Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de controles in dierenasielen.

Indiener(s)
Dominique Dufourny
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 586)

 
Datum ontvangst: 14/01/2021 Datum publicatie: 11/03/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 23/02/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
26/01/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Klachten over het gebrek aan dierenwelzijn in dierenasielen worden soms doorgestuurd naar het departement Dierenwelzijn - Leefmilieu Brussel.
Daarom zou ik de volgende punten onder uw aandacht willen brengen:
1/ Hoeveel klachten over dierenasielen heeft het departement Dierenwelzijn sinds 2019 ontvangen?
2/ Hoeveel van deze klachten hebben geleid tot inspecties van dierenasielen?
3/ Bij hoeveel van deze controles werden:
a) ernstige schendingen van het dierenwelzijn vastgesteld ;
b) eerder kleine problemen vastgesteld ; ;
c) geen problemen vastgesteld.

Kan u mij deze cijfers per jaar geven voor de periode 2019 tot nu?
4/ Hoeveel processen-verbaal werden aan dierenasielen uitgebracht?
Kan u mij deze cijfers per jaar geven voor de periode 2019 tot nu?
5/ Wat zijn de precieze parameters op basis waarvan de Inspectie Dierenwelzijn haar controles uitvoert?
6/ Wordt ook rekening gehouden met het psychologisch welzijn van de dieren in de asielen? Zo ja, op welke manier?

 
 
Antwoord    Vraag 1:

In de periode van 01/01/2019 tot heden ontving het Departement Dierenwelzijn van Leefmilieu Brussel 11 klachten ten laste van 3 erkende dierenasielen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.


Vraag 2:

In de periode van 01/01/2019 tot heden werden 5 controles ter plaatse uitgevoerd in Brusselse erkende asielen. 1 daarvan gebeurde ter opvolging van 4 klachten.


Vragen 3 en 4:

Momenteel is de indeling van inbreuken in de categorieën “ernstig” en “licht” niet uitdrukkelijk voorzien in de wetgeving. De ernst van een overtreding is onder andere afhankelijk van het aantal betrokken dieren, de duur van de overtredingen, de aard van de overtreding (soms enkel administratief) en de mogelijke gevolgen voor de dieren op langere termijn.

In 2019: 2 controles ter plaatse waarvan 1 in navolging van klachten. Bij beide controles werden inbreuken vastgesteld.

In 2020: 3 controles ter plaatse waarvan geen enkele in navolging van klachten.
Bij alle drie van deze controles werden inbreuken vastgesteld.

In 2021: 0 controles ter plaatse.

Sinds 2019 werd 1 proces-verbaal van inbreuk opgesteld ten laste van een Brussels dierenasiel.


Vraag 5:

De inspecteurs van Leefmilieu Brussel controleren of aan de bepalingen in de wet van 14/08/1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren en haar uitvoeringsbesluiten wordt voldaan. Voor dierenasielen worden daarbij in het bijzonder de erkennings- en verhandelingsvoorwaarden gecontroleerd zoals bepaald in het koninklijk besluit van 27/04/2007 houdende erkenningsvoorwaarden voor inrichtingen voor dieren en de voorwaarden inzake de verhandeling van dieren.


Vraag 6:

Artikel 4 van de wet van 14/08/1986 stelt dat ieder persoon die een dier houdt, verzorgt of te verzorgen heeft de nodige maatregelen moet treffen om het dier in overeenstemming met zijn aard, zijn fysiologische en ethologische behoeften, zijn gezondheidstoestand en zijn graad van ontwikkeling, aanpassing of domesticatie, aangepaste voeding, verzorging en huisvesting te verschaffen. Dit artikel werd in het besluit van 27/04/2007 meer geconcretiseerd op enkele vlakken, met name door voorwaarden te stellen aan de minimale bewegingsvrijheid van de dieren, de beschikbaarheid en competentie van het personeel dat de dieren verzorgt en enkele minimale fysieke elementen die in de omgeving van de dieren voorzien moet worden om hen toe te laten minstens in beperkte mate het natuurlijke gedrag voor die soort te kunnen uitoefenen.