Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de voorstelling van het Brussels Noodplan Huisvesting 2020-2024.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 470)

 
Datum ontvangst: 18/01/2021 Datum publicatie: 09/03/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 08/03/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
27/01/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op donderdag 14 januari laatstleden mocht u het Brussels Noodplan Huisvesting 2020-2024 voorstellen tijdens de Commissie Huisvesting, enkele dagen nadat de Brusselse Regering het plan reeds bekend maakte op een persconferentie.

Ondanks uw omstandige uitleg tijdens de desbetreffende voorstelling en uw uitgebreide repliek op de vragen en opmerkingen van de overige parlementsleden, zijn er echter nog steeds enkele specifieke of technische punten die enige verduidelijking behoeven.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- In hoeverre werd het concept rond spaarhuren (waarbij een huurder van een sociale woning tegelijkertijd geld kan sparen door een deel zijn huurbijdrage aan de kant wordt gezet om later zijn woonst te kunnen aankopen) onderzocht? Zo ja, welke conclusies vloeiden reeds voort uit dit onderzoek? Zo neen, kan u duiden of dit concept in een latere fase bestudeerd of geïntegreerd zal worden?

- Hoe werd bij de opmaak van dit plan rekening gehouden met de toegankelijkheid van sociale woningen in ons Gewest? Welk budget wordt voorzien in dit plan voor aanpassingswerken aan zowel bestaande als nieuwe sociale woningen?

- Op welke manier is er onderzocht om rekening te houden met dynamische veranderingen, zoals gewijzigde gezinssamenstelling of een andere sociaaleconomische situatie binnen een gezin, om een actiever sociaal beleid te kunnen voeren?

- Hoeveel thuislozen beoogt men middels dit plan te kunnen bereiken met het Housing First-principe? Kan u hiervan de uitrol en de timing toelichten?

- Wanneer zal de applicatie ‘Appinest’ gelanceerd worden? Wat is de kostprijs van deze app? Welke resultaten zijn er reeds beschikbaar omtrent de testfase hiervan bij OVM Lojega? Hoe zal deze app complementair zijn met (of een aanvulling vormen op) de voorziene app Fix My Home?

- Inzake leegstand is een gewestelijk kadaster van groot belang: wanneer moet dit afgerond zijn? Is het platform reeds beschikbaar om gegevens in te brengen? Welk tijdspad hebt u afgesproken met de gemeenten of andere actoren om dit kadaster te kunnen gebruiken als instrument?

- Kan u duiden welke timing is voorzien voor de uitbreiding van de Dienst Huurtoelagen en Leegstaande Woningen (DHLW) met 8 VTE’s? Wanneer worden de personeelsleden verantwoordelijk voor de huurtoelage in dienst genomen?

- Kan u toelichten hoe het gewestelijk voorkooprecht van woningen op tafel ligt? Welke stappen moeten hieromtrent nog ondernomen worden? Kan u de doelstellingen en het kader meegeven? Hebt u schattingen of studies omtrent het aantal keren dat dit recht gebruikt zal worden?

- Kan u een stand van zaken geven van de uitvoering van de aanbevelingen van de audit van de BGHM? Welk tijdspad wordt er voorzien voor deze aanpassingen?

- Welke beslissingen hebt u reeds genomen met betrekking tot de organisatie van het mobiele interventieteam voor de psychosociale ondersteuning van sociale huurders? Uit hoeveel personen bestaat dit team? Kan u toelichten of dit een aparte entiteit wordt?

- Hoeveel plaatsen zijn er momenteel voorzien voor het opvangaanbod van LGBTQI-jongeren en slachtoffer van familiaal geweld? In hoeverre wordt deze capaciteit uitgebreid in het kader van dit plan?

- Op welke manier en met welke frequentie zal de opvolging van het noodplan gemonitord en geëvalueerd worden? Kan u toelichten hoe de uitvoering van het plan wetenschappelijk wordt opgevolgd? Welke academici of instellingen zijn hiervoor aangeduid?
 
