Schriftelijke vraag betreffende de uitbreiding en verlenging van achtergestelde leningen voor ondernemingen met meer dan 10 VTE's
- Indiener(s)
- Véronique Lefrancq
- aan
- Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 314)
| Datum ontvangst: 15/01/2021 | Datum publicatie: 18/03/2021 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 20/21 | Datum antwoord: 18/03/2021 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 27/01/2021 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | Op 11 januari heeft de Brusselse regering beslist om de toekenning van achtergestelde leningen door het Brussels Gewest - die aanvankelijk alleen betrekking had op bedrijven uit de horecasector en hun toeleveranciers - via Finance.brussels uit te breiden tot alle economische sectoren. Dit is een lening van minimaal 75.000 euro, met een maximum van 600.000 euro, voor Brusselse bedrijven met meer dan 10 VTE's, tegen een verlaagd tarief (vanaf 2%) en voor een periode van maximaal 7 jaar. Op woensdag 13 januari kwam u naar de Commissie Economische Zaken en Werkgelegenheid om het ontwerp-besluit van bijzondere machten betreffende deze maatregel voor te stellen. Met dit in het achterhoofd zou ik u de volgende vragen willen stellen: - Kunt u ons de redenen voor deze verlenging, de uitbreiding en de timing van deze beslissing meedelen? - Is er een evaluatie van de maatregel in de initiële begroting? - In de pers wordt gesproken over 15 miljoen euro die zou zijn toegekend aan 47 Brusselse bedrijven in de horecasector en hun toeleveranciers (u voegde daar in de commissie aan toe dat het er 49 waren). Kunt u deze cijfers bijwerken? Wat is het budget dat oorspronkelijk voor de maatregel was uitgetrokken? Hoeveel is er nog over? Is dit mogelijke begrotingsoverschot de rechtvaardiging voor de verlenging? Kunt u uitleggen welk deel van de rest van de begroting betrekking heeft op deze maatregel en waarom? - Is de maatregel een succes of waren er te weinig aanvragen voor deze maatregel? De verlenging zou inderdaad kunnen worden verklaard door het feit dat de horecasector geen gebruik meer maakt van dit soort leningen omdat het zonder vooruitzichten geen zin heeft om onnodig schulden te maken, kunt u ons hierover inlichten? |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Antwoord | Op 30 april 2020 heeft de regering een gedelegeerde opdracht gegeven aan de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Brussel (GIMB) om leningen toe te kennen aan bepaalde ondernemingen uit de horecasector of aan hun toeleveranciers, in het kader van de gezondheidscrisis als gevolg van COVID-19. In december 2020 heeft de regering, in het licht van de aanhoudende crisis, de gedelegeerde missie aangepast, door: - de doelgroep uit te breiden naar alle sectoren, niet alleen de horecasector, aangezien zeer veel sectoren zijn getroffen; - een minimumbedrag voor de leningen te voorzien, namelijk € 75.000; - de looptijd van de steunmaatregel en van de kredieten te verlengen (maximaal 7 jaar). Het doel van deze gedelegeerde opdracht is om de solvabiliteit van ondernemingen met meer dan 10 VTE’s te versterken. Op 11 maart 2021 was het volgende budget gebruikt:
Daarnaast zijn er, nog steeds op 11 maart 2021, aanvragen voor 9.7 miljoen euro in behandeling. Deze opdracht lijkt nu op kruissnelheid te zijn gekomen. De looptijd van de leningen en van de aflossingstermijn, en de lage toegepaste rentevoet maken deze maatregel relevant voor veel Brusselse ondernemingen. We kunnen ook vaststellen dat het aantal dossiers dat door de horecasector wordt ingediend, in vergelijking met de andere sectoren in de meerderheid blijft. Voor het overige verwijs ik u naar de elementen van antwoord die werden bezorgd in het kader van de schriftelijke vraag nr. 311 van mijnheer Sevket Temiz betreffende de gedelegeerde opdracht voor de toekenning van kredieten. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||