Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het onderhoud van graven met een plaatselijk historisch belang

Indiener(s)
Fadila Laanan
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 588)

 
Datum ontvangst: 18/01/2021 Datum publicatie: 11/03/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 17/02/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
27/01/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Artikel 33 van de ordonnantie van 29 november 2018 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging bepaalt: "Het college van burgemeester en schepenen of het bevoegde orgaan van de intercommunale maakt een lijst van de graven met een plaatselijk historisch belang op, die als elementen van het onroerend vermogen beschouwd kunnen worden. Bij overlijden van de titularis en van de begunstigden van de concessie en in afwezigheid van erfgenamen, worden de graven gedurende dertig jaar bewaard en onderhouden door de gemeentelijke overheid of het bevoegde orgaan van de intercommunale. Die termijn kan worden verlengd.
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering bepaalt de modaliteiten voor het opmaken van de lijst van de graven met een plaatselijk historisch belang.»
Om mijn informatie aan te vullen:
- Is het Gewest van plan een extra begroting uit te trekken voor het onderhoud van de graven van plaatselijk historisch belang? Zo ja, welke bedragen zijn er voorzien, en op welke termijn?
- Zijn er kosten voor de gemeenten of komen die ten laste van het Gewest?
 
 
Antwoord    Dit nieuwe artikel van de ordonnantie van 29 november 2018 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging heeft tot doel het behoud van het opmerkelijke begrafenispatrimonium dat men kan terugvinden op tal van Brusselse begraafplaatsen.

Het vertrouwt overigens de bevoegdheid om de opmerkelijke historische graven te selecteren toe aan de gemeente of de intercommunale op basis van één enkel selectiecriterium, namelijk dat deze graven een plaatselijk historisch belang moeten hebben.

Het besluit dat de modaliteiten moet bepalen voor het opmaken van de lijst van deze graven, wordt opgesteld in samenwerking met Urban Brussels, in het bijzonder belast met het cultureel erfgoed. Het zal ook een reeks nadere voorwaarden bepalen aan de hand waarvan gemeenten kunnen voldoen aan de vereisten van artikel 33 van de bovengenoemde ordonnantie.

De vraag met betrekking tot de financiële tussenkomst van het Gewest, alsook de timing ervan en het bedrag dat aan de gemeenten zou worden toegekend om deze graven te onderhouden, valt onder de bevoegdheid van Staatssecretaris Pascal Smet, belast met Stedenbouw en Erfgoed die hierop zal antwoorden.

Wat betreft de vraag betreffende de kosten voor de gemeenten en de mogelijkheid dat deze door het Gewest ten laste worden genomen, lijkt het me ook dat Urban Brussels in het bijzonder bevoegd is om deze te beantwoorden op basis van haar bevoeggdheden en expertise ter zake.