 
Antwoord    Het concept ‘spaarhuren’ behoort niet tot de door de regering beoogde scenario's. Deze maatregel was immers zinvol in een tijd waarin de sociale huurders minder kansarm waren en dus over het nodige inkomen beschikte, niet alleen om de huur te betalen maar ook om spaargeld op te bouwen met het oog op de latere aankoop van een woning.
 


De huidige sociale situatie en het lage inkomensniveau in vergelijking met de prijzen op de vastgoedmarkt zorgen ervoor dat deze maatregel onmogelijk kan worden doorgevoerd.
 
Bovendien lijkt het ons belangrijk dat sociale huurders hun budget zelf vrij kunnen beheren en dat de overheid geen enkele vorm van toezicht uitoefent op het gebruik van hun inkomen.
 

Wat de toegankelijkheid van sociale woningen betreft, moeten de nieuwe woningen die door de BGHM in het kader van het Gewestelijk Huisvestingsplan of de Alliantie Wonen worden geproduceerd, verplicht voor 5% uit woningen bestaan die zijn aangepast voor PBM’s en voor 100% uit toegankelijke woningen.

Wat de aanpassing van bestaande en nieuwe sociale woningen betreft, ten aanzien van gezinsveranderingen of sociaal-economische situaties, moet u weten dat de bouw van moduleerbare sociale woningen door de BGHM werd bestudeerd. De bouw van dit soort woningen zorgt echter voor meerkosten die de sector onmogelijk kan dragen, met het risico dat de OVM's of de huurders in financiële moeilijkheden komen.

Bijgevolg kunnen sociale huurders wier gezinssituatie verandert, bij hun OVM een mutatie aanvragen.

Met betrekking tot het aantal thuislozen dat middels het NPH moet worden bereikt: actie 27 van het plan specificeert het aantal daklozen dat wij binnen dit kader willen helpen.

Deze actie omvat afzonderlijke maatregelen.

- Enerzijds is er een luik bestemd voor de SVK’s. Deze zullen via een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling worden verzocht het beheer van 400 woningen over te nemen;
- Anderzijds is er een door ons gefinancierd luik, bestemd voor de gemeenten, waarvoor wij binnenkort een projectoproep zullen uitschrijven voor een maximumbudget van 1,9 miljoen euro. Het aantal begunstigden zal worden vastgesteld in functie van de projecten van de gemeenten, van het aantal plaatsen en woningen, en in functie van hun typologie. Dit is ook een van de indicatoren die wij in de projectoproep zullen opnemen. Het is dan ook moeilijk om u in dit stadium een antwoord te geven op uw vraag over het aantal personen dat via Housing First kan worden geholpen.


Wat de projectplanning betreft, zullen de twee oproepen overigens in de loop van de maand maart worden verstuurd.

Wat de SVK’s betreft, zouden deze woningen in de loop van het jaar 2021 in beheer moeten worden genomen; wat de gemeenten betreft, zal de termijn voor het betrekken van de woningen door de bewoners ook deel uitmaken van de selectiecriteria voor de projecten.

Met betrekking tot de vastgoedleegstand en de aanmaak van een gewestelijk grondregister, vereist het geplande systeem niet dat de gemeenten zelf de lijsten coderen van leegstaande woningen die op hun grondgebied zijn geïdentificeerd. 

Het huidige gewestelijke kadaster van leegstaande woningen is tot stand gekomen door het koppelen van gegevensbanken van verschillende actoren (Sibelga, Vivaqua, Rijksregister, Kadaster, My Rent, Kruispuntbank van Ondernemingen, gemeentelijke gegevens, Nova).

Afgelopen zomer is aan de ULB/VUB een opdracht gegund om dit register op te zetten. De eerste bruikbare versie zal naar verwachting tegen de start van volgend schooljaar beschikbaar zijn.

Voor de uitbreiding van de Dienst Huurtoelagen en Leegstaande Woningen (DHLW) is het inderdaad de bedoeling dat deze 8 personen in 2021 in dienst worden genomen.

De app Appinest is al gelanceerd. Hieronder vindt u het gedetailleerde tijdschema:
 
- Golf 1: de mobiele app Appinest.brussels werd met succes ingezet op 29/10/2020 bij de OVM Lojega; 

- Golf 2: In november-december zal de app worden ingezet bij 3 andere OVM’s die elk een andere back office hebben (Ordiges, Gils, Pheniks);

- Golf 3: begin 2021, de BGHM gaat de andere OVM's 12 tijdschema's voorstellen met de data van de verschillende activiteiten. De OVM’s van golf 3 zullen samen kiezen welk schema zij wensen te volgen.

