderboerderijen, vooral wanneer zij niet zichtbaar zijn vanuit de openbare ruimte of niet toegankelijk zijn voor externe bezoekers, zoals in dit dossier het geval was.


Vraag 6

Voor geen van de inbeslaggenomen soorten gold een verbod om de dieren te houden.

Momenteel loopt het nationale project “
National Task Force: Sustainable Wildlife Trade” in de strijd tegen de handel in exotische soorten. Deze werkgroep is samengesteld uit personen van verschillende federale en gewestelijke besturen, zoals onder meer het FAVV, CITES, de douane, de biodiversiteit en het dierenwelzijn.