Bij aanvang van de verkennende fase van het project Appinest.brussels had de BGHM een subsidiebudget van 500.000 euro geraamd voor de ontwikkeling en uitvoering van het project Appinest.brussels.
 
Naast de precieze omschrijving van de doeleinden en meer uitvoerige beschrijving van de functies van versie 1 van Appinest.brussels, vormde deze verkennende fase de gelegenheid om de budgettaire enveloppe die nodig is voor de ontwikkeling van Appinest.brussels definitief vast te stellen.    
 
De enveloppe voor 2020 bedraagt € 998.250 incl. btw. Dit omvat:

- de ontwikkeling van de app;
- de terbeschikkingstelling van 17 interactieve terminals om de digitale inclusie te verzekeren (1 per hoofdzetel van de 16 OVM's en 1 bij de BGHM);
- het opzetten van 16 communicatiecampagnes (1 gepersonaliseerde campagne per OVM);
Het geautomatiseerde beheer van de relatie tussen huurder-verhuurder wordt gerealiseerd door de 16 OVM's.  Er zijn momenteel 5 afzonderlijke softwareleveranciers voor alle 16 OVM's. Deze softwareleveranciers hebben IT-ontwikkelingen moeten doorvoeren om hun lokale software op een beveiligde manier in verbinding te brengen met Appinest.brussels.  Om de 16 OVM's te steunen bij deze IT-ontwikkelingen, is voor 2020 een enveloppe van € 175.000 incl. btw voorzien. 


Wat de beschikbare resultaten van de testfase bij de OVM Lojega betreft:

Op 4 februari 2021 maakte 6,8% van de gezinnen die huren via Lojega gebruik van de app. 
 
In deze lockdowntijden moet worden benadrukt dat het niet eenvoudig is om in contact te komen met huurders om de voordelen van de app voor huurders optimaal te promoten.


De app Fix My Home is dezelfde app.  Deze naam werd begin 2020 gebruikt toen de app Appinest.brussels nog geen naam had. 



Wat het voorkooprecht betreft:

De gewestelijke beleidsverklaring voor de legislatuur 2019-2024 voorziet de vaststelling van een veralgemeende voorkoopperimeter ter bevordering van operaties met bestaande gebouwen. Het kabinet van de Minister-president staat in voor dit luik van de GBV, aangezien hij de bevoegde minister is voor aangelegenheden in verband met het voorkooprecht.

Tot nog toe voorziet het BWRO in de mogelijkheid voor de regering om specifieke en beperkte voorkoopperimeters vast te stellen om tegemoet te komen aan in het Wetboek opgesomde doelstellingen van algemeen belang.

Volgens de informatie waarover ik beschik, heeft het kabinet van de Minister-president Urban belast met de uitvoering van dit luik van de GBV vanaf 2019. Hiertoe heeft het kabinet van de Minister-president in september 2020 een werkgroep opgericht en een juridisch adviseur aangesteld om Urban en het kabinet bij te staan in hun denkoefeningen en werkzaamheden.
 
In feite vormt de vaststelling van een veralgemeende voorkoopperimeter op het volledige Brusselse grondgebied een grote uitdaging, zowel juridisch als operationeel. Het is immers van essentieel belang relevante criteria en doelstellingen vast te stellen die ervoor zorgen dat panden kunnen worden beoogd die het huisvestingsbeleid van de regering zouden kunnen voorthelpen, maar tegelijk moet vermeden worden dat deze criteria een explosie veroorzaken van het aantal te behandelen dossiers door Urban. In dit verband zijn er denkoefeningen aan de gang om vooruitgang te boeken op het vlak van de digitalisering van deze procedures, overeenkomstig hetgeen in Vlaanderen bestaat.

Het staat in ieder geval vast dat de huidige BWRO-bepalingen met betrekking tot het voorkooprecht zullen moeten worden gewijzigd om dit ambitieuze project te verwezenlijken. Momenteel wordt een voorontwerp van ordonnantie tot wijziging van BWRO opgesteld. Dit zou vóór de zomer van 2021 klaar moeten zijn. Tegelijkertijd hebben nu al vergaderingen plaatsgevonden met de Koninklijke Federatie van Notarissen, die als onmisbare partner formeel zal worden geraadpleegd over de hervorming van het voorkooprecht. 

Betreffende de uitvoering van de aanbevelingen van de audit van de BGHM:

Van de 35 in het auditverslag geformuleerde opmerkingen, hebben er:

- 0 een ‘kritiek’ kritikaliteitsniveau;

- 4 een ‘hoog’ kritikaliteitsniveau;
- 8 een ‘gemiddeld’ kritikaliteitsniveau;

- 23 een ‘laag’ kritikaliteitsniveau.
Het management van de BGHM heeft op al deze 35 opmerkingen van het auditverslag gereageerd, en ze in de context van de reeds bestaande actieplannen geplaatst.
 
De tenuitvoerlegging van de aanbevelingen van de BGHM-audit wordt voorzien in de beheersovereenkomsten. Zo zijn 27 van de aanbevelingen van de audit opgenomen in de beheersovereenkomst van niveau 1 2021-2025; de andere komen er niet in voor omdat deze aspecten niet door middel van de beheersovereenkomst van niveau 1 worden geregeld. De beheersovereenkomst van niveau 2 zou nog andere aanbevelingen moeten bevatten. Deze overeenkomst zal gelden voor de periode 2022-2026.

Het mobiele interventieteam voor de psychosociale ondersteuning van sociale huurders zal bestaan uit 2 maatschappelijk werkers die gespecialiseerd zijn in geestelijke gezondheidszorg en een psychiater (2 dagen per week). Er is een budget van 123.000 euro goedgekeurd voor de oprichting van dit team vanaf april 2021. Het zal worden geïntegreerd in de DMBSH.

Wat de opvang van jonge LGBTQI-mensen betreft, heb ik als staatssecretaris voor Gelijke Kansen en Huisvesting in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beslist om een ambitieus project uit te voeren dat centraal staat in mijn twee bevoegdheden. Hierbij werk ik aan de oprichting van twee opvangcentra voor vrouwen die het slachtoffer zijn van geweld, maar ook voor LGBTQI+-jongeren die soms te maken krijgen met gezinsbreuken.  
 

Het budget voor de oprichting van deze twee opvangcentra is opgenomen in het Noodplan voor huisvesting.Er is 5 miljoen euro uitgetrokken voor de aankoop of de bouw van deze opvangcentra. Het aantal plaatsen ter beschikking zal dus afhangen van de vastgoedmogelijkheden die zich zullen voordoen bij de aankoop van de onroerende goederen die voor deze opdracht zullen worden aangewend.
 
Ons doel is om in de loop van het jaar 2021 over te gaan tot de aankoop of renovatie van gebouwen zodat de opvangcentra operationeel kunnen zijn tijdens deze legislatuur. We voeren momenteel gesprekken met de sector om objectief vast te stellen hoeveel kwaliteitsplaatsen we kunnen verzekeren in functie van de beschikbare budgetten.
 
Wat tot slot de opvolging van het Noodplan voor Huisvesting betreft, zal de coördinatie van de uitrol van het Noodplan voor Huisvesting worden verzekerd door een operationele cel. Deze cel zal geleidelijk aan op poten worden gezet in de eerste helft van 2020.

De cel zal regelmatig vergaderen met vertegenwoordigers van de Regering om de uitrol van het NPH te evalueren. Deze vergaderingen worden minstens elk kwartaal gehouden.


De Brusselse huisvestingsreferent zal in deze cel worden opgenomen, zodat gebruik kan worden gemaakt van zijn wetenschappelijke expertise en zijn ervaring in het monitoren op het gebied van huisvesting.

Voor het overige personeel van de cel, namelijk 8 VTE’s, zullen er specifieke vastleggingen worden gedaan.

Deze cel zal instaan voor de contacten met alle besturen die verantwoordelijk zijn voor een van de 33 acties die in het NPH zijn opgenomen.